De bacheloropleiding in de wiskunde wil haar studenten opleiden tot breed wiskundig gevormde bachelors met grondige kennis van en inzicht in de belangrijkste domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek en aspecten van discrete wiskunde. Deze brede basiskennis geeft studenten een referentiekader waarmee ze nieuwe informatie kunnen verwerken. Ook leren studenten verbanden leggen tussen de verschillende domeinen zodat zij kennis van één deelgebied kunnen toepassen in een ander deelgebied. Naast deze grondige basiskennis biedt de opleiding wiskundige verdiepingsvakken in de theoretische, computationele of biogerichte wiskunde, aansluitend bij de expertise van de onderzoeksgroepen. Met dit geheel aan kennis zijn de studenten in staat wiskundige redeneringen te analyseren en te begrijpen en wiskundig theoretische en rekentechnische vraagstukken op te lossen.
In het curriculum is er verder voldoende ruimte om de studenten kennis te laten maken met andere wetenschappelijke vakgebieden waarin wiskunde toegepast wordt of die relevant kunnen zijn voor de latere beroepsuitoefening (o.m. biologie, chemie, economie, fysica, informatica). Studenten met interesse voor onderwijs, kunnen in hun keuzeruimte ook een pakket opleidingsonderdelen uit de educatieve master wetenschappen en technologie opnemen.
In de opleiding wordt ook sterk ingezet op het verwerven van academische en professionele vaardigheden en attitudes (redeneervaardigheden, een analytische benadering van problemen, leercompetenties, communicatieve vaardigheden en het kunnen werken in teamverband) met bijzondere aandacht voor wetenschappelijke nieuwsgierigheid en creativiteit. De opleiding focust verder op modelleervaardigheden en toepassingen in de wiskunde en in andere wetenschapsgebieden.
Op deze manier wordt een basis gelegd die de afgestudeerden enerzijds in staat stellen met succes een masteropleiding te volgen en hen anderzijds voorbereiden op het werkveld.
Via onderwijs gebaseerd op wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen wil de opleiding wiskunde haar studenten vormen tot wetenschappers van de toekomst met een duidelijke verantwoordelijkheid naar de samenleving. De opleiding wil daarbij een krachtige leeromgeving creëren waarin studenten zich kunnen ontwikkelen naar een niveau van excellentie waarbij inspiratie en creativiteit centraal staan.
In het eerste bachelorjaar leren studenten op een actieve manier omgaan met de leerstof via de begeleide zelfstudie. Het leerproces wordt in die fase nog in grote mate gestuurd door de instructies in de studieleidraad. In het tweede en derde jaar werken studenten aan meer uitgebreide en complexe zelfstudieopdrachten en is de sturing minder. In het derde jaar zijn studenten in grotere mate zelf verantwoordelijk voor de planning en organisatie van hun onderwijsactiviteiten.
De staf zet maximaal in om het leerproces van studenten optimaal te ondersteunen. Dit wordt mogelijk gemaakt door een laagdrempelig en sterk interactief contact met het onderwijsteam en door de inzet van een verscheidenheid aan werkvormen (hoorcolleges, werkzittingen, responsiecolleges, feedbackmomenten). Deze laagdrempeligheid is het waarmerk van de opleiding en zit verweven in haar DNA en deze van de UHasselt.
|