Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Bestuursrecht (3845)
|
4,0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Staats- en bestuursrecht (1879)
|
8,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de rechten: overheid en recht | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan, op basis, van een analyse van eerdere rechtspraak en de wijzigingen in de rechtspraak die zelf dienen te worden opgezocht keuzes maken voor welbepaalde belangenverdediging en voor een welbepaalde aanpak. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student dient, op basis van de gewijzigde regelgeving, dan wel op basis van gewijzigde rechtspraak te achterhalen waarom deze wijzigingen hebben plaatsgegrepen. Hier is een analyse van de maatschappelijke en sociale context voor nodig. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student dient te becommentariëren wat er gewijzigd is en dient daarbij te communiceren in bepaalde groepen over de context en de evolutie. Die context is steeds verschillend. Er wordt niet geopteerd voor schriftelijke verslaggeving maar voor een mondeling. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| In het onderdeel overheidsopdrachten wordt specifiek aandacht besteed aan het groeiende belang van onderhandelen en bemiddelen met/via de overheid. Inzake collectieve onderhandelingen voor personeel in de publieke sector komt dit evident ook aan bod. De student begrijpt de plaats van de concurrentiedialoog in het overheidsopdrachtenrecht en weet hoe hij die moet opstarten en doorlopen. Daarnaast begrijpt hij de andere onderhandelingsmechanismen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren. | | - DC
| Deze ingesteldheid wordt meegegeven door het feit dat elk onderdeel aangeeft dat er veel gewijzigd is. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| Doordat steeds wordt uitgegaan van het zelf opzoeken van fundamentele wijzigingen, wordt de student normaliter vanzelf kritisch en dient hij op basis daarvan zijn oordeel juridisch te kunnen onderbouwen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| Het zelf opzoeken van alle nieuwe regelgeving en rechtspraak impliceert dat nieuwe en andere rechtsregels erbij betrokken dienen te worden en dienen te worden geïnterpreteerd. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student dient alle wijzigingen in regelgeving, rechtspraak en interpretatie zelf op te zoeken. Het resultaat hiervan leidt tot een kritische interpretatie van de bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De nieuwe wending in wetgeving, rechtspraak en rechtsleer dient te worden beschreven en geanalyseerd. Daartoe is een grondige en autonome analyse vereist. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker, hierover kritisch reflecteren en rapporteren. | | - DC
| De student verricht alle opzoekingen zelf en rapporteert er zelf over. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| Alle leerstukken van het bestuursrecht worden ruim belicht met een grote mate van specialisatie door de autonome wijze van werken. Zij rapporteren immers zelf over hun resultaten. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student dient alle relevante wetteksten en rechtspraak te gebruiken op alle niveaus. Inzake overheidsopdrachten maakt de student zelf de complexe analyse inzake de wisselwerking. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | | - DC
| In de mate dat het bestuursrecht deze evolutie kent, voornamelijk in het overheidsopdrachtenrecht, dient de student zelf de consequenties van rechtspraak van het HJEU te onderzoeken. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student dient de actuele status steeds zelf op te zoeken. Dit zorgt ervoor dat de recente maatschappelijke ontwikkelingen steeds aan bod komen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In het blok Grondige studie bestuursrecht wordt de basiskennis die de studenten opdeden tijdens de inleidende colleges bestuursrecht in eerste bachelor verder uitgediept.
De focus zal liggen op twee aspecten: de organisatie van het bestuur en de werking van het bestuur. Daarbij zal dieper worden ingegaan op kernbegrippen en recente ontwikkelingen. Bijvoorbeeld wat valt onder het begrip overheid (lokaal en regionaal) en verwante begrippen, verzelfstandiging/privatisering, publiek-private samenwerking, de overheidscontracten, etc.
Er zal ook aandacht worden besteed aan rechtsvergelijking en het toenemend belang van de doorwerking van het EU-recht in het bestuursrecht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | individuele en groepsopdrachten |
|
|
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Studenten die in eerste zit niet geslaagd zijn, dienen een individuele opdracht te maken tweede zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
| keuze master voor corporate (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
keuze master voor private (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan, op basis, van een analyse van eerdere rechtspraak en de wijzigingen in de rechtspraak die zelf dienen te worden opgezocht keuzes maken voor welbepaalde belangenverdediging en voor een welbepaalde aanpak. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student dient, op basis van de gewijzigde regelgeving, dan wel op basis van gewijzigde rechtspraak te achterhalen waarom deze wijzigingen hebben plaatsgegrepen. Hier is een analyse van de maatschappelijke en sociale context voor nodig. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student dient te becommentariëren wat er gewijzigd is en dient daarbij te communiceren in bepaalde groepen over de context en de evolutie. Die context is steeds verschillend. Er wordt niet geopteerd voor schriftelijke verslaggeving maar voor een mondeling. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| In het onderdeel overheidsopdrachten wordt specifiek aandacht besteed aan het groeiende belang van onderhandelen en bemiddelen met/via de overheid. Inzake collectieve onderhandelingen voor personeel in de publieke sector komt dit evident ook aan bod. De student begrijpt de plaats van de concurrentiedialoog in het overheidsopdrachtenrecht en weet hoe hij die moet opstarten en doorlopen. Daarnaast begrijpt hij de andere onderhandelingsmechanismen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren. | | - DC
| Deze ingesteldheid wordt meegegeven door het feit dat elk onderdeel aangeeft dat er veel gewijzigd is. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| Doordat steeds wordt uitgegaan van het zelf opzoeken van fundamentele wijzigingen, wordt de student normaliter vanzelf kritisch en dient hij op basis daarvan zijn oordeel juridisch te kunnen onderbouwen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| Het zelf opzoeken van alle nieuwe regelgeving en rechtspraak impliceert dat nieuwe en andere rechtsregels erbij betrokken dienen te worden en dienen te worden geïnterpreteerd. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student dient alle wijzigingen in regelgeving, rechtspraak en interpretatie zelf op te zoeken. Het resultaat hiervan leidt tot een kritische interpretatie van de bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De nieuwe wending in wetgeving, rechtspraak en rechtsleer dient te worden beschreven en geanalyseerd. Daartoe is een grondige en autonome analyse vereist. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker, hierover kritisch reflecteren en rapporteren. | | - DC
| De student verricht alle opzoekingen zelf en rapporteert er zelf over. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| Alle leerstukken van het bestuursrecht worden ruim belicht met een grote mate van specialisatie door de autonome wijze van werken. Zij rapporteren immers zelf over hun resultaten. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student dient alle relevante wetteksten en rechtspraak te gebruiken op alle niveaus. Inzake overheidsopdrachten maakt de student zelf de complexe analyse inzake de wisselwerking. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | | - DC
| In de mate dat het bestuursrecht deze evolutie kent, voornamelijk in het overheidsopdrachtenrecht, dient de student zelf de consequenties van rechtspraak van het HJEU te onderzoeken. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student dient de actuele status steeds zelf op te zoeken. Dit zorgt ervoor dat de recente maatschappelijke ontwikkelingen steeds aan bod komen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In het blok Grondige studie bestuursrecht wordt de basiskennis die de studenten opdeden tijdens de inleidende colleges bestuursrecht in eerste bachelor verder uitgediept.
De focus zal liggen op twee aspecten: de organisatie van het bestuur en de werking van het bestuur. Daarbij zal dieper worden ingegaan op kernbegrippen en recente ontwikkelingen. Bijvoorbeeld wat valt onder het begrip overheid (lokaal en regionaal) en verwante begrippen, verzelfstandiging/privatisering, publiek-private samenwerking, het overheidspersoneel, de overheidscontracten, etc.
Er zal ook aandacht worden besteed aan rechtsvergelijking en het toenemend belang van de doorwerking van het EU-recht in het bestuursrecht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | individuele en groepsopdrachten |
|
|
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Studenten die in eerste zit niet geslaagd zijn, dienen een individuele opdracht te maken tweede zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|