Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen (gemeenschappelijk pakket) | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.13 De student kent de basisbegrippen uit levensbeschouwingen en uit courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. | | | - BC
| kan basisbegrippen uit ethische denkkaders en belangrijke filosofische stromingen uitleggen. | | | - BC
| kent de eigenheid van de wijsgerige discipline. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.12 De student heeft inzicht in levensbeschouwingen en in courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. | | | - BC
| kan verbanden aangeven tussen de verschillende begrippen en wijsgerige auteurs, teneinde deze op een kritische manier toe te passen. | | | - BC
| kan het verschil duiden tussen een wijsgerig en een wetenschappelijk/technisch discours. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| Doorheen de hele cursus gaat heel wat aandacht naar het specifieke karakter van het wijsgerige denken, in verschil met het strikt ingenieurstechnische denken. Een belangrijk aspect van het examen hangt zo samen met het omgaan met een ander soort van discours, dat naar haar eigen aard meer open-ended , onvolledig, en onzeker blijft. | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.4 De student heeft oog voor en houdt rekening met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen. | | | - BC
| toont door middel van een open essay-vraag dat hij in staat is om de maatschappelijk-ethische consequenties te zien van bepaalde keuzes. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- Wat kunnen we kennen?
- Hoe moeten we handelen?
- Wanneer is een samenleving rechtvaardig en democratisch?
- Wat betekent het om ingenieur te zijn in de huidige maatschappij?
- Wat is het authentieke leven?
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Ingenieur en Maatschappij 1A
- Ingenieur en maatschappij 1A (2575)
- Ingenieur en Maatschappij 1A
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|