| Onderwijstaal : Nederlands |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
| |
|
Software-ontwerp in Java (3826)
|
4,0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | | - DC
| EA-INF 1.1 De student kent ontwerpprincipes en architecturen om software op een gestructureerde manier te ontwerpen en ontwikkelen. | | | | - BC
| kent de verschillende rollen van het besturingssysteem. | | | | - BC
| kan een korte opsomming van de belangrijkste programmeertechnische mogelijkheden van C opstellen. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | | - DC
| EA-INF 2.1 De student begrijpt waarom het nodig is om gepaste ontwerpprincipes en architecturen te gebruiken bij het ontwerp en de ontwikkeling van software. | | | | - BC
| heeft het inzicht om een keuze te maken tussen stack-gebaseerde objecten en heap-gebaseerde objecten. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | | - BC
| kan de documentatie van het OS, van C en de nodige bibliotheken raadplegen en hieruit de nodige informatie halen ten behoeve van het op te lossen probleem. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | | - DC
| EA-INF 5.1 De student kan voor een specifieke probleemstelling of toepassing analyseren op welke manieren de software ontworpen en gebouwd kan worden en alternatieven afwegen op basis van relevante criteria. | | | | - BC
| kan een analyse maken van de afhankelijkheden voor het opstellen van een makefile voor geautomatiseerde compilatie. | | | | - BC
| kan de low level behoeften van een toepassing analyseren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | | - BC
| kan de juiste afweging maken tussen verantwoordelijkheden van het programma en het OS. | | | | - BC
| is in staat om een complex probleem te analyseren en hiervoor een klassediagramma te ontwerpen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | | - BC
| kan de command line gebruiken, o.a. in Linux, om doelmatiger te kunnen werken. | | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | | - BC
| kan een analyse omzetten in C broncode. | | | | - BC
| kan de C pointers op een correcte manier gebruiken. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | | - BC
| kan een teststrategie ontwikkelen en kan de prestaties van het programma op de verschillende platformen (PC en SBC) vergelijken. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | | - BC
| werkt stapsgewijs, nauwgezet en planmatig. Hij maakt gebruik van versiebeheer voor de broncode. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Dit opleidingsonderdeel focust zich op de lagere lagen van de ontwikkelstack bij het bouwen van software: enerzijds het besturingssysteem als abstractielaag bovenop de concrete hardware en anderzijds het programmeren in C, een taal die relatief dicht bij de hardware staat.
In het eerste deel wordt een introductie gegeven tot programmeren in C. Deze kennis wordt aangewend om het gebruik van interrupts uit te leggen en, in een twee deel, de introductie van een besturingssysteem te geven. Bij besturingssystemen komt ook het gebruik van de scheduler. In het derde deel wordt er dieper ingegaan op geheugengebruik en memory-mapped IO naar peripherals.
Belangrijkste componenten - C:
- Introduction to C, ecosystems, bits & bytes, compiling & cross-compiling
- building, headers/source files, Makefiles, …
- Pointers, arrays, and structures in C
- The C stack & heap, by-value VS by-reference
Belangrijkste componenten - Hardware interaction:
- Memory-mapped IO
- Interrupts
Belangrijkste componenten - Operating systems:
- Process management: scheduling, threading
- Memory management
- Device management & file systems
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van punt vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Een student moet op elke deelevaluatie een tolereerbaar examenresultaat (8,0/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8,0/20 haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
Begrip van de concepten en programmatie van een microcontroller (Arduino). Kennis van C en/of linux is geen must maar is een voordeel. |
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Syllabus “Operating Systems in C” in de vorm van slides en noties worden ter beschikking gesteld via Toledo.
|
|
|
| Aanbevolen studiemateriaal |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering in het leerdomein/curriculum & Algemene visie
Studenten bestuderen in de opleiding verschillende aspecten van elektronica en ICT. Dit impliceert een wijde spreidstand tussen hardware-design enerzijds en (cloud) programming anderzijds. Een sluitstuk hierin is het besturingssysteem. Daarnaast wordt de programmeertaal C nog vaak gebruikt, zowel voor het programmatie van het besturingssysteem als de applicaties. Met het immense aantal IoT devices dat in omloop is, is C nog alom tegenwoordig.
Relatie met onderzoek
Operating Systems zijn nog steeds een actueel onderzoekstopic, maar omdat dit eerder een basisvak is op het gebied van zowel besturingssystemen als C, komen er amper recente onderzoeksbevindingen aan bod. Daar staat wel tegenover dat er verschillende embedded systemen gebouwd worden in het onderzoek op de campus. Vrijwel iedere programmatie van embedded systemen gebeurt in C. Met het zwaarder worden van de processing kracht en het complexer worden van ontwerpen, wordt het steeds realistischer om een besturingssysteem te gebruiken op een embedded systeem.
Relatie met het werkveld
Embedded software developers zijn gegeerd goed op de arbeidsmarkt. De basis voor een dergelijk profiel wordt in dit opleidingsonderdeel gelegd.
|
|
|
|
|
|
| schakel IW Elektronica-ICT - deel 1 | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
| schakel IW informatica - deel 1 | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| |
|
|
Dit opleidingsonderdeel focust zich op de lagere lagen van de ontwikkelstack bij het bouwen van software: enerzijds het besturingssysteem als abstractielaag bovenop de concrete hardware en anderzijds het programmeren in C, een taal die relatief dicht bij de hardware staat.
In het eerste deel wordt een introductie gegeven tot programmeren in C. Deze kennis wordt aangewend om het gebruik van interrupts uit te leggen en, in een twee deel, de introductie van een besturingssysteem te geven. Bij besturingssystemen komt ook het gebruik van de scheduler. In het derde deel wordt er dieper ingegaan op geheugengebruik en memory-mapped IO naar peripherals.
Belangrijkste componenten - C:
- Introduction to C, ecosystems, bits & bytes, compiling & cross-compiling
- building, headers/source files, Makefiles, …
- Pointers, arrays, and structures in C
- The C stack & heap, by-value VS by-reference
Belangrijkste componenten - Hardware interaction:
- Memory-mapped IO
- Interrupts
Belangrijkste componenten - Operating systems:
- Process management: scheduling, threading
- Memory management
- Device management & file systems
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van punt vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Een student moet op elke deelevaluatie een tolereerbaar examenresultaat (8,0/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8,0/20 haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
Begrip van de concepten en programmatie van een microcontroller (Arduino). Kennis van C en/of linux is geen must maar is een voordeel. |
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Syllabus “Operating Systems in C” in de vorm van slides en noties worden ter beschikking gesteld via Toledo.
|
|
|
| Aanbevolen studiemateriaal |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering in het leerdomein/curriculum & Algemene visie
Studenten bestuderen in de opleiding verschillende aspecten van elektronica en ICT. Dit impliceert een wijde spreidstand tussen hardware-design enerzijds en (cloud) programming anderzijds. Een sluitstuk hierin is het besturingssysteem. Daarnaast wordt de programmeertaal C nog vaak gebruikt, zowel voor het programmatie van het besturingssysteem als de applicaties. Met het immense aantal IoT devices dat in omloop is, is C nog alom tegenwoordig.
Relatie met onderzoek
Operating Systems zijn nog steeds een actueel onderzoekstopic, maar omdat dit eerder een basisvak is op het gebied van zowel besturingssystemen als C, komen er amper recente onderzoeksbevindingen aan bod. Daar staat wel tegenover dat er verschillende embedded systemen gebouwd worden in het onderzoek op de campus. Vrijwel iedere programmatie van embedded systemen gebeurt in C. Met het zwaarder worden van de processing kracht en het complexer worden van ontwerpen, wordt het steeds realistischer om een besturingssysteem te gebruiken op een embedded systeem.
Relatie met het werkveld
Embedded software developers zijn gegeerd goed op de arbeidsmarkt. De basis voor een dergelijk profiel wordt in dit opleidingsonderdeel gelegd.
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|