Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan verduidelijken hoe de ervaring met het functioneel paradigma zijn aanpak in imperatieve en/of object-geörienteerde talen beïnvloed heeft | | - DC
| DC-M12 geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| verkiest een efficiënte codeerstijl | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van software en analoge en digitale systemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan analyseren hoe een probleem opgelost kan worden volgens de methodiek van het functioneel paradigma | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan een ontwerp maken voor een probleem met inachtname van de filosofie van het functioneel paradigma | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan een werkende implementatie uitwerken in Haskell en de functionele stijl in Java of C# | - EC
| EC7 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT heeft gespecialiseerde kennis en inzicht in principes en toepassingen binnen de domeinen van computertechnieken en algoritmen van programmeertalen, en kan hierin initiëren, plannen, kritisch analyseren en gefundeerd oplossen met oog voor dataverwerving en implementatie en met behulp van simulatietechnieken of geavanceerde tools, bewust van mogelijk fouten, praktische beperkingen en met aandacht voor actuele technologische ontwikkelingen. | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| kent de fundamentele concepten van het functionele programmeerparadigma | | | - BC
| kent de syntax van Haskell en de functionele stijl in Java of C# | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt hoe de functionele stijl tot preciezere code kan leiden met een kleiner foutenrisico | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan de tijdscomplexiteit van een algoritme of een implementatie berekenen. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan een probleem zo (her)structureren, waar nodig in deelproblemen, zodat het handig via de functionele stijl opgelost kan worden. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan de gepaste functionele structuren selecteren, zowel wat betreft gegevensstructuren m.i.v. hogere orde functies en monads, als operaties om een probleem doelgericht op te lossen | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan correcte code schrijven in Haskell en de functionele stijl van de andere andere aangebrachte programmeertalen |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Traditionele, imperatieve programmeertalen staan dicht, te dicht bij de hardware waar ze op draaien en botsen daardoor snel op hun beperkingen omdat ze te veel focussen op hoe iets moet gebeuren i.p.v. wat er moeten gebeuren. Het paradigma van het declaratief programmeren laat ontwikkelaars toe om zich enkel bezig te houden met het wat ipv het hoe en verhoogt daardoor de productiviteit van de ontwikkelaar. In dit opleidingsonderdeel leren we de belangrijkste component van het declaratief programmeren, met name het functioneel programmeren. Oordeelkundige toepassing hiervan resulteert in programma's met 10x minder regels code en 3x snellere ontwikkeling met minder fouten. We leren in de eerste plaats programmeren in Haskell, maar behandelen ook de functionele technieken in minstens Java en/of C# en/of F#, en eventueel ook andere programmeertalen.
Inhoud:
- Kennismaking met Haskell
- Recursief programmeren en staartrecursie
- Hogere orde functies
- Monadic programmeren
- Het haskell-bibliotheek-systeem
- Functionele technieken in een of meer van de volgende talen: Java, C#, F# of Javascript
Daarnaast komt ook de tijdscomplexiteit van algoritmes aan bod.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student moet op zowel de evaluatie tijdens het academiejaar als op het examen minstens een delibereerbaar cijfer halen (minstens 8/20). |
|
|
|
Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8/20 haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het cursusmateriaal wordt via Toledo verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum
Dit opleidingsonderdeel neemt binnen het leerdomein IT/software engineering een unieke rol in doordat hier een totaal ander programmeerparadigma aangebracht wordt dan in de andere opleidingsonderdelen, nl. functioneel programmeren waarbij neveneffecten niet toegelaten zijn tenzij op een heel strikte manier geprogrammeerd. Dit klinkt redelijk fundamenteel/fundamentalistisch, maar zorgt wel voor een verfrissende blik op je dagdagelijke programmeerpraktijk, met blijvende impact, ook buiten dit opleidingsonderdeel.
Relatie met het werkveld
De programmeertaal Haskell, die de hoofdmoot uitmaakt van dit opleidingsonderdeel wordt toegepast in een aantal hoog-innovatieve bedrijven, maar nog in te beperkte mate in Belgische bedrijven. De functionele programmeertechnieken hebben echter ook ingang gevonden in mainstreamtalen C#, Java, C++, Javascript, ... Enkele van deze talen worden ook aangehaald in dit opleidingsonderdeel en hebben een directe link met de praktijk in het werkveld.
Relatie met onderzoek
Haskell is dé functionele taal binnen de academische wereld en wordt dus ook in dit opleidingsonderdeel behandeld. Verschillende van de bevindingen uit het functioneel programmeren zijn al doorgesijpeld naar de 'gewone' programmeertalen, maar er is nog steeds behoefte aan een vertaalslag naar bedrijven, en zeker in België. De onderzoeksgroep in Diepenbeek zet sterk in op deze vertaalslag en werkt ook aan het gebruik van functionele talen als programmeertaal voor cloud toepassingen. |
|
|
|
|
|
 | 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EA-INF 1.1 De student kent ontwerpprincipes en architecturen om software op een gestructureerde manier te ontwerpen en ontwikkelen. | | | - BC
| kent de fundamentele concepten van het functionele programmeerparadigma. | | | - BC
| kent de syntax van Haskell en de functionele stijl in Java of C# | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EA-INF 2.1 De student begrijpt waarom het nodig is om gepaste ontwerpprincipes en architecturen te gebruiken bij het ontwerp en de ontwikkeling van software. | | | - BC
| begrijpt hoe de functionele stijl tot preciezere code kan leiden met een kleiner foutenrisico. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen. | | - DC
| kan de tijdscomplexiteit van een algoritme of een implementatie berekenen | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EA-INF 5.1 De student kan voor een specifieke probleemstelling of toepassing analyseren op welke manieren de software ontworpen en gebouwd kan worden en alternatieven afwegen op basis van relevante criteria. | | | - BC
| kan analyseren hoe een probleem opgelost kan worden volgens de methodiek van het functioneel paradigma. | | | - BC
| kan een probleem zo (her)structureren, waar nodig in deelproblemen, zodat het handig via de functionele stijl opgelost kan worden. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | - BC
| kan een ontwerp maken voor een probleem met inachtname van de filosofie van het functioneel paradigma. | | | - BC
| kan de gepaste functionele structuren selecteren, zowel wat betreft gegevensstructuren m.i.v. hogere orde functies en monads, als operaties om een probleem doelgericht op te lossen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | - BC
| kan correcte code schrijven in Haskell en de functionele stijl van de andere andere aangebrachte programmeertalen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| kan verduidelijken hoe de ervaring met het functioneel paradigma zijn aanpak in imperatieve en/of object-geörienteerde talen beïnvloed heeft. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| verkiest een efficiënte codeerstijl. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Traditionele, imperatieve programmeertalen staan dicht, te dicht bij de hardware waar ze op draaien en botsen daardoor snel op hun beperkingen omdat ze te veel focussen op hoe iets moet gebeuren i.p.v. wat er moeten gebeuren. Het paradigma van het declaratief programmeren laat ontwikkelaars toe om zich enkel bezig te houden met het wat ipv het hoe en verhoogt daardoor de productiviteit van de ontwikkelaar. In dit opleidingsonderdeel leren we de belangrijkste component van het declaratief programmeren, met name het functioneel programmeren. Oordeelkundige toepassing hiervan resulteert in programma's met 10x minder regels code en 3x snellere ontwikkeling met minder fouten. We leren in de eerste plaats programmeren in Haskell, maar behandelen ook de functionele technieken in minstens Java en/of C# en/of F#, en eventueel ook andere programmeertalen.
Inhoud:
- Kennismaking met Haskell
- Recursief programmeren en staartrecursie
- Hogere orde functies
- Monadic programmeren
- Het haskell-bibliotheek-systeem
- Functionele technieken in een of meer van de volgende talen: Java, C#, F# of Javascript
Daarnaast komt ook de tijdscomplexiteit van algoritmes aan bod.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student moet op zowel de evaluatie tijdens het academiejaar als op het examen minstens een delibereerbaar cijfer halen (minstens 8/20). |
|
|
|
Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8/20 haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het cursusmateriaal wordt via Toledo verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum
Dit opleidingsonderdeel neemt binnen het leerdomein IT/software engineering een unieke rol in doordat hier een totaal ander programmeerparadigma aangebracht wordt dan in de andere opleidingsonderdelen, nl. functioneel programmeren waarbij neveneffecten niet toegelaten zijn tenzij op een heel strikte manier geprogrammeerd. Dit klinkt redelijk fundamenteel/fundamentalistisch, maar zorgt wel voor een verfrissende blik op je dagdagelijke programmeerpraktijk, met blijvende impact, ook buiten dit opleidingsonderdeel.
Relatie met het werkveld
De programmeertaal Haskell, die de hoofdmoot uitmaakt van dit opleidingsonderdeel wordt toegepast in een aantal hoog-innovatieve bedrijven, maar nog in te beperkte mate in Belgische bedrijven. De functionele programmeertechnieken hebben echter ook ingang gevonden in mainstreamtalen C#, Java, C++, Javascript, ... Enkele van deze talen worden ook aangehaald in dit opleidingsonderdeel en hebben een directe link met de praktijk in het werkveld.
Relatie met onderzoek
Haskell is dé functionele taal binnen de academische wereld en wordt dus ook in dit opleidingsonderdeel behandeld. Verschillende van de bevindingen uit het functioneel programmeren zijn al doorgesijpeld naar de 'gewone' programmeertalen, maar er is nog steeds behoefte aan een vertaalslag naar bedrijven, en zeker in België. De onderzoeksgroep in Diepenbeek zet sterk in op deze vertaalslag en werkt ook aan het gebruik van functionele talen als programmeertaal voor cloud toepassingen. |
|
|
|
|
|
 | master in de industriële wetenschappen: informatica | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De master in de industriële wetenschappen informatica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. [people, data literacy and essential software skills] | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan verduidelijken hoe de ervaring met het functioneel paradigma zijn aanpak in imperatieve en/of object-geörienteerde talen beïnvloed heeft | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| verkiest een efficiënte codeerstijl | - EC
| EC3 - De master in de industriële wetenschappen informatica heeft gevorderde kennis en inzicht in principes en toepassingen van software engineering waaronder software development processen, software architecturen en software life cycle, en kan deze toepassen in complexe en praktijkgerichte probleemdomeinen en dit met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. [software engineering] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| kent de fundamentele concepten van het functionele programmeerparadigma | | | - BC
| kent de syntax van Haskell en de functionele stijl in Java of C# | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt hoe de functionele stijl tot preciezere code kan leiden met een kleiner foutenrisico | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan de tijdscomplexiteit van een algoritme of een implementatie berekenen | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan analyseren hoe een probleem opgelost kan worden volgens de methodiek van het functioneel paradigma | | | - BC
| kan een probleem zo (her)structureren, waar nodig in deelproblemen, zodat het handig via de functionele stijl opgelost kan worden. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan een ontwerp maken voor een probleem met inachtname van de filosofie van het functioneel paradigma | | | - BC
| kan de gepaste functionele structuren selecteren, zowel wat betreft gegevensstructuren m.i.v. hogere orde functies en monads, als operaties om een probleem doelgericht op te lossen | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan een werkende implementatie uitwerken in Haskell en de functionele stijl in Java of C# | | | - BC
| kan correcte code schrijven in Haskell en de functionele stijl van de andere andere aangebrachte programmeertalen | - EC
| EC5 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van gespecialiseerde kennis en vaardigheden voor het ontwerpen van modulaire, geïntegreerde software-systemen die op basis van data-verwerving en data-analyse intelligente beslissingen kunnen nemen, die resilient zijn (veilig, robuust en schaalbaar) en dit binnen een multidisciplinair project met een toegepaste onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [intelligent & resilient systems] | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)
| | | - BC
| begrijpt dat functioneel programmeren een rol kan spelen in doelgerichter aantonen van eigenschappen van algoritmes | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)
| | | - BC
| kan de werking van lazy evaluation in het algemeen en in concrete voorbeelden uitleggen. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| kan hogere orde functies inzetten om een hoger niveau van abstractie en hergebruik van code te bekomen |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Traditionele, imperatieve programmeertalen staan dicht, te dicht bij de hardware waar ze op draaien en botsen daardoor snel op hun beperkingen omdat ze te veel focussen op hoe iets moet gebeuren i.p.v. wat er moeten gebeuren. Het paradigma van het declaratief programmeren laat ontwikkelaars toe om zich enkel bezig te houden met het wat ipv het hoe en verhoogt daardoor de productiviteit van de ontwikkelaar. In dit opleidingsonderdeel leren we de belangrijkste component van het declaratief programmeren, met name het functioneel programmeren. Oordeelkundige toepassing hiervan resulteert in programma's met 10x minder regels code en 3x snellere ontwikkeling met minder fouten. We leren in de eerste plaats programmeren in Haskell, maar behandelen ook de functionele technieken in minstens Java en/of C# en/of F#, en eventueel ook andere programmeertalen.
Inhoud:
- Kennismaking met Haskell
- Recursief programmeren en staartrecursie
- Hogere orde functies
- Monadic programmeren
- Het haskell-bibliotheek-systeem
- Functionele technieken in een of meer van de volgende talen: Java, C#, F# of Javascript
Daarnaast komt ook de tijdscomplexiteit van algoritmes aan bod.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student moet op zowel de evaluatie tijdens het academiejaar als op het examen minstens een delibereerbaar cijfer halen (minstens 8/20). |
|
|
|
Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8/20 haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het cursusmateriaal wordt via Toledo verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum
Dit opleidingsonderdeel neemt binnen het leerdomein IT/software engineering een unieke rol in doordat hier een totaal ander programmeerparadigma aangebracht wordt dan in de andere opleidingsonderdelen, nl. functioneel programmeren waarbij neveneffecten niet toegelaten zijn tenzij op een heel strikte manier geprogrammeerd. Dit klinkt redelijk fundamenteel/fundamentalistisch, maar zorgt wel voor een verfrissende blik op je dagdagelijke programmeerpraktijk, met blijvende impact, ook buiten dit opleidingsonderdeel.
Relatie met het werkveld
De programmeertaal Haskell, die de hoofdmoot uitmaakt van dit opleidingsonderdeel wordt toegepast in een aantal hoog-innovatieve bedrijven, maar nog in te beperkte mate in Belgische bedrijven. De functionele programmeertechnieken hebben echter ook ingang gevonden in mainstreamtalen C#, Java, C++, Javascript, ... Enkele van deze talen worden ook aangehaald in dit opleidingsonderdeel en hebben een directe link met de praktijk in het werkveld.
Relatie met onderzoek
Haskell is dé functionele taal binnen de academische wereld en wordt dus ook in dit opleidingsonderdeel behandeld. Verschillende van de bevindingen uit het functioneel programmeren zijn al doorgesijpeld naar de 'gewone' programmeertalen, maar er is nog steeds behoefte aan een vertaalslag naar bedrijven, en zeker in België. De onderzoeksgroep in Diepenbeek zet sterk in op deze vertaalslag en werkt ook aan het gebruik van functionele talen als programmeertaal voor cloud toepassingen. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|