Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Biologie van de cel (3370)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de chemie | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 2: De bachelor in de chemie heeft daartoe een grondige kennis in de voornaamste disciplines van de chemie, is vertrouwd met hun denkwijze en hun wetenschappelijke methodologie, en kan die toepassen voor het oplossen van een chemisch probleem, met name in:
- de analytische chemie
- de anorganische chemie
- de fysische en de theoretische chemie
- de organische chemie
- de beginselen van biochemie en macromoleculaire chemie
- de levende wereld op moleculair, cellulair, genetisch en organismaal niveau, voor de bachelor chemie in de optie Biochemie
- elementen van de fysische chemie in het domein van anorganische, organische en theoretische chemie, voor de bachelor chemie in de optie Materiaalchemie en deels ook in de optie Onderwijs | - EC
| EC 3: De bachelor in de chemie heeft kennis van en inzicht in aanverwante wetenschappelijke disciplines zoals fysica, biologie, geologie en ingenieurswetenschappen. Hij/zij is in staat adequaat te communiceren met vertegenwoordigers uit deze vakgebieden. | - EC
| EC 7: De bachelor in de chemie is in staat zelfstandig en zelfsturend kennis en inzicht te verwerven in de chemie en daaraan gerelateerde domeinen, die binnen de opleiding niet aan bod gekomen zijn. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen. (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose. (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
Theoretische doelstellingen:
- De student(e)kan de meiose en basisprincipes van sexuele levenscycli beschrijven en relateren aan erfelijkheid.
- De student(e) kent de wetmatigheden binnen de klassieke Mendeliaanse genetica en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken over erfelijkheid.
- De student(e) kan de structuur en functie van chromosomen beschrijven.
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet-Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) kent de basisprincipes van populatiegenetica en kan deze toepassen.
Praktische vaardigheden:
- De student(e) verwerft basisvaardigheden met betrekking tot DNA technologie.
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen (natte practica) is verplicht voor studenten 2Ba Chemie optie Biochemie. De andere studenten maken verplicht een alternatieve opdracht. Alle andere practica (computergestuurd) zijn verplicht voor alle studenten. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op een of meerdere praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als resultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology,Campbell et al.,Pearson education |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad:bevat de instructies voor die delen van het handboek die de studenten moeten studeren, inclusief korte samenvattingen en vragen.Opdrachten (zelftests) zijn beschikbaar op het einde van ieder hoofdstuk in het handboek en op de website van het handboek. Tevens bevat de studieleidraad de handleiding voor practica en oefenzittingen. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek biologie | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| WET 1. De educatieve master heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor zijn specifieke vakdidactiek(en). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen. (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose. (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
Theoretische doelstellingen:
- De student(e)kan de meiose en basisprincipes van sexuele levenscycli beschrijven en relateren aan erfelijkheid.
- De student(e) kent de wetmatigheden binnen de klassieke Mendeliaanse genetica en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken over erfelijkheid.
- De student(e) kan de structuur en functie van chromosomen beschrijven.
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet-Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) kent de basisprincipes van populatiegenetica en kan deze toepassen.
Praktische vaardigheden:
- De student(e) verwerft basisvaardigheden met betrekking tot DNA technologie.
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen (natte practica) is verplicht voor studenten 2Ba Chemie optie Biochemie. De andere studenten maken verplicht een alternatieve opdracht. Alle andere practica (computergestuurd) zijn verplicht voor alle studenten. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op een of meerdere praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als resultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology,Campbell et al.,Pearson education |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad:bevat de instructies voor die delen van het handboek die de studenten moeten studeren, inclusief korte samenvattingen en vragen.Opdrachten (zelftests) zijn beschikbaar op het einde van ieder hoofdstuk in het handboek en op de website van het handboek. Tevens bevat de studieleidraad de handleiding voor practica en oefenzittingen. |
|
|
|
|
|
| bachelor in de wiskunde - verbreding biologie | Verbreding | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen. (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose. (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
Theoretische doelstellingen:
- De student(e)kan de meiose en basisprincipes van sexuele levenscycli beschrijven en relateren aan erfelijkheid.
- De student(e) kent de wetmatigheden binnen de klassieke Mendeliaanse genetica en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken over erfelijkheid.
- De student(e) kan de structuur en functie van chromosomen beschrijven.
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet-Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) kent de basisprincipes van populatiegenetica en kan deze toepassen.
Praktische vaardigheden:
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen (natte practica) is verplicht voor studenten 2Ba Chemie optie Biochemie. De andere studenten maken verplicht een alternatieve opdracht. Alle andere practica (computergestuurd) zijn verplicht voor alle studenten. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op een of meerdere praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als resultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology,Campbell et al.,Pearson education |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad:bevat de instructies voor die delen van het handboek die de studenten moeten studeren, inclusief korte samenvattingen en vragen.Opdrachten (zelftests) zijn beschikbaar op het einde van ieder hoofdstuk in het handboek en op de website van het handboek. Tevens bevat de studieleidraad de handleiding voor practica en oefenzittingen. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de fysica optie vrije keuze aanvulling | Verbreding | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 3: De bachelor Fysica kan modellen en technieken uit de fysica en andere wetenschappelijke domeinen gebruiken voor het oplossen van multidisciplinaire problemen. | - EC
| EC 5: De bachelor Fysica maakt kennis met recent internationaal wetenschappelijk onderzoek, kan internationale wetenschappelijke bronnen raadplegen en de betrouwbaarheid ervan correct inschatten. | - EC
| EC 6: De bachelor Fysica kan, onder begeleiding, de aangeleerde kennis en inzichten aanwenden om wetenschappelijke onderzoek uit te voeren. | - EC
| EC 8: De bachelor Fysica kan zelfstandig en zelfsturend basiskennis verwerven in nieuwe domeinen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen. (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose. (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
Theoretische doelstellingen:
- De student(e)kan de meiose en basisprincipes van sexuele levenscycli beschrijven en relateren aan erfelijkheid.
- De student(e) kent de wetmatigheden binnen de klassieke Mendeliaanse genetica en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken over erfelijkheid.
- De student(e) kan de structuur en functie van chromosomen beschrijven.
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet-Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) kent de basisprincipes van populatiegenetica en kan deze toepassen.
Praktische vaardigheden:
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen (natte practica) is verplicht voor studenten 2Ba Chemie optie Biochemie. De andere studenten maken verplicht een alternatieve opdracht. Alle andere practica (computergestuurd) zijn verplicht voor alle studenten. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op een of meerdere praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als resultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology,Campbell et al.,Pearson education |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad:bevat de instructies voor die delen van het handboek die de studenten moeten studeren, inclusief korte samenvattingen en vragen.Opdrachten (zelftests) zijn beschikbaar op het einde van ieder hoofdstuk in het handboek en op de website van het handboek. Tevens bevat de studieleidraad de handleiding voor practica en oefenzittingen. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de chemie pakket vrije keuze aanvulling | Verbreding | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 2: De bachelor in de chemie heeft daartoe een grondige kennis in de voornaamste disciplines van de chemie, is vertrouwd met hun denkwijze en hun wetenschappelijke methodologie, en kan die toepassen voor het oplossen van een chemisch probleem, met name in:
- de analytische chemie
- de anorganische chemie
- de fysische en de theoretische chemie
- de organische chemie
- de beginselen van biochemie en macromoleculaire chemie
- de levende wereld op moleculair, cellulair, genetisch en organismaal niveau, voor de bachelor chemie in de optie Biochemie
- elementen van de fysische chemie in het domein van anorganische, organische en theoretische chemie, voor de bachelor chemie in de optie Materiaalchemie en deels ook in de optie Onderwijs | - EC
| EC 3: De bachelor in de chemie heeft kennis van en inzicht in aanverwante wetenschappelijke disciplines zoals fysica, biologie, geologie en ingenieurswetenschappen. Hij/zij is in staat adequaat te communiceren met vertegenwoordigers uit deze vakgebieden. | - EC
| EC 7: De bachelor in de chemie is in staat zelfstandig en zelfsturend kennis en inzicht te verwerven in de chemie en daaraan gerelateerde domeinen, die binnen de opleiding niet aan bod gekomen zijn. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen. (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose. (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
Theoretische doelstellingen:
- De student(e)kan de meiose en basisprincipes van sexuele levenscycli beschrijven en relateren aan erfelijkheid.
- De student(e) kent de wetmatigheden binnen de klassieke Mendeliaanse genetica en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken over erfelijkheid.
- De student(e) kan de structuur en functie van chromosomen beschrijven.
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet-Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) kent de basisprincipes van populatiegenetica en kan deze toepassen.
Praktische vaardigheden:
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen (natte practica) is verplicht voor studenten 2Ba Chemie optie Biochemie. De andere studenten maken verplicht een alternatieve opdracht. Alle andere practica (computergestuurd) zijn verplicht voor alle studenten. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op een of meerdere praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als resultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology,Campbell et al.,Pearson education |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad:bevat de instructies voor die delen van het handboek die de studenten moeten studeren, inclusief korte samenvattingen en vragen.Opdrachten (zelftests) zijn beschikbaar op het einde van ieder hoofdstuk in het handboek en op de website van het handboek. Tevens bevat de studieleidraad de handleiding voor practica en oefenzittingen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|