Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste master handelsingenieur - accountancy en financiering - accountancy track | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De master HI past verworven kennis zelfstandig toe. (Zelfsturing en ondernemingszin) | - EC
| De master HI toont zelfstandigheid bij het uitvoeren van een literatuurstudie. (Onderzoeksvaardigheden) | - EC
| De master HI integreert het perspectief van stakeholders bij het optimaliseren van complexe bedrijfsprocessen. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master HI formuleert verbetervoorstellen voor de bedrijfsvoering rekening houdend met de regionale en/of (inter)nationale context. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master HI reflecteert vanuit een ethisch en duurzaamheidsperspectief over de bedrijfsvoering. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master HI past diepgaande inzichten uit bedrijfseconomische en relevante ondersteunende en/of aanverwante wetenschappen toe bij de analyse van bedrijfseconomische en –technische problemen. (Probleemoplossend vermogen) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemene competenties:
- Zelfstandig juridische situaties inschatten
- Basisnoties van Belgisch recht (zoals onderwezen in bachelor) gebruiken in een concrete situatie en ze kunnen situeren in fiscale en sociaalrechtelijke gevalssituaties te bestuderen in het vak (bv. basiskennis Belgisch rechtsstelsel, nopens begrip van een overeenkomst,
- zakenrechtelijke rechtsfiguren, een onderneming, een vennootschap)
- Kritisch reflecteren over een boekhoudkundige vraag
- - Zelfstandig een concreet juridisch vraagstuk kunnen doornemen, analyseren en duiden en de
- oplossing actief toepassen in een gelijkaardige maar niet gelijke context
- Bij voorkeur heeft de student het opleidingsonderdeel “Inleiding tot het recht (3278)” reeds opgenomen
In het bijzonder voor dit vak:
- De student kent het “Belgisch recht” zoals gedoceerd in de voorafgaande fase van de gevolgde bacheloropleiding
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van boekhouding voor het onderdeel fiscaal recht
- De student kan wetgeving opzoeken en een juridische codex hanteren
- De student kan een zeer algemene definitie geven van wat recht is.
- De student kan het onderscheid herkennen tussen privaatrecht en publiekrecht.
- De student kan verscheidene rechtstakken onderbrengen onder deze tweedeling.
- De student kan classificeren welke rechtstakken tot het privaatrecht behoren, en welke rechtstakken tot het publiekrecht behoren.
- De student kan basisbegrippen toelichten (verjaring, grondrechten, subjectieve rechten,…)
- De student kent het onderscheid tussen de verschillende rechtsbronnen (rechtsleer, rechtspraak, wetgeving)
- De student kan nationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan internationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan uitleggen hoe deze rechtsbronnen zich hiërarchisch tot elkaar verhouden.
- De student heeft noties van de scheiding der machten en kan hun bevoegdheden toelichten.
- De student kan de structuur van de werking van de Belgische hoven en rechtbanken samenvatten (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, hoven van beroep, arbeidshoven, Hof van Cassatie).
- De student kan rechterlijke uitspraken identificeren (vonnis, arrest)
- De student heeft noties van verbintenissen en overeenkomsten.
- De student kan een aanbod en aanvaarding onderscheiden.
- De student kan de totstandkoming van een overeenkomst of verbintenis analyseren.
- De student kan afleiden of er sprake kan zijn van wilsgebreken.
|
|
|
Deel fiscaal recht
Allereerst wordt de personenbelasting bestudeerd, waarin de volgende vragen over deze belasting aan bod komen: wie is belastingen verschuldigd? Welke inkomsten worden belast? Hoeveel moet worden betaald (bruto vs. netto)? Waarop wordt het tarief berekend?
Daarnaast wordt de vennootschapsbelasting besproken, met specifieke aandacht voor de eigen kenmerken van de belastbare grondslag (de administratieve stappen worden overlopen).
Voor beide inkomstenbelastingen wordt in het bijzonder stilgestaan bij het stelsel van de meerwaarden, de DBI, de NIA, de wijze van taxatie van inkomsten van bedrijfsleiders, het stelsel van de voordelen van alle aard, ...
Inzake BTW wordt stilgestaan bij de grote vragen omtrent wie belastingplichtige is, wat de belastbare handeling is, of er vrijstellingen zijn, wat de belastbare materie is, wat het tarief is, ...
In het algemeen ligt de focus op de relevantie voor het beroepsleven bij de studie van het inkomstenbelastingrecht en de BTW.
Deel sociaal recht
Wordt onder meer behandeld:
Opdeling sociaal recht in 2 deelgebieden: arbeidsrecht en sociale zekerheid.
Individueel arbeidsrecht: de arbeidsovereenkomst (soorten, ...), bijzondere bedingen (proefbeding, concurrentiebeding, scholingsbeding, ...), rechten en plichten van werkgever en werknemer, het einde van de arbeidsovereenkomst (regelmatig en onregelmatig ontslag, ...).
Collectief arbeidsrecht: de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de collectieve arbeidsovereenkomst. Enkele algemene zaken: bronnen/ normenhiërarchie, taalgebruik, gelijke behandeling, vrij verkeer, handhaving (arbeidsauditoraten, arbeidsinspectie, arbeidsgerechten, ...), overzicht van de andere professionele stelsels (zelfstandige arbeid, statutair verband).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Vademecum Fiscale Falconis,De BROE Luc (ed),meest recente editie,Wolters Kluwer, Mechelen
- Arbeidsrecht toegepast,D. Heylen, I. Verrreyt,meest recente versie,Intersentia
- Codex Economie 2022-2023 met 2 addenda Sociaal + Fiscaal recht,Die Keure,978ADSOCFIS
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica keuze | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De bachelor BI bouwt zelfsturend kennis op met het oog op levenslang leren. (Zelfsturing en ondernemingszin) | - EC
| De bachelor BI voert onder begeleiding een literatuurstudie uit. (Onderzoeksvaardigheden) | - EC
| De bachelor BI identificeert stakeholders en hun belangen en houdt hiermee rekening bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder awareness) | - EC
| De bachelor BI houdt rekening met de regionale en (inter)nationale beleids- en bedrijfscontext bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder awareness) | - EC
| De bachelor BI is zich bewust van ethische en duurzaamheidsaspecten bij de bedrijfsvoering. (Stakeholder awareness) | - EC
| De bachelor BI past inzichten uit bedrijfseconomische en relevante ondersteunende/aanverwante wetenschappen toe bij de analyse van bedrijfseconomische en –informatietechnische problemen. (Probleemoplossend vermogen) | - EC
| De bachelor BI modelleert en ontwerpt oplossingen voor bedrijfseconomische en –informatietechnische problemen ter ondersteuning van de besluitvorming op verschillende niveaus. (Probleemoplossend vermogen) | - EC
| De bachelor BI kan de informatiestromen en de technologische- en bedrijfsprocessen in een organisatie in kaart brengen, optimaliseren en managen, met het oog op de strategische doelen van die organisatie. (Opleidingsspecifieke competenties) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemene competenties:
- Zelfstandig juridische situaties inschatten
- Basisnoties van Belgisch recht (zoals onderwezen in bachelor) gebruiken in een concrete situatie en ze kunnen situeren in fiscale en sociaalrechtelijke gevalssituaties te bestuderen in het vak (bv. basiskennis Belgisch rechtsstelsel, nopens begrip van een overeenkomst,
- zakenrechtelijke rechtsfiguren, een onderneming, een vennootschap)
- Kritisch reflecteren over een boekhoudkundige vraag
- - Zelfstandig een concreet juridisch vraagstuk kunnen doornemen, analyseren en duiden en de
- oplossing actief toepassen in een gelijkaardige maar niet gelijke context
- Bij voorkeur heeft de student het opleidingsonderdeel “Inleiding tot het recht (3278)” reeds opgenomen
In het bijzonder voor dit vak:
- De student kent het “Belgisch recht” zoals gedoceerd in de voorafgaande fase van de gevolgde bacheloropleiding
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van boekhouding voor het onderdeel fiscaal recht
- De student kan wetgeving opzoeken en een juridische codex hanteren
- De student kan een zeer algemene definitie geven van wat recht is.
- De student kan het onderscheid herkennen tussen privaatrecht en publiekrecht.
- De student kan verscheidene rechtstakken onderbrengen onder deze tweedeling.
- De student kan classificeren welke rechtstakken tot het privaatrecht behoren, en welke rechtstakken tot het publiekrecht behoren.
- De student kan basisbegrippen toelichten (verjaring, grondrechten, subjectieve rechten,…)
- De student kent het onderscheid tussen de verschillende rechtsbronnen (rechtsleer, rechtspraak, wetgeving)
- De student kan nationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan internationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan uitleggen hoe deze rechtsbronnen zich hiërarchisch tot elkaar verhouden.
- De student heeft noties van de scheiding der machten en kan hun bevoegdheden toelichten.
- De student kan de structuur van de werking van de Belgische hoven en rechtbanken samenvatten (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, hoven van beroep, arbeidshoven, Hof van Cassatie).
- De student kan rechterlijke uitspraken identificeren (vonnis, arrest)
- De student heeft noties van verbintenissen en overeenkomsten.
- De student kan een aanbod en aanvaarding onderscheiden.
- De student kan de totstandkoming van een overeenkomst of verbintenis analyseren.
- De student kan afleiden of er sprake kan zijn van wilsgebreken.
|
|
|
Deel fiscaal recht
Allereerst wordt de personenbelasting bestudeerd, waarin de volgende vragen over deze belasting aan bod komen: wie is belastingen verschuldigd? Welke inkomsten worden belast? Hoeveel moet worden betaald (bruto vs. netto)? Waarop wordt het tarief berekend?
Daarnaast wordt de vennootschapsbelasting besproken, met specifieke aandacht voor de eigen kenmerken van de belastbare grondslag (de administratieve stappen worden overlopen).
Voor beide inkomstenbelastingen wordt in het bijzonder stilgestaan bij het stelsel van de meerwaarden, de DBI, de NIA, de wijze van taxatie van inkomsten van bedrijfsleiders, het stelsel van de voordelen van alle aard, ...
Inzake BTW wordt stilgestaan bij de grote vragen omtrent wie belastingplichtige is, wat de belastbare handeling is, of er vrijstellingen zijn, wat de belastbare materie is, wat het tarief is, ...
In het algemeen ligt de focus op de relevantie voor het beroepsleven bij de studie van het inkomstenbelastingrecht en de BTW.
Deel sociaal recht
Wordt onder meer behandeld:
Opdeling sociaal recht in 2 deelgebieden: arbeidsrecht en sociale zekerheid.
Individueel arbeidsrecht: de arbeidsovereenkomst (soorten, ...), bijzondere bedingen (proefbeding, concurrentiebeding, scholingsbeding, ...), rechten en plichten van werkgever en werknemer, het einde van de arbeidsovereenkomst (regelmatig en onregelmatig ontslag, ...).
Collectief arbeidsrecht: de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de collectieve arbeidsovereenkomst. Enkele algemene zaken: bronnen/ normenhiërarchie, taalgebruik, gelijke behandeling, vrij verkeer, handhaving (arbeidsauditoraten, arbeidsinspectie, arbeidsgerechten, ...), overzicht van de andere professionele stelsels (zelfstandige arbeid, statutair verband).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Vademecum Fiscale Falconis,De BROE Luc (ed),meest recente editie,Wolters Kluwer, Mechelen
- Arbeidsrecht toegepast,D. Heylen, I. Verrreyt,meest recente versie,Intersentia
- Codex Economie 2022-2023 met 2 addenda Sociaal + Fiscaal recht,Die Keure,978ADSOCFIS
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de toegepaste economische wetenschappen keuze | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De bachelor TEW bouwt zelfsturend kennis op met het oog op levenslang leren. (Zelfsturing en ondernemerszin) | - EC
| De bachelor TEW toont een ondernemende ingesteldheid. (Zelfsturing en ondernemerszin) | - EC
| De bachelor TEW voert onder begeleiding een literatuurstudie uit. (Onderzoeksvaardigheden) | - EC
| De bachelor TEW selecteert en implementeert onder begeleiding wetenschappelijke onderzoeksmethoden. (Onderzoeksvaardigheden) | - EC
| De bachelor TEW identificeert stakeholders en hun belangen en houdt hiermee rekening bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder Awareness) | - EC
| De bachelor TEW houdt rekening met de regionale en (inter)nationale beleids- en bedrijfscontext bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder Awareness) | - EC
| De bachelor TEW is zich bewust van ethische en duurzaamheidsaspecten bij de bedrijfsvoering. (Stakeholder Awareness) | - EC
| De bachelor TEW kan strategische beleidsvraagstukken benaderen vanuit een conceptueel en analytisch denken en gebruikt hiervoor bedrijfseconomische denkkaders. (Probleemoplossend vermogen) | - EC
| De bachelor TEW kan evidence based de strategische beleidskeuzes voor een organisatie onderbouwen. (Probleemoplossend vermogen) | - EC
| De bachelor TEW kan inzichten uit bedrijfseconomische en relevante ondersteunende/aanverwante wetenschappen toepassen bij de analyse van strategische beleidsvraagstukken. (Probleemoplossend vermogen) | - EC
| De bachelor TEW kan het strategisch beleid van een organisatie evalueren met het oog op het creëren van bedrijfseconomische en/of maatschappelijke waarde. (Opleidingsspecifieke competenties) | - EC
| De bachelor TEW kan veranderende omgevingsfactoren identificeren die een impact hebben op een organisatie en haar beleid. (Opleidingsspecifieke competenties) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemene competenties:
- Zelfstandig juridische situaties inschatten
- Basisnoties van Belgisch recht (zoals onderwezen in bachelor) gebruiken in een concrete situatie en ze kunnen situeren in fiscale en sociaalrechtelijke gevalssituaties te bestuderen in het vak (bv. basiskennis Belgisch rechtsstelsel, nopens begrip van een overeenkomst,
- zakenrechtelijke rechtsfiguren, een onderneming, een vennootschap)
- Kritisch reflecteren over een boekhoudkundige vraag
- - Zelfstandig een concreet juridisch vraagstuk kunnen doornemen, analyseren en duiden en de
- oplossing actief toepassen in een gelijkaardige maar niet gelijke context
- Bij voorkeur heeft de student het opleidingsonderdeel “Inleiding tot het recht (3278)” reeds opgenomen
In het bijzonder voor dit vak:
- De student kent het “Belgisch recht” zoals gedoceerd in de voorafgaande fase van de gevolgde bacheloropleiding
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van boekhouding voor het onderdeel fiscaal recht
- De student kan wetgeving opzoeken en een juridische codex hanteren
- De student kan een zeer algemene definitie geven van wat recht is.
- De student kan het onderscheid herkennen tussen privaatrecht en publiekrecht.
- De student kan verscheidene rechtstakken onderbrengen onder deze tweedeling.
- De student kan classificeren welke rechtstakken tot het privaatrecht behoren, en welke rechtstakken tot het publiekrecht behoren.
- De student kan basisbegrippen toelichten (verjaring, grondrechten, subjectieve rechten,…)
- De student kent het onderscheid tussen de verschillende rechtsbronnen (rechtsleer, rechtspraak, wetgeving)
- De student kan nationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan internationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan uitleggen hoe deze rechtsbronnen zich hiërarchisch tot elkaar verhouden.
- De student heeft noties van de scheiding der machten en kan hun bevoegdheden toelichten.
- De student kan de structuur van de werking van de Belgische hoven en rechtbanken samenvatten (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, hoven van beroep, arbeidshoven, Hof van Cassatie).
- De student kan rechterlijke uitspraken identificeren (vonnis, arrest)
- De student heeft noties van verbintenissen en overeenkomsten.
- De student kan een aanbod en aanvaarding onderscheiden.
- De student kan de totstandkoming van een overeenkomst of verbintenis analyseren.
- De student kan afleiden of er sprake kan zijn van wilsgebreken.
|
|
|
Deel fiscaal recht
Allereerst wordt de personenbelasting bestudeerd, waarin de volgende vragen over deze belasting aan bod komen: wie is belastingen verschuldigd? Welke inkomsten worden belast? Hoeveel moet worden betaald (bruto vs. netto)? Waarop wordt het tarief berekend?
Daarnaast wordt de vennootschapsbelasting besproken, met specifieke aandacht voor de eigen kenmerken van de belastbare grondslag (de administratieve stappen worden overlopen).
Voor beide inkomstenbelastingen wordt in het bijzonder stilgestaan bij het stelsel van de meerwaarden, de DBI, de NIA, de wijze van taxatie van inkomsten van bedrijfsleiders, het stelsel van de voordelen van alle aard, ...
Inzake BTW wordt stilgestaan bij de grote vragen omtrent wie belastingplichtige is, wat de belastbare handeling is, of er vrijstellingen zijn, wat de belastbare materie is, wat het tarief is, ...
In het algemeen ligt de focus op de relevantie voor het beroepsleven bij de studie van het inkomstenbelastingrecht en de BTW.
Deel sociaal recht
Wordt onder meer behandeld:
Opdeling sociaal recht in 2 deelgebieden: arbeidsrecht en sociale zekerheid.
Individueel arbeidsrecht: de arbeidsovereenkomst (soorten, ...), bijzondere bedingen (proefbeding, concurrentiebeding, scholingsbeding, ...), rechten en plichten van werkgever en werknemer, het einde van de arbeidsovereenkomst (regelmatig en onregelmatig ontslag, ...).
Collectief arbeidsrecht: de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de collectieve arbeidsovereenkomst. Enkele algemene zaken: bronnen/ normenhiërarchie, taalgebruik, gelijke behandeling, vrij verkeer, handhaving (arbeidsauditoraten, arbeidsinspectie, arbeidsgerechten, ...), overzicht van de andere professionele stelsels (zelfstandige arbeid, statutair verband).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Vademecum Fiscale Falconis,De BROE Luc (ed),meest recente editie,Wolters Kluwer, Mechelen
- Arbeidsrecht toegepast,D. Heylen, I. Verrreyt,meest recente versie,Intersentia
- Codex Economie 2022-2023 met 2 addenda Sociaal + Fiscaal recht,Die Keure,978ADSOCFIS
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
|
|
|
|
| 1ste masterjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
2de masterjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De master BI past verworven kennis zelfstandig toe. (Zelfsturing en ondernemingszin) | - EC
| De master BI neemt initiatief en verantwoordelijkheid om bij te dragen aan waardecreatie voor een organisatie. (Zelfsturing en ondernemingszin) | - EC
| De master BI volgt actief evoluties op in de bedrijfseconomische wetenschappen en praktijken. (Zelfsturing en ondernemingszin) | - EC
| De master BI toont zelfstandigheid bij het uitvoeren van een literatuurstudie. (Onderzoeksvaardigheden) | - EC
| De master BI integreert het perspectief van stakeholders bij het optimaliseren van complexe bedrijfsprocessen. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master BI formuleert verbetervoorstellen voor de bedrijfsvoering rekening houdend met de regionale en/of (inter)nationale context. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master BI reflecteert vanuit een ethisch en duurzaamheidsperspectief over de bedrijfsvoering. (Stakeholder awareness) | - EC
| De master BI past diepgaande inzichten uit bedrijfseconomische en relevante ondersteunende en/of aanverwante wetenschappen toe bij de analyse van bedrijfseconomische en –informatietechnische problemen. (Probleemoplossend vermogen) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemene competenties:
- Zelfstandig juridische situaties inschatten
- Basisnoties van Belgisch recht (zoals onderwezen in bachelor) gebruiken in een concrete situatie en ze kunnen situeren in fiscale en sociaalrechtelijke gevalssituaties te bestuderen in het vak (bv. basiskennis Belgisch rechtsstelsel, nopens begrip van een overeenkomst,
- zakenrechtelijke rechtsfiguren, een onderneming, een vennootschap)
- Kritisch reflecteren over een boekhoudkundige vraag
- - Zelfstandig een concreet juridisch vraagstuk kunnen doornemen, analyseren en duiden en de
- oplossing actief toepassen in een gelijkaardige maar niet gelijke context
- Bij voorkeur heeft de student het opleidingsonderdeel “Inleiding tot het recht (3278)” reeds opgenomen
In het bijzonder voor dit vak:
- De student kent het “Belgisch recht” zoals gedoceerd in de voorafgaande fase van de gevolgde bacheloropleiding
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van boekhouding voor het onderdeel fiscaal recht
- De student kan wetgeving opzoeken en een juridische codex hanteren
- De student kan een zeer algemene definitie geven van wat recht is.
- De student kan het onderscheid herkennen tussen privaatrecht en publiekrecht.
- De student kan verscheidene rechtstakken onderbrengen onder deze tweedeling.
- De student kan classificeren welke rechtstakken tot het privaatrecht behoren, en welke rechtstakken tot het publiekrecht behoren.
- De student kan basisbegrippen toelichten (verjaring, grondrechten, subjectieve rechten,…)
- De student kent het onderscheid tussen de verschillende rechtsbronnen (rechtsleer, rechtspraak, wetgeving)
- De student kan nationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan internationale rechtsbronnen identificeren.
- De student kan uitleggen hoe deze rechtsbronnen zich hiërarchisch tot elkaar verhouden.
- De student heeft noties van de scheiding der machten en kan hun bevoegdheden toelichten.
- De student kan de structuur van de werking van de Belgische hoven en rechtbanken samenvatten (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, hoven van beroep, arbeidshoven, Hof van Cassatie).
- De student kan rechterlijke uitspraken identificeren (vonnis, arrest)
- De student heeft noties van verbintenissen en overeenkomsten.
- De student kan een aanbod en aanvaarding onderscheiden.
- De student kan de totstandkoming van een overeenkomst of verbintenis analyseren.
- De student kan afleiden of er sprake kan zijn van wilsgebreken.
|
|
|
Deel fiscaal recht
Allereerst wordt de personenbelasting bestudeerd, waarin de volgende vragen over deze belasting aan bod komen: wie is belastingen verschuldigd? Welke inkomsten worden belast? Hoeveel moet worden betaald (bruto vs. netto)? Waarop wordt het tarief berekend?
Daarnaast wordt de vennootschapsbelasting besproken, met specifieke aandacht voor de eigen kenmerken van de belastbare grondslag (de administratieve stappen worden overlopen).
Voor beide inkomstenbelastingen wordt in het bijzonder stilgestaan bij het stelsel van de meerwaarden, de DBI, de NIA, de wijze van taxatie van inkomsten van bedrijfsleiders, het stelsel van de voordelen van alle aard, ...
Inzake BTW wordt stilgestaan bij de grote vragen omtrent wie belastingplichtige is, wat de belastbare handeling is, of er vrijstellingen zijn, wat de belastbare materie is, wat het tarief is, ...
In het algemeen ligt de focus op de relevantie voor het beroepsleven bij de studie van het inkomstenbelastingrecht en de BTW.
Deel sociaal recht
Wordt onder meer behandeld:
Opdeling sociaal recht in 2 deelgebieden: arbeidsrecht en sociale zekerheid.
Individueel arbeidsrecht: de arbeidsovereenkomst (soorten, ...), bijzondere bedingen (proefbeding, concurrentiebeding, scholingsbeding, ...), rechten en plichten van werkgever en werknemer, het einde van de arbeidsovereenkomst (regelmatig en onregelmatig ontslag, ...).
Collectief arbeidsrecht: de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de collectieve arbeidsovereenkomst. Enkele algemene zaken: bronnen/ normenhiërarchie, taalgebruik, gelijke behandeling, vrij verkeer, handhaving (arbeidsauditoraten, arbeidsinspectie, arbeidsgerechten, ...), overzicht van de andere professionele stelsels (zelfstandige arbeid, statutair verband).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Vademecum Fiscale Falconis,De BROE Luc (ed),meest recente editie,Wolters Kluwer, Mechelen
- Arbeidsrecht toegepast,D. Heylen, I. Verrreyt,meest recente versie,Intersentia
- Codex Economie 2022-2023 met 2 addenda Sociaal + Fiscaal recht,Die Keure,978ADSOCFIS
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|