Dit onderwijsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis van het economisch denken. Daarbij wordt inzicht verschaft in het voorlopige karakter van de economische kennis en methodologie en in de bochtige ontwikkeling van de economische wetenschap. Op cultureel vlak is het een verkenning van de intellectuele achtergrond van de discipline, zowel wat betreft methode, analyseniveau als veranderende interesses. De invloed van sociale en institutionele factoren in de ontwikkeling van economische kennis wordt verduidelijkt. De wisselwerking tussen de toenmalige feitelijke economische situatie en het ontstaan van theoretische inzichten wordt uitvoerig belicht. Gaandeweg wordt zo ook kennis opgebouwd in de voornaamste ontwikkelingen in de economische geschiedenis zoals de industriële revolutie en de crisis van de jaren 1930. Dit alles moet bijdragen tot een beter begrip van de genese en interpretatie van de actuele economische wereld.

Vooreerst wordt het nut van dit onderdeel voor de studie TEW behandeld. Aspecten van de historische methodologie, wetenschapsstudies en basisliteratuur worden toegelicht. Aan bod komen volgende onderwerpen: de preklassieke periode (de oudheid, scholastieken, het mercantilisme en de fysiocraten), de klassieke economie (Smith, Say, Malthus, Bentham, Ricardo en Mill), de utopische socialisten en Marx, de neoklassieke voorlopers (Cournot, Dupuit en Gossen), de neoklassieke revolutie (Jevons, Walras, Menger en Marshall), de historische en institutionele scholen, het onderzoek naar het algemeen economisch evenwicht, Keynes en het ontstaan van de macro-economie, Schumpeter en de grote lijnen van de recente ontwikkelingen.

Dit onderwijsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis van het economisch denken. Daarbij wordt inzicht verschaft in het voorlopige karakter van de economische kennis en methodologie en in de bochtige ontwikkeling van de economische wetenschap. Op cultureel vlak is het een verkenning van de intellectuele achtergrond van de discipline, zowel wat betreft methode, analyseniveau als veranderende interesses. De invloed van sociale en institutionele factoren in de ontwikkeling van economische kennis wordt verduidelijkt. De wisselwerking tussen de toenmalige feitelijke economische situatie en het ontstaan van theoretische inzichten wordt uitvoerig belicht. Gaandeweg wordt zo ook kennis opgebouwd in de voornaamste ontwikkelingen in de economische geschiedenis zoals de industriële revolutie en de crisis van de jaren 1930. Dit alles moet bijdragen tot een beter begrip van de genese en interpretatie van de actuele economische wereld.

Vooreerst wordt het nut van dit onderdeel voor de studie TEW behandeld. Aspecten van de historische methodologie, wetenschapsstudies en basisliteratuur worden toegelicht. Aan bod komen volgende onderwerpen: de preklassieke periode (de oudheid, scholastieken, het mercantilisme en de fysiocraten), de klassieke economie (Smith, Say, Malthus, Bentham, Ricardo en Mill), de utopische socialisten en Marx, de neoklassieke voorlopers (Cournot, Dupuit en Gossen), de neoklassieke revolutie (Jevons, Walras, Menger en Marshall), de historische en institutionele scholen, het onderzoek naar het algemeen economisch evenwicht, Keynes en het ontstaan van de macro-economie, Schumpeter en de grote lijnen van de recente ontwikkelingen.

Dit onderwijsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis van het economisch denken. Daarbij wordt inzicht verschaft in het voorlopige karakter van de economische kennis en methodologie en in de bochtige ontwikkeling van de economische wetenschap. Op cultureel vlak is het een verkenning van de intellectuele achtergrond van de discipline, zowel wat betreft methode, analyseniveau als veranderende interesses. De invloed van sociale en institutionele factoren in de ontwikkeling van economische kennis wordt verduidelijkt. De wisselwerking tussen de toenmalige feitelijke economische situatie en het ontstaan van theoretische inzichten wordt uitvoerig belicht. Gaandeweg wordt zo ook kennis opgebouwd in de voornaamste ontwikkelingen in de economische geschiedenis zoals de industriële revolutie en de crisis van de jaren 1930. Dit alles moet bijdragen tot een beter begrip van de genese en interpretatie van de actuele economische wereld.

Vooreerst wordt het nut van dit onderdeel voor de studie TEW behandeld. Aspecten van de historische methodologie, wetenschapsstudies en basisliteratuur worden toegelicht. Aan bod komen volgende onderwerpen: de preklassieke periode (de oudheid, scholastieken, het mercantilisme en de fysiocraten), de klassieke economie (Smith, Say, Malthus, Bentham, Ricardo en Mill), de utopische socialisten en Marx, de neoklassieke voorlopers (Cournot, Dupuit en Gossen), de neoklassieke revolutie (Jevons, Walras, Menger en Marshall), de historische en institutionele scholen, het onderzoek naar het algemeen economisch evenwicht, Keynes en het ontstaan van de macro-economie, Schumpeter en de grote lijnen van de recente ontwikkelingen.

Dit onderwijsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis van het economisch denken. Daarbij wordt inzicht verschaft in het voorlopige karakter van de economische kennis en methodologie en in de bochtige ontwikkeling van de economische wetenschap. Op cultureel vlak is het een verkenning van de intellectuele achtergrond van de discipline, zowel wat betreft methode, analyseniveau als veranderende interesses. De invloed van sociale en institutionele factoren in de ontwikkeling van economische kennis wordt verduidelijkt. De wisselwerking tussen de toenmalige feitelijke economische situatie en het ontstaan van theoretische inzichten wordt uitvoerig belicht. Gaandeweg wordt zo ook kennis opgebouwd in de voornaamste ontwikkelingen in de economische geschiedenis zoals de industriële revolutie en de crisis van de jaren 1930. Dit alles moet bijdragen tot een beter begrip van de genese en interpretatie van de actuele economische wereld.

Vooreerst wordt het nut van dit onderdeel voor de studie TEW behandeld. Aspecten van de historische methodologie, wetenschapsstudies en basisliteratuur worden toegelicht. Aan bod komen volgende onderwerpen: de preklassieke periode (de oudheid, scholastieken, het mercantilisme en de fysiocraten), de klassieke economie (Smith, Say, Malthus, Bentham, Ricardo en Mill), de utopische socialisten en Marx, de neoklassieke voorlopers (Cournot, Dupuit en Gossen), de neoklassieke revolutie (Jevons, Walras, Menger en Marshall), de historische en institutionele scholen, het onderzoek naar het algemeen economisch evenwicht, Keynes en het ontstaan van de macro-economie, Schumpeter en de grote lijnen van de recente ontwikkelingen.

Dit onderwijsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis van het economisch denken. Daarbij wordt inzicht verschaft in het voorlopige karakter van de economische kennis en methodologie en in de bochtige ontwikkeling van de economische wetenschap. Op cultureel vlak is het een verkenning van de intellectuele achtergrond van de discipline, zowel wat betreft methode, analyseniveau als veranderende interesses. De invloed van sociale en institutionele factoren in de ontwikkeling van economische kennis wordt verduidelijkt. De wisselwerking tussen de toenmalige feitelijke economische situatie en het ontstaan van theoretische inzichten wordt uitvoerig belicht. Gaandeweg wordt zo ook kennis opgebouwd in de voornaamste ontwikkelingen in de economische geschiedenis zoals de industriële revolutie en de crisis van de jaren 1930. Dit alles moet bijdragen tot een beter begrip van de genese en interpretatie van de actuele economische wereld.

Vooreerst wordt het nut van dit onderdeel voor de studie TEW behandeld. Aspecten van de historische methodologie, wetenschapsstudies en basisliteratuur worden toegelicht. Aan bod komen volgende onderwerpen: de preklassieke periode (de oudheid, scholastieken, het mercantilisme en de fysiocraten), de klassieke economie (Smith, Say, Malthus, Bentham, Ricardo en Mill), de utopische socialisten en Marx, de neoklassieke voorlopers (Cournot, Dupuit en Gossen), de neoklassieke revolutie (Jevons, Walras, Menger en Marshall), de historische en institutionele scholen, het onderzoek naar het algemeen economisch evenwicht, Keynes en het ontstaan van de macro-economie, Schumpeter en de grote lijnen van de recente ontwikkelingen.