Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakelprogramma master in de rechten | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
- De definitie van de rechtsvergelijking
- Het verschil tussen de studie van buitenlands recht en rechtsvergelijking
- Relatie tot andere vakgebieden (met name tot de rechtsgeschiedenis, rechtssociologie en het internationaal privaatrecht)
- Onderzoek naar/omgaan met vreemd recht: niet slechts aandacht voor "the law in the books" maar ook voor "the law in action".
De structuur van informatie over enige buitenlandse rechtsstelsels, met speciale aandacht voor de volgende soorten bronnen:
a. wetteksten
b. jurisprudentie
c. boeken
d. tijdschriftartikelen
- Verschillende voorstellen tot indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies (met name de verdelingen van Arminjon/Nolde/Wolff, René David en Zweigert/Kötz) alsmede de verschillen tussen deze indelingen
- Het doel en de relativiteit van de indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies
- Zogenaamde 'hybride' rechtsstelsels
- Juridisch vertalen
- Schrijven van een rechtsvergelijkend opstel
|
|
|
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 85 % |
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De toetsing van dit practicum gebeurt door de beoordeling van individuele en groepsopdrachten. Het gaat daarbij om opzoekopdrachten over buitenlands recht, het vertalen van juridische teksten/terminologie naar het Nederlands, en het schrijven van een rechtsvergelijkend opstel (inclusief een analyse van een wettelijke bepaling en een structuurschets). De zoekopdrachten en de vertaalopdracht zijn individuele opdrachten. De analyse, de structuurschets en het opstel zijn groepsopdrachten, zij het dat de presentatie van het opstel een individuele prestatie is. Inleveren van alle opdrachten en bijwonen van de practicumbijeenkomsten is vereist om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. In geval van afwezigheid tijdens een van eerste vijf bijeenkomsten, moet een inhaalopdracht gemaakt worden. Tijdens de laatste bijeenkomst (presentatie) is aanwezigheid vereist. In geval van overmacht is de Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling van toepassing. |
|
|
|
Gevolg | Indien een opdracht te laat wordt ingeleverd, kan per te laat ingeleverde opdracht 2 punten van het gewogen eindgemiddelde worden afgetrokken, een en ander ter beoordeling van de desbetreffende practicumdocent. Men is geslaagd als alle opdrachten zijn ingeleverd en het gewogen gemiddelde van de beoordeelde opdrachten voldoende is (10/20). Het gewogen gemiddelde van de opdrachten wordt als volgt bepaald: de zoekopdrachten (10%), de vertaalopdracht (30%) en de opstelopdracht (inclusief analyse, structuurschets en presentatie) (60 %). Het eindcijfer van het practicum zal bekend worden gemaakt via de gebruikelijke kanalen van de Universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De herkansingsopdracht dient individueel te worden gemaakt. Het is een uitvoerige opdracht die in zwaarte niet onder doet voor het totaal van de opdrachten die gedurende het practicum moeten worden gemaakt. De herkansingopdracht bestaat uit zoekopdrachten nationaal recht (5%), zoekopdrachten Europees- en internationaal recht (5%), een vertaalopdracht (30%) en een opstelopdracht (60%). Men is geslaagd als de opdracht op tijd is ingeleverd en het gewogen gemiddelde voldoende is (10/20). Deelopdrachten uit de eerste zit kunnen niet worden meegenomen naar de herkansing. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
INTERUNIVERSITAIRE COMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, https://vena.be.
Blokboek. |
|
|
|
|
|
| 2de bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De definitie van de rechtsvergelijking
- Het verschil tussen de studie van buitenlands recht en rechtsvergelijking
- Relatie tot andere vakgebieden (met name tot de rechtsgeschiedenis, rechtssociologie en het internationaal privaatrecht)
- Onderzoek naar/omgaan met vreemd recht: niet slechts aandacht voor "the law in the books" maar ook voor "the law in action".
De structuur van informatie over enige buitenlandse rechtsstelsels, met speciale aandacht voor de volgende soorten bronnen:
a. wetteksten
b. jurisprudentie
c. boeken
d. tijdschriftartikelen
- Verschillende voorstellen tot indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies (met name de verdelingen van Arminjon/Nolde/Wolff, René David en Zweigert/Kötz) alsmede de verschillen tussen deze indelingen
- Het doel en de relativiteit van de indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies
- Zogenaamde 'hybride' rechtsstelsels
- Juridisch vertalen
- Schrijven van een rechtsvergelijkend opstel
|
|
|
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 85 % |
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De toetsing van dit practicum gebeurt door de beoordeling van individuele en groepsopdrachten. Het gaat daarbij om opzoekopdrachten over buitenlands recht, het vertalen van juridische teksten/terminologie naar het Nederlands, en het schrijven van een rechtsvergelijkend opstel (inclusief een analyse van een wettelijke bepaling en een structuurschets). De zoekopdrachten en de vertaalopdracht zijn individuele opdrachten. De analyse, de structuurschets en het opstel zijn groepsopdrachten, zij het dat de presentatie van het opstel een individuele prestatie is. Inleveren van alle opdrachten en bijwonen van de practicumbijeenkomsten is vereist om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. In geval van afwezigheid tijdens een van eerste vijf bijeenkomsten, moet een inhaalopdracht gemaakt worden. Tijdens de laatste bijeenkomst (presentatie) is aanwezigheid vereist. In geval van overmacht is de Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling van toepassing. |
|
|
|
Gevolg | Indien een opdracht te laat wordt ingeleverd, kan per te laat ingeleverde opdracht 2 punten van het gewogen eindgemiddelde worden afgetrokken, een en ander ter beoordeling van de desbetreffende practicumdocent. Men is geslaagd als alle opdrachten zijn ingeleverd en het gewogen gemiddelde van de beoordeelde opdrachten voldoende is (10/20). Het gewogen gemiddelde van de opdrachten wordt als volgt bepaald: de zoekopdrachten (10%), de vertaalopdracht (30%) en de opstelopdracht (inclusief analyse, structuurschets en presentatie) (60 %). Het eindcijfer van het practicum zal bekend worden gemaakt via de gebruikelijke kanalen van de Universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De herkansingsopdracht dient individueel te worden gemaakt. Het is een uitvoerige opdracht die in zwaarte niet onder doet voor het totaal van de opdrachten die gedurende het practicum moeten worden gemaakt. De herkansingopdracht bestaat uit zoekopdrachten nationaal recht (5%), zoekopdrachten Europees- en internationaal recht (5%), een vertaalopdracht (30%) en een opstelopdracht (60%). Men is geslaagd als de opdracht op tijd is ingeleverd en het gewogen gemiddelde voldoende is (10/20). Deelopdrachten uit de eerste zit kunnen niet worden meegenomen naar de herkansing. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
INTERUNIVERSITAIRE COMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, https://vena.be.
Blokboek. |
|
|
|
|
|
| exchange rechten Erasmus Belgica | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
- De definitie van de rechtsvergelijking
- Het verschil tussen de studie van buitenlands recht en rechtsvergelijking
- Relatie tot andere vakgebieden (met name tot de rechtsgeschiedenis, rechtssociologie en het internationaal privaatrecht)
- Onderzoek naar/omgaan met vreemd recht: niet slechts aandacht voor "the law in the books" maar ook voor "the law in action".
De structuur van informatie over enige buitenlandse rechtsstelsels, met speciale aandacht voor de volgende soorten bronnen:
a. wetteksten
b. jurisprudentie
c. boeken
d. tijdschriftartikelen
- Verschillende voorstellen tot indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies (met name de verdelingen van Arminjon/Nolde/Wolff, René David en Zweigert/Kötz) alsmede de verschillen tussen deze indelingen
- Het doel en de relativiteit van de indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies
- Zogenaamde 'hybride' rechtsstelsels
- Juridisch vertalen
- Schrijven van een rechtsvergelijkend opstel
|
|
|
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 85 % |
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De toetsing van dit practicum gebeurt door de beoordeling van individuele en groepsopdrachten. Het gaat daarbij om opzoekopdrachten over buitenlands recht, het vertalen van juridische teksten/terminologie naar het Nederlands, en het schrijven van een rechtsvergelijkend opstel (inclusief een analyse van een wettelijke bepaling en een structuurschets). De zoekopdrachten en de vertaalopdracht zijn individuele opdrachten. De analyse, de structuurschets en het opstel zijn groepsopdrachten, zij het dat de presentatie van het opstel een individuele prestatie is. Inleveren van alle opdrachten en bijwonen van de practicumbijeenkomsten is vereist om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. In geval van afwezigheid tijdens een van eerste vijf bijeenkomsten, moet een inhaalopdracht gemaakt worden. Tijdens de laatste bijeenkomst (presentatie) is aanwezigheid vereist. In geval van overmacht is de Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling van toepassing. |
|
|
|
Gevolg | Indien een opdracht te laat wordt ingeleverd, kan per te laat ingeleverde opdracht 2 punten van het gewogen eindgemiddelde worden afgetrokken, een en ander ter beoordeling van de desbetreffende practicumdocent. Men is geslaagd als alle opdrachten zijn ingeleverd en het gewogen gemiddelde van de beoordeelde opdrachten voldoende is (10/20). Het gewogen gemiddelde van de opdrachten wordt als volgt bepaald: de zoekopdrachten (10%), de vertaalopdracht (30%) en de opstelopdracht (inclusief analyse, structuurschets en presentatie) (60 %). Het eindcijfer van het practicum zal bekend worden gemaakt via de gebruikelijke kanalen van de Universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De herkansingsopdracht dient individueel te worden gemaakt. Het is een uitvoerige opdracht die in zwaarte niet onder doet voor het totaal van de opdrachten die gedurende het practicum moeten worden gemaakt. De herkansingopdracht bestaat uit zoekopdrachten nationaal recht (5%), zoekopdrachten Europees- en internationaal recht (5%), een vertaalopdracht (30%) en een opstelopdracht (60%). Men is geslaagd als de opdracht op tijd is ingeleverd en het gewogen gemiddelde voldoende is (10/20). Deelopdrachten uit de eerste zit kunnen niet worden meegenomen naar de herkansing. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
INTERUNIVERSITAIRE COMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, https://vena.be.
Blokboek. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|