Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Internationaal en Europees recht (1880)
|
12.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Legal English (1877)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 108 | 4,0 | 54 | 54 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een eenvoudige probleemstelling identificeren en houdt hiermee rekening in zijn eigen redenering en aanpak. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan een individueel werkstuk schrijven en verdedigen met betrekking tot een probleem of onderwerp dat aansluit bij één van de opleidingsonderdelen van de bacheloropleiding in de rechten aan de Universiteit Hasselt. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student herkent uit een casus over internationaal recht, Europees recht of Europese mensenrechten de relevante rechtsvragen en standpunten van de verschillende partijen
|
De student is in staat om de rechtsvragen die in gerechtelijke uitspraken aan de orde zijn correct te identificeren, de bijbehorende feitelijke elementen en rechtsregels te detecteren en hierover in eigen woorden te communiceren
|
De student heeft een dusdanige kennis van het internationaal recht, Europees recht of Europese mensenrechten dat een casus over een dergelijk rechtsgebied te begrijpen valt en dat deze kennis kan worden toegepast bij het innemen van een standpunt
|
De student is in staat de rechtsbronnen te analyseren en rechtssubjecten te identificeren zoals aan bod komen in het vak Internationaal en Europees Recht
|
De student kan met de relevante rechtsbronnen werken en deze neerschrijven volgens de V&A-regels
|
|
|
Het practicum Moot Court biedt studenten de kans om op een actieve manier hun schrijfvaardigheden alsook hun mondelinge vaardigheden te ontwikkelen in het kader van een moot court. Studenten zullen een zaak (juridisch geschil) gepresenteerd krijgen die zich situeert op het Europese dan wel het internationaalrechtelijke terrein. Studenten zullen een van de partijen dienen te verdedigingen en zullen hierbij papers dienen te schrijven en een pleidooi dienen voor te bereiden. Het pleidooi dient minimum 5000 en maximaal 8000 woorden te bevatten. Nadruk zal liggen op het verwerven van vaardigheden. Aan het einde van het practicum zullen de studenten hun partij mondeling moeten verdedigen en dienen te pleiten tegen elkaar. Studenten leren om te gaan met verschillende juridische bronnen. Zij ontwikkelen schrijf- en spreekvaardigheden. Studenten verkrijgen een goed probleemonderkennend -en oplossend vermogen. Het wordt van studenten gevraagd elkaar te beoordelen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Mondelinge verdediging ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 70 % |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Andere: | Mondelinge verdediging |
|
|
|
|
|
Extra info | Deelname aan alle onderdelen is een voorwaarde om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. Al de taken dienen daarenboven ingeleverd te worden. U dient verder ook deelgenomen te hebben aan de finale moot court sessie. 40% van de punten staat op de taken, 30% op de peer reviews en 30 % op het mondelinge luik. Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. De punten van deelexamens van de eerste kans blijven niet behouden voor de tweede kans.
Het totale eindcijfer voor dit opleidingsonderdeel zal bekend gemaakt worden via de gebruikelijke kanalen van de universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie. |
|
|
|
|
|
| exchange rechten Erasmus Belgica | Keuze | 108 | 4,0 | 54 | 54 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student herkent uit een casus over internationaal recht, Europees recht of Europese mensenrechten de relevante rechtsvragen en standpunten van de verschillende partijen
De student is in staat om de rechtsvragen die in gerechtelijke uitspraken aan de orde zijn correct te identificeren, de bijbehorende feitelijke elementen en rechtsregels te detecteren en hierover in eigen woorden te communiceren
De student heeft een dusdanige kennis van het internationaal recht, Europees recht of Europese mensenrechten dat een casus over een dergelijk rechtsgebied te begrijpen valt en dat deze kennis kan worden toegepast bij het innemen van een standpunt
De student is in staat de rechtsbronnen te analyseren en rechtssubjecten te identificeren zoals aan bod komen in het vak Internationaal en Europees Recht
De student kan met de relevante rechtsbronnen werken en deze neerschrijven volgens de V&A-regels
|
|
|
Het practicum Moot Court biedt studenten de kans om op een actieve manier hun schrijfvaardigheden alsook hun mondelinge vaardigheden te ontwikkelen in het kader van een moot court. Studenten zullen een zaak (juridisch geschil) gepresenteerd krijgen die zich situeert op het Europese dan wel het internationaalrechtelijke terrein. Studenten zullen een van de partijen dienen te verdedigingen en zullen hierbij papers dienen te schrijven en een pleidooi dienen voor te bereiden. Het pleidooi dient minimum 5000 en maximaal 8000 woorden te bevatten. Nadruk zal liggen op het verwerven van vaardigheden. Aan het einde van het practicum zullen de studenten hun partij mondeling moeten verdedigen en dienen te pleiten tegen elkaar. Studenten leren om te gaan met verschillende juridische bronnen. Zij ontwikkelen schrijf- en spreekvaardigheden. Studenten verkrijgen een goed probleemonderkennend -en oplossend vermogen. Het wordt van studenten gevraagd elkaar te beoordelen.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 70 % |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Andere: | Mondelinge verdediging |
|
|
|
|
|
Extra info | Deelname aan alle onderdelen is een voorwaarde om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. Al de taken dienen daarenboven ingeleverd te worden. U dient verder ook deelgenomen te hebben aan de finale moot court sessie. 40% van de punten staat op de taken, 30% op de peer reviews en 30 % op het mondelinge luik. Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. De punten van deelexamens van de eerste kans blijven niet behouden voor de tweede kans.
Het totale eindcijfer voor dit opleidingsonderdeel zal bekend gemaakt worden via de gebruikelijke kanalen van de universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|