Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Analytische basismethoden (1455)
|
5.0 stptn |
|
|
Basisvaardigheden in de chemie (3461)
|
10.0 stptn |
|
|
Beginselen van anorganische chemie en vastestofchemie 1 (1391)
|
5.0 stptn |
|
|
Beginselen van anorganische chemie en vastestofchemie 2 (1413)
|
5.0 stptn |
|
|
Chemische evenwichten en kinetica (3311)
|
5.0 stptn |
|
|
Inleiding tot de chemische procestechnologie (0620)
|
5.0 stptn |
|
|
Structuur en reactiviteit van organische verbindingen (3312)
|
5.0 stptn |
|
|
Structuuranalyse en onderzoeksproject in de organische chemie (1400)
|
4.0 stptn |
|
|
Structuurchemie (0251)
|
5.0 stptn |
|
|
Synthesemethoden en -strategie voor organische verbindingen (1402)
|
5.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
Advies
volledig curriculum 1BA en 2BA
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de chemie optie biochemie | Verplicht | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor in de chemie heeft kennis van en inzicht in de structuur van de materie, de onderlinge interacties tussen materiebouwstenen, de wisselwerking tussen materie en energie, en de daaruit voortvloeiende relaties tussen structuur en eigenschappen. | - EC
| EC 2: De bachelor in de chemie heeft daartoe een grondige kennis in de voornaamste disciplines van de chemie, is vertrouwd met hun denkwijze en hun wetenschappelijke methodologie, en kan die toepassen voor het oplossen van een chemisch probleem, met name in:
- de analytische chemie
- de anorganische chemie
- de fysische en de theoretische chemie
- de organische chemie
- de beginselen van biochemie en macromoleculaire chemie
- de levende wereld op moleculair, cellulair, genetisch en organismaal niveau, voor de bachelor chemie in de optie Biochemie
- elementen van de fysische chemie in het domein van anorganische, organische en theoretische chemie, voor de bachelor chemie in de optie Materiaalchemie en deels ook in de optie Onderwijs | - EC
| EC 5: De bachelor in de chemie is in staat experimenten te begrijpen en zelfstandig uit te voeren en daarover te rapporteren. Hij of zij is daarenboven in staat risico's in te schatten en de daarbij behorende veiligheidsprocedures toe te passen. | - EC
| EC 6: De bachelor in de chemie toont een gezonde kritische ingesteldheid en kan rigoureus en zorgvuldig redeneren, abstraheren en formuleren. | - EC
| EC 7: De bachelor in de chemie is in staat zelfstandig en zelfsturend kennis en inzicht te verwerven in de chemie en daaraan gerelateerde domeinen, die binnen de opleiding niet aan bod gekomen zijn. | - EC
| EC 8: De bachelor in de chemie houdt rekening met de noodzaak van de inter- en multidisciplinaire benadering bij het analyseren van chemische en biochemische vraagstellingen. | - EC
| EC 9: De bachelor in de chemie kan aangeleerde kennis en inzichten aanwenden om wetenschappelijke hypothesen te formuleren, experimenten te bedenken, deze uit te voeren en onderzoeksresultaten correct te interpreteren. | - EC
| EC 10: De bachelor in de chemie kan mondeling en schriftelijk rapporteren en presenteren in het Nederlands en Engels en een beargumenteerd standpunt innemen over topics uit zijn/haar vakgebied. Hij/zij kan communiceren over het vakgebied met vakgenoten en niet-vakgenoten. | - EC
| EC 11: De bachelor in de chemie is in staat op een efficiënte manier gegevens op te zoeken, te verzamelen, er de internationaal relevante informatie uit te selecteren en te verwerken. | - EC
| EC 12: De bachelor in de chemie kan projectmatig op een constructieve wijze samenwerken met anderen als lid van een team. | - EC
| EC 13: De bachelor in de chemie houdt rekening met de ethische, morele en wettelijke dimensies van zijn wetenschapsdicipline, haar risicoaspecten in maatschappelijke context, en zal zich ernaar gedragen. | - EC
| EC 14: De bachelor in de chemie houdt rekening met de maatschappelijke relevantie van de chemie en heeft een notie van zijn/haar inzetbaarheid in het brede (inter)nationale werkveld. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit opleidingsonderdeel toont de student aan dat hij/zij voldaan heeft aan alle eindcompetenties van de bachelor chemie. De student(e) kan (bio)chemisch wetenschappelijk onderzoek uitvoeren in onderzoeksthema's die aanleunen hetzij bij experimentele onderzoeksgroepen hetzij bij theoretische onderzoeksgroepen. De student(e) kan de bekomen resultaten interpreteren binnen het kader van de chemische modellen die in de betrokken deelgebieden van de chemie gehanteerd worden. De student(e) kan de technieken en methoden, relevant voor het onderzoek, zelfstandig uitvoeren met inzicht en kennis van de grondslagen. De student(e) kan op basis van (internationale) literatuurgegevens relevante informatie over zijn/haar onderzoeksopdracht opsporen. Hij/zij kan deze interpreteren en toepassen in zijn/haar onderzoek. De student(e) kan de resultaten van onderzoek neerschrijven volgens het kwaliteitsniveau eigen aan wetenschappelijke publicaties. Hij/zij kan deze kritisch bespreken en onderbouwen op basis van theoretische concepten en mondeling presenteren voor een wetenschappelijk geschoold publiek.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 66 % |
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 17 % |
|
|
Andere: | Presentatie en verdediging van de scriptie |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
| exchange chemie | Keuze | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel toont de student aan dat hij/zij voldaan heeft aan alle eindcompetenties van de bachelor chemie. De student(e) kan (bio)chemisch wetenschappelijk onderzoek uitvoeren in onderzoeksthema's die aanleunen hetzij bij experimentele onderzoeksgroepen hetzij bij theoretische onderzoeksgroepen. De student(e) kan de bekomen resultaten interpreteren binnen het kader van de chemische modellen die in de betrokken deelgebieden van de chemie gehanteerd worden. De student(e) kan de technieken en methoden, relevant voor het onderzoek, zelfstandig uitvoeren met inzicht en kennis van de grondslagen. De student(e) kan op basis van (internationale) literatuurgegevens relevante informatie over zijn/haar onderzoeksopdracht opsporen. Hij/zij kan deze interpreteren en toepassen in zijn/haar onderzoek. De student(e) kan de resultaten van onderzoek neerschrijven volgens het kwaliteitsniveau eigen aan wetenschappelijke publicaties. Hij/zij kan deze kritisch bespreken en onderbouwen op basis van theoretische concepten en mondeling presenteren voor een wetenschappelijk geschoold publiek.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 66 % |
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 17 % |
|
|
Andere: | Presentatie en verdediging van de scriptie |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|