Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Bachelorproef (3748)
|
9.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Experimental Design in Molecular Mechanisms in Health and Disease (3950)
|
8.0 stptn |
|
|
Good clinical practice en klinische studies (3972)
|
5.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Bachelorproef (3748)
|
9.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Experimental Design in Environmental Health Sciences (3961)
|
8.0 stptn |
|
|
Good clinical practice en klinische studies (3972)
|
5.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Alle risico’s waardoor de fysieke/mentale gezondheid van de student, medestudent, personeelsleden of andere derden (bv. patiënten, stagegevers, …) in gevaar wordt gebracht. Hieronder wordt ook begrepen: een ernstig risico dat de student schade aan machines/apparatuur in het kader van de opleiding aan UHasselt/tUL aanbrengt die de continuïteit van het onderwijs of onderzoek zou belemmeren.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de biomedische wetenschappen - klinische biomedische wetenschappen | Verplicht | 405 | 15,0 | 405 | 15,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1. De Master in de biomedische wetenschappen bezit een grondige kennis van de moleculaire en cellulaire processen van het gezonde en zieke menselijk lichaam en heeft inzicht in verschillende methoden voor preventie, diagnose en behandeling van ziekten. | - EC
| 2. De Master in de biomedische wetenschappen kan zelfstandig en op kritische wijze een literatuuronderzoek uitvoeren. | - EC
| 3. De Master in de biomedische wetenschappen kan op basis van eigen bevindingen of op basis van bevindingen van anderen een nieuwe onderzoekshypothese opstellen en hiervoor een onderzoeksopzet uitwerken. | - EC
| 4. De Master in de biomedische wetenschappen heeft kennis van state-of-the art technieken binnen biomedisch onderzoek en kan deze technieken toepassen, rekening houdend met de geldende kwaliteitsnormen. | - EC
| 5. De Master in de biomedische wetenschappen kan zelfstandig onderzoeksresultaten verwerken, statistisch analyseren en conclusies formuleren. | - EC
| 6. De Master in de biomedische wetenschappen kan wetenschappelijke bevindingen op een gestructureerde wijze schriftelijk en mondeling rapporteren aan zowel experts, als een breed publiek. | - EC
| 7. De Master in de biomedische wetenschappen neemt een kritische houding aan ten opzichte van eigen onderzoek en dat van anderen. | - EC
| 8. De Master in de biomedische wetenschappen kan actief participeren in een internationale onderzoeksomgeving. | - EC
| 9. De Master in de biomedische wetenschappen kan op een integere en ethische wijze biomedisch onderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren, rekening houdend met de gangbare regelgeving. | - EC
| 11. De Master in de biomedische wetenschappen kan functioneren in een multidisciplinair team en kan een brugfunctie vervullen tussen de verschillende actoren binnen de gezondheidszorg. De afgestudeerde kent hierbij het belang en de behoeften van de verschillende stakeholders binnen de levenswetenschappen. | - EC
| 12. De Master in de biomedische wetenschappen heeft een ingesteldheid tot levenslang leren en tot het voortdurend bijsturen van eigen professioneel denken en handelen. | - EC
| KBW 2. De Master biomedische wetenschappen afstudeerrichting klinische biomedische wetenschappen heeft kennis en inzicht in de regelgeving van 'Good Clinical Practice' en kan dit toepassen in de praktijk, bovendien kan hij/zij klinische studies ontwerpen en opvolgen. | - EC
| KBW 3. De Master biomedische wetenschappen afstudeerrichting klinische biomedische wetenschappen kan klinische parameters analyseren, kritisch beoordelen en rapporteren als basis voor verder klinisch onderzoek. | - EC
| KBW 4. De Master biomedische wetenschappen afstudeerrichting klinische biomedische wetenschappen kent de organisatie van de gezondheidszorg in België en kan communiceren met patiënten, medici en paramedici. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In ‘Experimental design in MHD/EHS’ wordt de student vaardigheden aangeleerd om in te zetten tijdens de Junior stage:
-
De student kan de nodige informatie opzoeken om met een topic aan de slag te gaan in een labo;
-
De student kan de juiste attitude inzetten in een laboratorium;
-
De student kiest de opzet van het onderzoeksdesign, methodologie en interpreteert de output;
-
De student schrijft een inhoudelijk rapport door te reflecteren over de eigen onderzoeksopzet, design en methodologie.
In de Junior stage werken de studenten mee aan een klinische studie. Hiervoor zijn de kennis en vaardigheden die verworven zijn in ‘GCP & Klinische studies' essentieel:
-
De student maakt kennis met patiëntgericht wetenschappelijk onderzoek waarbij de types onderzoek en fases, courante begrippen, regulatoire vereisten en instanties, GCP, data management, risico-management, kwaliteitsmanagement en monitoring, audit en inspectie worden bestudeerd.
-
De student doorloopt de GCP-test, die essentieel is om tijdens de stage onderzoek met patiënten te mogen uitvoeren.
|
|
|
- Ervaring met het opzetten van experimenteel onderzoek/ gerichte experimenten
- Praktijkinzicht in moderne onderzoekstechnieken en methodologieën (mogelijkheden en beperkingen)
- Praktijkervaring in verschillende onderzoeksomgevingen
- Ervaring met het bijhouden van een laboratoriumjournaal
- Actieve deelname in wetenschappelijke discussies in de beroepspraktijk
- Uitwisseling van nieuw verkregen kennis in woord en geschrift, d.w.z. door rapportage aan de (studenten)groep en het schrijven van een verslag
- Ervaring met communicatie naar het brede publiek
Bij deze stageperiode ligt de nadruk op het verkennen van nieuwe en relevante onderzoekstechnieken en methodologieën.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 15,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Evaluatie gebeurt op basis van 3 elementen: praktische stage, indivivueel schriftelijk verslag en individuele mondelinge verdediging. De stage zelf kan niet herkanst worden in tweede zittijd, het verslag en/of mondelinge verdediging wel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één of meerdere onderdelen van de evaluatie een cijfer lager dan 10/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 'fail'. |
|
|
|
Extra info | schriftelijk = verslag + abstract pitch Mondeling = presentatie + pitch talk |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|