Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Beginselen van het recht (1874)
|
8.0 stptn |
|
|
Verbintenissenrecht (1875)
|
10.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 324 | 12,0 | 108 | 216 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft (basis)kennis van meta-juridische wetenschappen, waaronder historische, filosofische, sociale en politieke aspecten van het recht en economische beginselen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In het blok Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht worden de elementaire concepten en inzichten in het Belgische zakenrecht en recht van de bijzondere overeenkomsten toegelicht vanuit rechtsvergelijkend en Europees perspectief. De materie is onderverdeeld in drie grote delen.
Het eerste deel gaat over eigendom en overeenkomsten tot overdracht van eigendom.
Eerst wordt een analyse gemaakt van de diverse soorten goederen, de zakelijke en de persoonlijke rechten en het numerus clausus beginsel van de zakelijke rechten. De koningin onder de zakelijke rechten is het eigendomsrecht. Principes als natrekking, zaakvervanging en de rechtsfiguren van mede-eigendom en appartementsmede-eigendom worden onderzocht. Daarop aansluitend komen de bijzondere overeenkomsten inzake overdracht van eigendom aan bod. In hoofdzaak wordt de koopovereenkomst bestudeerd. Daarnaast worden ook de kanscontracten en de dading besproken.
Het eerste deel over het Europees privaatrecht zal een inleiding geven in de methodiek van de rechtsvergelijking en ingaan op de grondslag en wenselijkheid van een harmonisatie of unificatie van het privaatrecht in Europa. Hier krijgen de methodes die een harmonisatie mogelijk maken aandacht. Hierbij wordt het contractenrecht zowel vanuit het internationaal perspectief behandeld alsook vanuit de gedachte van de consumentenbescherming op Europees niveau. Ook wordt aandacht besteed aan de productaansprakelijkheid.
In het tweede deel staan de beperkte zakelijke rechten en de overeenkomsten inzake genot van eigendom centraal. Eerst worden deze zakelijke rechten op zich besproken: erfdienstbaarheden, erfpacht en opstal. Bijzondere aandacht gaan naar het belangrijke recht van vruchtgebruik (en aansluitend het recht van gebruik en bewoning). Daarna volgen de bijzondere overeenkomsten inzake genot van eigendom, in hoofdzaak de huurovereenkomst (gemene huur, woninghuur en handelshuur). Huur wordt ook vergeleken met vruchtgebruik. Ook de contracten van lening, leasing en licentie zijn overeenkomst inzake genot van eigendom die hier worden uitgelegd. Het eigendomsrecht zal onderzocht worden vanuit de bescherming zoals opgenomen in het eerste protocol van de EVRM.
In het derde deel bespreken wij beperkingen aan eigendom en dienstencontracten. Beperkingen aan eigendom volgen burenhinder, EVRM, onteigening en rechtsmisbruik. Een aantal van die figuren komt ook terug bij de dienstencontracten. Met name bij het contract van aanneming. Daarbij aansluitend wordt de woningbouwwet bestudeerd. Tot slot volgen de contracten van bewaargeving, sekwester en lastgeving. Vanuit de gedachte dat men in Europa streeft naar harmonisatie behandelen wij ook de richtlijn consumentenkrediet en het nieuwe streven naar maximum harmonisatie binnen de EU.
De bespreking van elk dezer drie onderdelen geschiedt mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Het Belgische recht wordt waar zinvol geplaatst tegen de achtergrond van Duits en Engels recht. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de mate waarin contracten en zakenrecht in Europa reeds uniform is en de mate waarin het eventueel meer uniform zou moeten en kunnen worden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Hoorcollege: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 12,00
|
Extra info | Het Belgisch goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht vertegenwoordigt en weegt door voor 8 studiepunten oftewel 2/3. Het Europese deel vertegenwoordigt en weegt door voor 4 studiepunten, oftewel 1/3. De resultaten worden opgeteld zodat de student in totaal moet slagen, maar niet noodzakelijk voor elk van beide onderdelen.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Vermogensrecht in kort bestek,SAGAERT, V., TILLEMAN, B. en VERBEKE, A.-L.,2022,Antwerpen, Intersentia,9789400012769 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master in de rechten | Verplicht | 324 | 12,0 | 108 | 216 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
In het blok Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht worden de elementaire concepten en inzichten in het Belgische zakenrecht en recht van de bijzondere overeenkomsten toegelicht vanuit rechtsvergelijkend en Europees perspectief. De materie is onderverdeeld in drie grote delen.
Het eerste deel gaat over eigendom en overeenkomsten tot overdracht van eigendom.
Eerst wordt een analyse gemaakt van de diverse soorten goederen, de zakelijke en de persoonlijke rechten en het numerus clausus beginsel van de zakelijke rechten. De koningin onder de zakelijke rechten is het eigendomsrecht. Principes als natrekking, zaakvervanging en de rechtsfiguren van mede-eigendom en appartementsmede-eigendom worden onderzocht. Daarop aansluitend komen de bijzondere overeenkomsten inzake overdracht van eigendom aan bod. In hoofdzaak wordt de koopovereenkomst bestudeerd. Daarnaast worden ook de kanscontracten en de dading besproken.
Het eerste deel over het Europees privaatrecht zal een inleiding geven in de methodiek van de rechtsvergelijking en ingaan op de grondslag en wenselijkheid van een harmonisatie of unificatie van het privaatrecht in Europa. Hier krijgen de methodes die een harmonisatie mogelijk maken aandacht. Hierbij wordt het contractenrecht zowel vanuit het internationaal perspectief behandeld alsook vanuit de gedachte van de consumentenbescherming op Europees niveau. Ook wordt aandacht besteed aan de productaansprakelijkheid.
In het tweede deel staan de beperkte zakelijke rechten en de overeenkomsten inzake genot van eigendom centraal. Eerst worden deze zakelijke rechten op zich besproken: erfdienstbaarheden, erfpacht en opstal. Bijzondere aandacht gaan naar het belangrijke recht van vruchtgebruik (en aansluitend het recht van gebruik en bewoning). Daarna volgen de bijzondere overeenkomsten inzake genot van eigendom, in hoofdzaak de huurovereenkomst (gemene huur, woninghuur en handelshuur). Huur wordt ook vergeleken met vruchtgebruik. Ook de contracten van lening, leasing en licentie zijn overeenkomst inzake genot van eigendom die hier worden uitgelegd. Het eigendomsrecht zal onderzocht worden vanuit de bescherming zoals opgenomen in het eerste protocol van de EVRM.
In het derde deel bespreken wij beperkingen aan eigendom en dienstencontracten. Beperkingen aan eigendom volgen burenhinder, EVRM, onteigening en rechtsmisbruik. Een aantal van die figuren komt ook terug bij de dienstencontracten. Met name bij het contract van aanneming. Daarbij aansluitend wordt de woningbouwwet bestudeerd. Tot slot volgen de contracten van bewaargeving, sekwester en lastgeving. Vanuit de gedachte dat men in Europa streeft naar harmonisatie behandelen wij ook de richtlijn consumentenkrediet en het nieuwe streven naar maximum harmonisatie binnen de EU.
De bespreking van elk dezer drie onderdelen geschiedt mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Het Belgische recht wordt waar zinvol geplaatst tegen de achtergrond van Duits en Engels recht. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de mate waarin contracten en zakenrecht in Europa reeds uniform is en de mate waarin het eventueel meer uniform zou moeten en kunnen worden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Hoorcollege: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 12,00
|
Extra info | Het Belgisch deel vertegenwoordigt en weegt door voor 8 studiepunten oftewel 2/3. Het Europees deel vertegenwoordigt en weegt door voor 4 studiepunten, oftewel 1/3. De resultaten worden opgeteld zodat de student in totaal moet slagen, maar niet noodzakelijk voor elk van beide onderdelen.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Vermogensrecht in kort bestek,SAGAERT, V., TILLEMAN, B. en VERBEKE, A.-L.,2022,Antwerpen, Intersentia,9789400012769 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
| master in de rechten (equivalentieprogramma) | Keuze | 324 | 12,0 | 108 | 216 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In het blok Goederen- en bijzondere overeenkomstenrechtworden de elementaire concepten en inzichten in het Belgische zakenrecht en recht van de bijzondere overeenkomsten toegelicht vanuit rechtsvergelijkend en Europees perspectief. De materie is onderverdeeld in drie grote delen.
Het eerste deel gaat over eigendom en overeenkomsten tot overdracht van eigendom.
Eerst wordt een analyse gemaakt van de diverse soorten goederen, de zakelijke en de persoonlijke rechten en het numerus clausus beginsel van de zakelijke rechten. De koningin onder de zakelijke rechten is het eigendomsrecht. Principes als natrekking, zaakvervanging en de rechtsfiguren van mede-eigendom en appartementsmede-eigendom worden onderzocht. Daarop aansluitend komen de bijzondere overeenkomsten inzake overdracht van eigendom aan bod. In hoofdzaak wordt de koopovereenkomst bestudeerd. Daarnaast worden ook de kanscontracten en de dading besproken.
Het eerste deel over het Europees privaatrecht zal een inleiding geven in de methodiek van de rechtsvergelijking en ingaan op de grondslag en wenselijkheid van een harmonisatie of unificatie van het privaatrecht in Europa. Hier krijgen de methodes die een harmonisatie mogelijk maken aandacht. Hierbij wordt het contractenrecht zowel vanuit het internationaal perspectief behandeld alsook vanuit de gedachte van de consumentenbescherming op Europees niveau. Ook wordt aandacht besteed aan de productaansprakelijkheid.
In het tweede deel staan de beperkte zakelijke rechten en de overeenkomsten inzake genot van eigendom centraal. Eerst worden deze zakelijke rechten op zich besproken: erfdienstbaarheden, erfpacht en opstal. Bijzondere aandacht gaan naar het belangrijke recht van vruchtgebruik (en aansluitend het recht van gebruik en bewoning). Daarna volgen de bijzondere overeenkomsten inzake genot van eigendom, in hoofdzaak de huurovereenkomst (gemene huur, woninghuur en handelshuur). Huur wordt ook vergeleken met vruchtgebruik. Ook de contracten van lening, leasing en licentie zijn overeenkomst inzake genot van eigendom die hier worden uitgelegd. Het eigendomsrecht zal onderzocht worden vanuit de bescherming zoals opgenomen in het eerste protocol van de EVRM.
In het derde deel bespreken wij beperkingen aan eigendom en dienstencontracten. Beperkingen aan eigendom volgen burenhinder, EVRM, onteigening en rechtsmisbruik. Een aantal van die figuren komt ook terug bij de dienstencontracten. Met name bij het contract van aanneming. Daarbij aansluitend wordt de woningbouwwet bestudeerd. Tot slot volgen de contracten van bewaargeving, sekwester en lastgeving. Vanuit de gedachte dat men in Europa streeft naar harmonisatie behandelen wij ook de richtlijn consumentenkrediet en het nieuwe streven naar maximum harmonisatie binnen de EU.
De bespreking van elk dezer drie onderdelen geschiedt mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Het Belgische recht wordt waar zinvol geplaatst tegen de achtergrond van Duits en Engels recht. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de mate waarin contracten en zakenrecht in Europa reeds uniform is en de mate waarin het eventueel meer uniform zou moeten en kunnen worden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Hoorcollege: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 12,00
|
Extra info | Het Belgisch deel vertegenwoordigt en weegt door voor 8 studiepunten oftewel 2/3. Het Europees deel vertegenwoordigt en weegt door voor 4 studiepunten, oftewel 1/3. De resultaten worden opgeteld zodat de student in totaal moet slagen, maar niet noodzakelijk voor elk van beide onderdelen.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Vermogensrecht in kort bestek,SAGAERT, V., TILLEMAN, B. en VERBEKE, A.-L.,2022,Antwerpen, Intersentia,9789400012769 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
| exchange rechten Erasmus Belgica | Keuze | 324 | 12,0 | 108 | 216 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
In het blok Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht worden de elementaire concepten en inzichten in het Belgische zakenrecht en recht van de bijzondere overeenkomsten toegelicht vanuit rechtsvergelijkend en Europees perspectief. De materie is onderverdeeld in drie grote delen.
Het eerste deel gaat over eigendom en overeenkomsten tot overdracht van eigendom.
Eerst wordt een analyse gemaakt van de diverse soorten goederen, de zakelijke en de persoonlijke rechten en het numerus clausus beginsel van de zakelijke rechten. De koningin onder de zakelijke rechten is het eigendomsrecht. Principes als natrekking, zaakvervanging en de rechtsfiguren van mede-eigendom en appartementsmede-eigendom worden onderzocht. Daarop aansluitend komen de bijzondere overeenkomsten inzake overdracht van eigendom aan bod. In hoofdzaak wordt de koopovereenkomst bestudeerd. Daarnaast worden ook de kanscontracten en de dading besproken.
Het eerste deel over het Europees privaatrecht zal een inleiding geven in de methodiek van de rechtsvergelijking en ingaan op de grondslag en wenselijkheid van een harmonisatie of unificatie van het privaatrecht in Europa. Hier krijgen de methodes die een harmonisatie mogelijk maken aandacht. Hierbij wordt het contractenrecht zowel vanuit het internationaal perspectief behandeld alsook vanuit de gedachte van de consumentenbescherming op Europees niveau. Ook wordt aandacht besteed aan de productaansprakelijkheid.
In het tweede deel staan de beperkte zakelijke rechten en de overeenkomsten inzake genot van eigendom centraal. Eerst worden deze zakelijke rechten op zich besproken: erfdienstbaarheden, erfpacht en opstal. Bijzondere aandacht gaan naar het belangrijke recht van vruchtgebruik (en aansluitend het recht van gebruik en bewoning). Daarna volgen de bijzondere overeenkomsten inzake genot van eigendom, in hoofdzaak de huurovereenkomst (gemene huur, woninghuur en handelshuur). Huur wordt ook vergeleken met vruchtgebruik. Ook de contracten van lening, leasing en licentie zijn overeenkomst inzake genot van eigendom die hier worden uitgelegd. Het eigendomsrecht zal onderzocht worden vanuit de bescherming zoals opgenomen in het eerste protocol van de EVRM.
In het derde deel bespreken wij beperkingen aan eigendom en dienstencontracten. Beperkingen aan eigendom volgen burenhinder, EVRM, onteigening en rechtsmisbruik. Een aantal van die figuren komt ook terug bij de dienstencontracten. Met name bij het contract van aanneming. Daarbij aansluitend wordt de woningbouwwet bestudeerd. Tot slot volgen de contracten van bewaargeving, sekwester en lastgeving. Vanuit de gedachte dat men in Europa streeft naar harmonisatie behandelen wij ook de richtlijn consumentenkrediet en het nieuwe streven naar maximum harmonisatie binnen de EU.
De bespreking van elk dezer drie onderdelen geschiedt mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Het Belgische recht wordt waar zinvol geplaatst tegen de achtergrond van Duits en Engels recht. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de mate waarin contracten en zakenrecht in Europa reeds uniform is en de mate waarin het eventueel meer uniform zou moeten en kunnen worden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Hoorcollege: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Belgisch zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
Onderwijsgroep: Europees zaken- en contractenrecht ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 12,00
|
Extra info | Het Belgisch goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht vertegenwoordigt en weegt door voor 8 studiepunten oftewel 2/3. Het Europese deel vertegenwoordigt en weegt door voor 4 studiepunten, oftewel 1/3. De resultaten worden opgeteld zodat de student in totaal moet slagen, maar niet noodzakelijk voor elk van beide onderdelen.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Vermogensrecht in kort bestek,SAGAERT, V., TILLEMAN, B. en VERBEKE, A.-L.,2022,Antwerpen, Intersentia,9789400012769 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|