Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de architectuur | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De student kan kritisch, onderbouwd en met een sterke beeldende en ruimtelijke gevoeligheid reflecteren over de bestaande omgeving en ingrepen hierin. | - EC
| De student is in staat om onder begeleiding en binnen een afgebakende context en gedefinieerde randvoorwaarden maatschappelijke vragen te analyseren en te vertalen naar een architecturaal concept en naar een ruimtelijk samenhangend ontwerp, rekening houdend met economische, ecologische, sociale, historische en esthetische dimensies. | - EC
| De student brengt in het ontwerpen bouwkundige, architectuurwetenschappelijke, menswetenschappelijke en cultureel-artistieke kennis en inzichten op effectieve wijze tot synthese, waarbij het gebruik steeds centraal staat. | - EC
| De student kan onderzoeksmethoden selecteren, toepassen en integreren in het ontwerpproces en kan onderzoeksdata verzamelen, verwerken en interpreteren, en op gerichte en kritische wijze omgaan met bronmateriaal. | - EC
| De student is in staat om onder begeleiding ontwerpend onderzoek te verrichten. | - EC
| De student kan een architecturaal concept, ontwerp, ontwerpproces en onderzoeksdata creatief en overtuigend communiceren, gebruikmakend van de gepaste communicatie- en visualisatietechnieken, zowel handmatig als digitaal. | - EC
| De student kan kritisch reflecteren over de eigen ontwerpvaardigheden en omgaan met kritiek van anderen om zo eigen werk, visie en proces bij te sturen. | - EC
| De student heeft inzicht in de rol en betekenis van architectuur in de samenleving en kan via architectuur in dialoog treden over ethische, culturele, maatschappelijke en esthetische kwesties. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit 2 delen:
STEDENBOUW: Het opzet is het leren beschrijven en verklaren van verstedelijkingsprocessen in Vlaanderen. Elke les behandelt één verstedelijkingstype. Het situeert dit proces in een historische context, beschrijft het onderliggende systeem en traceert de achterliggende principes. Reflecteert uiteindelijk over de uitdagingen van elk type en hoe we hierover een debat kunnen opstarten. Het vertrektpunt is telkens Limburg, het eindpunt een vertaling naar Vlaanderen en Europa. Er wordt gewerkt met gastdocenten met een expertise in stedenbouwkundige geschiedenis van Limburg. Een practicum moet de studenten helpen om hen voor te bereiden op de ontwerpstudio's 3 & 4.
ECOLOGIE: De centrale vraagstelling waar rond de cursus is opgebouwd betreft de verhouding tussen de ruimte en maatschappij en hoe in de ruimte als een ecologisch systeem mensen en dingen met elkaar in interactie treden. Vanuit verschillende modules wordt telkens een specifiek aspect van deze verhouding bestudeerd:
- Inleiding: mijn rol in het vormgeven van de ruimte (bv. maakbaarheid, activisme, De Certeau, Tuan, Boomkens e.a.), de reflectieve praktijkonderzoeker (Forester, Schön) en inleiding tot werkwijze van deze cursus
- De rol en deelname van de mens in het vormgeven van de ruimte (Lefèbvre, Jacobs, De Bie, Team 10 etc.)
- De rol van de dingen (dingen en netwerken, bv. Latour en Yaneva, Marres etc.)
- Ruimte, media en netwerken (bv. Castells, Boerri, De Waal)
- Ruimte en politiek (bv. Arnstein, politiek, macht en besluitvorming)
- Ruimte, arbeid en economie (bv. Arendt, Moulaert)
- De duurzame ruimte (bv. Papanek, ecologie - toekomst)
De cursus is thematisch opgebouwd waarbij elk thema door de tijd heen behandeld wordt. Elk thema wordt aangevuld met actuele ontwerpvoorbeelden en benaderingen en door de student mee ter discussie gesteld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
Andere: | Evaluatie op basis van het practicum dat de student maakt binnen het opo |
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | - Het practicum dient tijdig te worden ingediend volgens de afspraken op Blackboard. - De student dient zowel voor het practicum als het examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | - Bij laattijdig of niet indienen van het practiucum mag de student niet deelnemen aan het examen. - Wanneer de student op het practicum of op het examen minder dan 8/20 behaalt, wordt dit laagste cijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans, en moet hij/zij het volledige opleidingsonderdeel hernemen. |
|
|
|
Extra info | Het cijfer per student wordt gebaseerd op een groepscijfer voor het groepsgedeelte, aangepast per student obv self and peer assessment, en een individueel cijfer voor het individueel gedeelte. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusteksten, readers en presentaties zijn beschikbaar op blackboard |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma master in de architectuur | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit 2 delen:
STEDENBOUW: Het opzet is het leren beschrijven en verklaren van verstedelijkingsprocessen in Vlaanderen. Elke les behandelt één verstedelijkingstype. Het situeert dit proces in een historische context, beschrijft het onderliggende systeem en traceert de achterliggende principes. Reflecteert uiteindelijk over de uitdagingen van elk type en hoe we hierover een debat kunnen opstarten. Het vertrektpunt is telkens Limburg, het eindpunt een vertaling naar Vlaanderen en Europa. Er wordt gewerkt met gastdocenten met een expertise in stedenbouwkundige geschiedenis van Limburg. Een practicum moet de studenten helpen om hen voor te bereiden op de ontwerpstudio's 3 & 4.
ECOLOGIE: De centrale vraagstelling waar rond de cursus is opgebouwd betreft de verhouding tussen de ruimte en maatschappij en hoe in de ruimte als een ecologisch systeem mensen en dingen met elkaar in interactie treden. Vanuit verschillende modules wordt telkens een specifiek aspect van deze verhouding bestudeerd:
- Inleiding: mijn rol in het vormgeven van de ruimte (bv. maakbaarheid, activisme, De Certeau, Tuan, Boomkens e.a.), de reflectieve praktijkonderzoeker (Forester, Schön) en inleiding tot werkwijze van deze cursus
- De rol en deelname van de mens in het vormgeven van de ruimte (Lefèbvre, Jacobs, De Bie, Team 10 etc.)
- De rol van de dingen (dingen en netwerken, bv. Latour en Yaneva, Marres etc.)
- Ruimte, media en netwerken (bv. Castells, Boerri, De Waal)
- Ruimte en politiek (bv. Arnstein, politiek, macht en besluitvorming)
- Ruimte, arbeid en economie (bv. Arendt, Moulaert)
- De duurzame ruimte (bv. Papanek, ecologie - toekomst)
De cursus is thematisch opgebouwd waarbij elk thema door de tijd heen behandeld wordt. Elk thema wordt aangevuld met actuele ontwerpvoorbeelden en benaderingen en door de student mee ter discussie gesteld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
Andere: | Evaluatie op basis van het practicum dat de student maakt binnen het opo |
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | - Het practicum dient tijdig te worden ingediend volgens de afspraken op Blackboard. - De student dient zowel voor het practicum als het examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | - Bij laattijdig of niet indienen van het practicum mag de student niet deelnemen aan het examen. - Wanneer de student op het practicum of op het examen minder dan 8/20 behaalt, wordt dit laagste cijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans, en moet hij/zij het volledige opleidingsonderdeel hernemen. |
|
|
|
Extra info | Het cijfer per student wordt gebaseerd op een groepscijfer voor het groepsgedeelte, aangepast per student obv self and peer assessment, en een individueel cijfer voor het individueel gedeelte. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusteksten, readers en presentaties zijn beschikbaar op blackboard |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma architectuur jaar 2 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit 2 delen:
STEDENBOUW: Het opzet is het leren beschrijven en verklaren van verstedelijkingsprocessen in Vlaanderen. Elke les behandelt één verstedelijkingstype. Het situeert dit proces in een historische context, beschrijft het onderliggende systeem en traceert de achterliggende principes. Reflecteert uiteindelijk over de uitdagingen van elk type en hoe we hierover een debat kunnen opstarten. Het vertrektpunt is telkens Limburg, het eindpunt een vertaling naar Vlaanderen en Europa. Er wordt gewerkt met gastdocenten met een expertise in stedenbouwkundige geschiedenis van Limburg. Een practicum moet de studenten helpen om hen voor te bereiden op de ontwerpstudio's 3 & 4.
ECOLOGIE: De centrale vraagstelling waar rond de cursus is opgebouwd betreft de verhouding tussen de ruimte en maatschappij en hoe in de ruimte als een ecologisch systeem mensen en dingen met elkaar in interactie treden. Vanuit verschillende modules wordt telkens een specifiek aspect van deze verhouding bestudeerd:
- Inleiding: mijn rol in het vormgeven van de ruimte (bv. maakbaarheid, activisme, De Certeau, Tuan, Boomkens e.a.), de reflectieve praktijkonderzoeker (Forester, Schön) en inleiding tot werkwijze van deze cursus
- De rol en deelname van de mens in het vormgeven van de ruimte (Lefèbvre, Jacobs, De Bie, Team 10 etc.)
- De rol van de dingen (dingen en netwerken, bv. Latour en Yaneva, Marres etc.)
- Ruimte, media en netwerken (bv. Castells, Boerri, De Waal)
- Ruimte en politiek (bv. Arnstein, politiek, macht en besluitvorming)
- Ruimte, arbeid en economie (bv. Arendt, Moulaert)
- De duurzame ruimte (bv. Papanek, ecologie - toekomst)
De cursus is thematisch opgebouwd waarbij elk thema door de tijd heen behandeld wordt. Elk thema wordt aangevuld met actuele ontwerpvoorbeelden en benaderingen en door de student mee ter discussie gesteld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
Andere: | Evaluatie op basis van het practicum dat de student maakt binnen het opo |
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | een score van minimum 10 op 20 |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | - Het practicum dient tijdig te worden ingediend volgens de afspraken op Blackboard. - De student dient zowel voor het practicum als het examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | - Bij laattijdig of niet indienen van het practicum mag de student niet deelnemen aan het examen. - Wanneer de student op het practicum of op het examen minder dan 8/20 behaalt, wordt dit laagste cijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans, en moet hij/zij het volledige opleidingsonderdeel hernemen. |
|
|
|
Extra info | Het cijfer per student wordt gebaseerd op een groepscijfer voor het groepsgedeelte, aangepast per student obv self and peer assessment, en een individueel cijfer voor het individueel gedeelte. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusteksten, readers en presentaties zijn beschikbaar op blackboard |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|