Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakel IW Bouwkunde: pba bouw - deel 1 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie - gemeenschappelijk | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 3 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 3 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektronica-ICT - deel 1 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Energie - deel 3 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW informatica - deel 1 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Nucleaire technologie - gemeenschappelijk - deel 1 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.6 De student kent de basisbegrippen van mechanica en fysica. | | | - BC
| definieert fysische begrippen uit trillingen, golven, geluid en fysische optica. | | | - BC
| benoemt de eenheden van deze begrippen. | | | - BC
| formuleert fysische vergelijkingen uit trillingen, golven, geluid en fysische optica. | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.6 De student heeft inzicht in de basisbegrippen van mechanica en fysica. | | | - BC
| leidt fysische vergelijkingen en wetmatigheden uit trillingen, golven, geluid en fysische optica. Beschrijft daarbij de veronderstellingen, geeft een situatieschets met vermelding van de gebruikte grootheden, beargumenteert de verschillende stappen van de afleiding en interpreteert het resultaat. | | | - BC
| verklaart fysische verschijnselen en principes (in praktische toepassingen) uit trillingen, golven, geluid en fysische optica op basis van zijn inzicht in de fysische begrippen, vergelijkingen en wetmatigheden. | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| vertaalt iedere opgave van oefeningen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | - DC
| 5.10 De student kan toepassingsgerichte opgaven uit de mechanica en de fysica analyseren. | | | - BC
| vertaalt iedere opgave van oefeningen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| zondert het gevraagde af in formulevorm. | | - DC
| 6.11 De student kan toepassingsgerichte opgaven uit de mechanica en de fysica oplossen.
| | | - BC
| kiest op basis van zijn inzicht in de fysische grootheden en wetmatigheden een geschikte aanpak voor het oplossen van oefeningen. | | | - BC
| lost oefeningen op door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van fysische vergelijkingen en wetmatigheden en van wiskundige technieken. Hij toont hierbij product (resultaat/oplossing) en proces (werkwijze/argumentatie). | | | - BC
| hanteert op een correcte manier de regels van het afronden van (tussen-)resultaten. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| kijkt elk resultaat van een oefening na en toetst af of deze oplossing overeen kan komen met de werkelijkheid. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen.
| | | - BC
| neemt bij resultaten die sterk afwijkend zijn van de verwachte waarde zelf initiatief om de oplossingsstrategie van oefeningen te herevalueren. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context.
| | | - BC
| hanteert op een correcte manier de regels van het afronden van resultaten. | - EC
| EC9 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| schrijft op gestructureerde wijze zijn antwoord op de theorievragen en de oefeningen en geeft hierbij de veronderstellingen en/of een situatieschets met vermelding van de gebruikte grootheden. Hij beargumenteert de verschillende stappen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De studenten moet een aantal fysische begrippen kennen en begrijpen uit de mechanica: eenheden en grootheden, vectorrekenen, kinematische en dynamische grootheden en wetmatigheden, energie. De studenten moeten een aantal wiskundige begrippen en technieken onder de knie hebben: integraalrekenen, differentiaalrekenen, goniometrische begrippen en regels.
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten een diepgaand inzicht bij te brengen in een aantal domeinen van de fysica: - Trillingen - Golfbeweging - Geluid - Elektromagnetisme - Interferentie - Buiging - Polarisatie
Naast het inhoudelijke aspect stelt het opleidingsonderdeel zich evenzeer tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken, een vaardigheid die bij industrieel ingenieurs zeker niet mag ontbreken en dit zowel op theoretisch als op praktisch gebied. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Een rekenmachine mag op het examen enkel gebruikt worden op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. Enkel het op het examen uitgedeelde formularium mag vrij gebruikt worden. |
|
|
|
Extra info | Theorie (60%) en oefeningen (40%). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Fysica schakel,D.C. Giancoli (samengesteld door Els Wieërs en Stan Wouters),Pearson Education Ltd.,9789043041232,inclusief MyLab |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie (applets, presentaties, interactieve oefeningen en toetsvragen via MyLab en internetlinks) die de leerstof illustreert en verduidelijkt. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Physics for Scientists and Engineers,Raymond A. Serway; John Jewett,8,Brooks/Cole,9781439048467 |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid:
Dit opleidingsonderdeel steunt op mechanica schakel en vormt een basis voor meer toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals toegepaste chemie, trillingsleer,...
Relatie met onderzoek: Binnen dit opleidingsonderdeel worden belangrijke onderzoekscompetenties bijgebracht: probleemstelling formuleren, probleemoplossend werken en kritische reflectie.
Relatie met werkveld : Fysica is een van de basiswetenschappen. Er is dus geen directe link met het werkveld. Maar voldoende kennis en inzicht in de wetmatigheden van de fysica vormt de basis voor de meer toepassingsgerichte opleidingsonderdelen uit de hogere jaren. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|