Geïntegreerd project automatisering elektrotechniek (2835) | Contactpersoon : | ing. Sofie KNOOPS |
Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 3 | Overgangscurriculum | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
schakel IW Energie - deel 3 | Overgangscurriculum | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| De student kent de regelgeving voor het bouwen van een veilige machine, kent de installatie regels voor het opbouwen van een veldbus, kent de basisbeginselen van de pneumatiek. | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.4 De student inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| De student is in staat om voor een bestaande machine een industriële sturing (PLC / Netwerk / HMI) op te bouwen. | - EC
| EC3 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student is in staat om de uit te voeren werken te plannen binnen de afgesproken termijn en eventueel de planning bij te stellen in de loop van het project zonder de einddatum uit het oog te verliezen. | - EC
| EC4 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student is in staat om de relevante gegevens en parameters uit de machine te halen om een complete industriële sturing op te bouwen. | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren. | | | - BC
| Is in staat een correcte simulatie voor het in ontwerp zijnde proces op te bouwen. | | | - BC
| Is in staat de ontwerpopgave te analyseren, interpreteren op basis van een lastenboek, energie efficiëntie, kabelberekening,
veiligheidseisen. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.1 De student kan een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces ontwerpen. | | | - BC
| Is in staat om zelfstandig een industriële sturing PLC / netwerk/ HMI te maken voor een industriële machine | - EC
| EC7 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| EM 7.1 De student kan het ontwerp voor een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces implementeren met behulp van gepaste
soft- en hardwaretools. | | | - BC
| Is in staat om de ontworpen industriële sturing (PLC /Netwerk / HMI) te integreren in een bestaand industriële machine zodat deze kan werken zoals in de opdracht voorgeschreven is. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student moet mogelijke (deel)oplossingen productiemethodes ... kritisch evalueren | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen.
| | | - BC
| Is gedreven om het ontwerp voortdurend te testen en te optimaliseren om uiteindelijk een zo optimaal mogelijk resultaat te
bekomen. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context.
| | | - BC
| Is gedreven om het ontwerp voortdurend te testen en te optimaliseren om uiteindelijk een zo optimaal mogelijk resultaat te
bekomen. | - EC
| EC9 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| Gaat voortdurend in overleg met de medestudenten om vertrekkend vanuit de verschillende deelmachines één correct werkende
machine te maken. | | | - BC
| Gaat regelmatig in overleg met de opdrachtgever om een eindresultaat te bekomen dan voldoet aan de eisen van de opdrachtgever. | - EC
| EC10 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De studenten dienen het ontwerp in teamverband uit te voeren. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De studenten kan werken in een team van meerdere personen, kan de rol van teamlid en of leider op zich nemen, heeft inzicht in
zijn teamrol als functie van het geheel. | | - DC
| 10.4 De student kan samenwerken binnen een multidisciplinair team. | | | - BC
| Moet samen met de collega studenten zorgen voor een correct werkende machine als eindresultaat | - EC
| EC12 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| Is in staat om volledig zelfstandig (maar ook in groep) en volledige machine sturing (PLC/Netwerk/HMI) te ontwerpen, uit te testen
en te optimaliseren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit is een opleidingsonderdeel uit het overgangscurriculum. De inhoud komt overeen met een deel van het opleidingsonderdeel 4700 Geïntegreerd project - Automatisering (9SP). De planning van de te volgen delen wordt ter beschikbaar gesteld van de student. Volgende thema's komen aan bod:
DEEL1: Communicatie
Het aandeel 'communicatie' ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van zowel bij academische vaardigheden als professionele competenties. De topics die aan bod komen zijn schrijfvaardigheid, presenteren en visualiseren.
DEEL2: Achtergronden en kadering van de ontwerpopdrachten 'elektrische sturing' & 'automatische sturing'
DEEL3: Elektrische sturing ontwerpen (project)
Het ontwerpen van de elektrische besturing van geautomatiseerde installaties is een zeer complex gegeven, waarin zeer vele deelaspecten van een "automatiseringsontwerp" verweven zijn. 1. Regels en normen aangaande het ontwerp van elektrische installaties voor geautomatiseerde processen 2. Documenten gebruikt door ontwerpers, monteurs, onderhoudspersoneel 3. Symboliek in gebruik bij elektrische schema's 4. Dimensioneringsberekeningen voor kabels, automaten, beveiligingen 5. Bedienpanelen , conventionele-, programmeerbare-, SCADA 6. Sensoren en aansluitmogelijkheden 7. Actuatoren besturings- en aansluitmogelijkheden 8. Veiligheidskringen, regelgeving en bedradingen 9. Vermogensturingen met relais, PLC en remote I/O 10. LAN-netwerken en hun integratie in automatische sturingen 11. Voorbeeldschema van geautomatiseerde installatie Door het projectmatig werken aan een ontwerp in een kleine groep van twee à drie studenten die rapporteren aan de opdrachtgever leert men ook in team of als verantwoordelijke van een groep te functioneren.
DEEL4: Automatisch sturing ontwerpen (project)
De student krijgt van de docent een ontwerpopdracht. Onder begeleiding van de begeleidende docenten en met de kennis van de technische vakken uit de academische bachelor moet hij komen tot een volledig afgewerkte, wekende automatische sturing van een industriële installatie. 1. PLC configuratie 2. IO configuratie 3. Netwerkconfiguratie 4. Safety 5. Human Machine Interface 6. Programmatie IEC61131-3 7. De werking van de sturing wordt grondig getest doormiddel van een professionele simulatie van de industriële installatie
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
Andere: | Eindbespreking van het ontwerpdossier met jury |
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Andere: | mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen tweede examenkans voor het gedeelte omtrent communicatie. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. De student dient op elk van de afzonderlijke deeltaken (methodisch ontwerpen, communicatie, mechanisch ontwerp, automatische sturing, elektrisch ontwerp) minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. |
|
|
|
Gevolg | 1. Een student die op 1 of meerdere van de deeltaken minder dan 8/20 scoort kan maximaal een 9/20 behalen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. |
|
|
|
Extra info | Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen. Overdracht van een deelcijfer naar volgend academiejaar: Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van één of meer van de subdelen naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde voor dit onderdeel. De student kan er voor kiezen om dit deel toch te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het subdeel opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. Voor het gedeelte Communicatie is er enkel een tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output. De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de evaluaties tijdens de contacturen. 2. Voor de andere delen (methodisch ontwerpen, energetisch ontwerp, elektrisch en automatiseringsontwerp) is de evaluatievorm tijdens de tweede examenkans volledig gelijk aan deze van de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|