Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Basisbegrippen in de wiskunde (4544)
|
4.0 stptn |
|
|
Lineaire algebra (3983)
|
4.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de wiskunde | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | - EC
| EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...) | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven | - EC
| EC 6: De bachelor Wiskunde kan de reeds verworven kennis integreren in nieuwe wiskundige onderwerpen. Hij/zij begrijpt de samenhang tussen onderwerpen | - EC
| EC 14: De bachelor Wiskunde heeft een kritische ingesteldheid en een onderzoekshouding.
| - EC
| EC 16: De bachelor Wiskunde is in staat te plannen, hij/zij heeft inzicht in zijn leerproces en kan dit evalueren en bijsturen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student voldoet aan de begincompetenties van Lineaire algebra alsook:
- De student heeft kennis van wiskundige relaties en partities, van kardinaliteit van verzamelingen en kan aftelbare verzamelingen herkennen. (zoals behandeld in Basisbegrippen voor algebra en analyse) - De student kent de axiomatische bouw van Q, R, C (zoals behandeld inBasisbegrippen voor algebra en analyse) - De student heeft kennis van modulo rekenen. (zoals behandeld in Basisbegrippen in de wiskunde) - De student heeft basiskennis groepentheorie (het begrip groep en groephomomorfisme, elementaire eigenschappen ervan (uniciteit, etc.), eindige groepen en ondergroepen, de Stelling van Lagrange, permutatiegroepen en cyclische groepen, etc.) (zoals behandeld in Basisbegrippen voor algebra en analyse) - De student heeft een grondige kennis van de theorie van de vectorruimten (deelruimte, voortbrengende en vrije delen, basis, dimensiestellingen) en kan deze toepassen, o.a. op de rij- en kolomruimte van een matrix. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student is vertrouwd met de begrippen en eigenschappen van lineaire afbeeldingen, in het bijzonder met hun matrixvoorstelling, en weet hoe deze laatste wijzigt onder een basisverandering. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student heeft een grondige kennis van de theorie van eigenvectoren en eigenwaarden van een endomorfisme T en kent toepassingen, onder andere in verband met de diagonaliseerbaarheid van T en meer algemeen met de Jordanvorm van T. Deze laatste dient enkel met Mathematica berekend te worden. De student kent de stelling van Hamilton-Cayley en haar toepassingen. De student kent de werking van Google-paginarangschikking. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student is vertrouwd met de algemene theorie (inclusief toepassingen) van de inproductruimten, in het bijzonder met de orthogonalisatiemethode van Gram-Schmidt en met de spectraalstelling en andere eigenschappen van hermitische en unitaire operatoren. De student kent ook de classificatie van de orthogonale transformaties in het vlak en in de driedimensionale ruimte. (zoals behandeld in Lineaire algebra)
|
|
|
1. De student kent de begrippen normaaldeler en quotientgroep. Hij/zij kent basiskenmerken ervan, kent de eerste isomorfiestelling, en kan deze toepassen. 2. De student weet wat een groepactie is en kent de basiseigenschappen ervan, i.h.b. de orbitstelling en de classificatie van transitieve acties. Hij/zij kan deze eigenschappen toepassen. 3. De student kent de theorie van Sylowdeelgroepen, i.h.b. de Sylowstellingen, en kan deze toepassen. 4. De student kent het direct product van groepen en basiskenmerken ervan. Hij/zij is vertrouwd met de hoofdstelling van de eindige abelse groepen. 5. De student kent het semidirect product van groepen en basiskenmerken ervan. Hij/zij kent de theorie van semidirecte producten van cyclische groepen en kan deze gebruiken. De student kent de hoofdstelling van de eindige abelse groepen. 6. De student kent de begrippen afgeleide groep en oplosbare groep en basiseigenschappen ervan. 7. De student kent de basisbegrippen en eigenschappen van de commutatieve ringtheorie, met inbegrip van idealen, isomorfiestellingen, breukenringen, hoofdideaalringen, Noetherringen. 8. De student kent de deelbaarheidstheorie in factorieelringen, alsook de theorie van de uitbreidingen van velden en kan deze toepassen. 9. De student kan bewijzen opstellen in het kader van de begrippen en eigenschappen die voorkomen in de andere eindtermen (inclusief bewijzen uit de cursus).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Extra info | Schriftelijk examen over theorie en oefeningen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 100% schriftelijk examen |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Algebra,Michael Artin,Pearson,9780130047632
- Algebra,P. M. Cohn,2,Wiley,9780471101697
- Basic Algebra I,Nathan Jacobson,2,Dover Publications,9780486471891
- Galois Theory,Ian Nicholas Stewart,4,Chapman and Hall/CRC,9781482245820
|
|
|
|
|
|
| 2de bachelorjaar in de fysica optie twin | Verbreding | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 7: De bachelor Fysica kan de in de fysica gebruikte wiskundige methodes toepassen en beschikt over een goede rekenvaardigheid, met inbegrip van computationele technieken en programmeervaardigheden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student voldoet aan de begincompetenties van Lineaire algebra alsook:
- De student heeft kennis van wiskundige relaties en partities, van kardinaliteit van verzamelingen en kan aftelbare verzamelingen herkennen. (zoals behandeld in Basisbegrippen voor algebra en analyse) - De student kent de axiomatische bouw van Q, R, C (zoals behandeld inBasisbegrippen voor algebra en analyse) - De student heeft kennis van modulo rekenen. (zoals behandeld in Basisbegrippen in de wiskunde) - De student heeft basiskennis groepentheorie (het begrip groep en groephomomorfisme, elementaire eigenschappen ervan (uniciteit, etc.), eindige groepen en ondergroepen, de Stelling van Lagrange, permutatiegroepen en cyclische groepen, etc.) (zoals behandeld in Basisbegrippen voor algebra en analyse) - De student heeft een grondige kennis van de theorie van de vectorruimten (deelruimte, voortbrengende en vrije delen, basis, dimensiestellingen) en kan deze toepassen, o.a. op de rij- en kolomruimte van een matrix. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student is vertrouwd met de begrippen en eigenschappen van lineaire afbeeldingen, in het bijzonder met hun matrixvoorstelling, en weet hoe deze laatste wijzigt onder een basisverandering. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student heeft een grondige kennis van de theorie van eigenvectoren en eigenwaarden van een endomorfisme T en kent toepassingen, onder andere in verband met de diagonaliseerbaarheid van T en meer algemeen met de Jordanvorm van T. Deze laatste dient enkel met Mathematica berekend te worden. De student kent de stelling van Hamilton-Cayley en haar toepassingen. De student kent de werking van Google-paginarangschikking. (zoals behandeld in Lineaire algebra) - De student is vertrouwd met de algemene theorie (inclusief toepassingen) van de inproductruimten, in het bijzonder met de orthogonalisatiemethode van Gram-Schmidt en met de spectraalstelling en andere eigenschappen van hermitische en unitaire operatoren. De student kent ook de classificatie van de orthogonale transformaties in het vlak en in de driedimensionale ruimte. (zoals behandeld in Lineaire algebra)
|
|
|
1. De student kent de begrippen normaaldeler en quotientgroep. Hij/zij kent basiskenmerken ervan, kent de eerste isomorfiestelling, en kan deze toepassen. 2. De student weet wat een groepactie is en kent de basiseigenschappen ervan, i.h.b. de orbitstelling en de classificatie van transitieve acties. Hij/zij kan deze eigenschappen toepassen. 3. De student kent de theorie van Sylowdeelgroepen, i.h.b. de Sylowstellingen, en kan deze toepassen. 4. De student kent het direct product van groepen en basiskenmerken ervan. Hij/zij is vertrouwd met de hoofdstelling van de eindige abelse groepen. 5. De student kent het semidirect product van groepen en basiskenmerken ervan. Hij/zij kent de theorie van semidirecte producten van cyclische groepen en kan deze gebruiken. De student kent de hoofdstelling van de eindige abelse groepen. 6. De student kent de begrippen afgeleide groep en oplosbare groep en basiseigenschappen ervan. 7. De student kent de basisbegrippen en eigenschappen van de commutatieve ringtheorie, met inbegrip van idealen, isomorfiestellingen, breukenringen, hoofdideaalringen, Noetherringen. 8. De student kent de deelbaarheidstheorie in factorieelringen, alsook de theorie van de uitbreidingen van velden en kan deze toepassen. 9. De student kan bewijzen opstellen in het kader van de begrippen en eigenschappen die voorkomen in de andere eindtermen (inclusief bewijzen uit de cursus).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Extra info | Schriftelijk examen over theorie en oefeningen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 100% schriftelijk examen |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Algebra,Michael Artin,Pearson,9780130047632
- Algebra,P. M. Cohn,2,Wiley,9780471101697
- Basic Algebra I,Nathan Jacobson,2,Dover Publications,9780486471891
- Galois Theory,Ian Nicholas Stewart,4,Chapman and Hall/CRC,9781482245820
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|