Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Elektromagnetisme (0174)
|
5.0 stptn |
|
|
Geavanceerde meetmethodes (2140)
|
6.0 stptn |
|
|
Kwantummechanica 1 (1442)
|
4.0 stptn |
|
|
Mechanica (3322)
|
5.0 stptn |
|
|
Optics (3761)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Elektromagnetisme (0174)
|
5.0 stptn |
|
|
Functional- and Fourieranalysis (3985)
|
4.0 stptn |
|
|
Geavanceerde meetmethodes (2140)
|
6.0 stptn |
|
|
Kwantummechanica 1 (1442)
|
4.0 stptn |
|
|
Mechanica (3322)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de fysica | Verplicht | 216 | 8,0 | 216 | 8,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 3: De bachelor Fysica kan modellen en technieken uit de fysica en andere wetenschappelijke domeinen gebruiken voor het oplossen van multidisciplinaire problemen. | - EC
| EC 4: De bachelor Fysica kan de belangrijke experimentele technieken op een adequate wijze uitvoeren en hier kritisch over reflecteren. | - EC
| EC 5: De bachelor Fysica maakt kennis met recent internationaal wetenschappelijk onderzoek, kan internationale wetenschappelijke bronnen raadplegen en de betrouwbaarheid ervan correct inschatten. | - EC
| EC 6: De bachelor Fysica kan, onder begeleiding, de aangeleerde kennis en inzichten aanwenden om wetenschappelijke onderzoek uit te voeren. | - EC
| EC 8: De bachelor Fysica kan zelfstandig en zelfsturend basiskennis verwerven in nieuwe domeinen. | - EC
| EC 11: De bachelor Fysica kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een team. | - EC
| EC 12: De bachelor Fysica kan correct en gepast communiceren, rapporteren en presenteren aan vakgenoten. | - EC
| EC13: De bachelor Fysica heeft inzicht in de maatschappelijke en historische context van de fysica. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basis experimentele vaardigheden en is vertrouwd met standaard elektrische en optische metingen. Hij/zij heeft verder een grondige kennis van elektromagnetisme, optica en klassieke en kwantummechanica.
|
|
|
1.De student kan een experimenteel project uitvoeren onder leiding van een staflid 2.De student kan een wetenschappelijk verslag schrijven volgens de structuur van een wetenschappelijke publicatie. 3.De student kan de wetenschappelijke bevindingen van het project meedelen in een mondelinge presentatie.
|
|
|
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 8,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
Andere: | Presentatie + beantwoorden van vragen |
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Extra info | 1. Peerfeedback (feedback tussen studenten)
Er wordt een bijeenkomst voorzien waarop de studenten hun presentatie kunnen oefenen voor hun medestudenten. Studenten worden verwacht hierop aanwezig te zijn. Tijdens deze oefenpresentatie wordt van studenten tevens gevraagd dat ze mondelinge feedback geven over de presentatie (inhoud en aanpak) van hun medestudenten. Deze peerfeedback kunnen studenten meenemen in voorbereiding op de finale presentatie.
Studenten dienen daarnaast ook schriftelijke feedback te geven aan de medestudent met wie ze in duo samenwerken aan het project. Van iedere student wordt halfweg het project een beknopt verslag over de samenwerking verwacht. Dan hebben studenten reeds ervaren hoe de samenwerking verloopt en hebben ze nog de ruimte om te verbeteren. De promotor wordt geacht deze peerfeedback mee in rekening te brengen in de evaluatie van het proces.
Richtlijnen over het geven van de mondelinge en schriftelijke peerfeedback worden verstrekt tijdens een aparte, voorafgaandelijke sessie. Voor de schriftelijke feedback worden ook een aantal gestructureerde richtvragen opgesteld ten behoeve van de studenten.
2. Tussentijdse feedback van de promotor
Studenten hebben recht op 1 keer feedback van hun promotor op elk onderdeel van het verslag.
3. Feedback na afronding van het project
Na afloop van de examenperiode of bij aanvang van het derde bachelorjaar kan, op vrijblijvende basis, een terugkommoment worden voorzien waarin studenten van hun promotor feedback krijgen op hun project. Dergelijke feedback kunnen studenten meenemen bij de uitwerking van het Eindproject. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Alleen het verslag en de presentatie kunnen tijdens de tweede examenkans worden hernomen. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Literatuur voor het project wordt gedeeltelijk door het begeleidende staflid ter beschikking gesteld. Aanvullende literatuur wordt door de studenten zelf verworven in de loop van het project. |
|
|
|
|
|
| bachelor in de wiskunde - verbreding twin | Verbreding | 216 | 8,0 | 216 | 8,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basis experimentele vaardigheden en is vertrouwd met standaard elektrische en optische metingen. Hij/zij heeft verder een grondige kennis van elektromagnetisme, optica en klassieke en kwantummechanica.
|
|
|
1.De student kan een experimenteel project uitvoeren onder leiding van een staflid 2.De student kan een wetenschappelijk verslag schrijven volgens de structuur van een wetenschappelijke publicatie. 3.De student kan de wetenschappelijke bevindingen van het project meedelen in een mondelinge presentatie.
|
|
|
|
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 8,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
Andere: | Presentatie + beantwoorden van vragen |
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
|
Extra info | 1. Peerfeedback (feedback tussen studenten)
Er wordt een bijeenkomst voorzien waarop de studenten hun presentatie kunnen oefenen voor hun medestudenten. Studenten worden verwacht hierop aanwezig te zijn. Tijdens deze oefenpresentatie wordt van studenten tevens gevraagd dat ze mondelinge feedback geven over de presentatie (inhoud en aanpak) van hun medestudenten. Deze peerfeedback kunnen studenten meenemen in voorbereiding op de finale presentatie.
Studenten dienen daarnaast ook schriftelijke feedback te geven aan de medestudent met wie ze in duo samenwerken aan het project. Van iedere student wordt halfweg het project een beknopt verslag over de samenwerking verwacht. Dan hebben studenten reeds ervaren hoe de samenwerking verloopt en hebben ze nog de ruimte om te verbeteren. De promotor wordt geacht deze peerfeedback mee in rekening te brengen in de evaluatie van het proces.
Richtlijnen over het geven van de mondelinge en schriftelijke peerfeedback worden verstrekt tijdens een aparte, voorafgaandelijke sessie. Voor de schriftelijke feedback worden ook een aantal gestructureerde richtvragen opgesteld ten behoeve van de studenten.
2. Tussentijdse feedback van de promotor
Studenten hebben recht op 1 keer feedback van hun promotor op elk onderdeel van het verslag.
3. Feedback na afronding van het project
Na afloop van de examenperiode of bij aanvang van het derde bachelorjaar kan, op vrijblijvende basis, een terugkommoment worden voorzien waarin studenten van hun promotor feedback krijgen op hun project. Dergelijke feedback kunnen studenten meenemen bij de uitwerking van het Eindproject. |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Literatuur voor het project wordt gedeeltelijk door het begeleidende staflid ter beschikking gesteld. Aanvullende literatuur wordt door de studenten zelf verworven in de loop van het project. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|