Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Sterkteleer (4087)
|
5.0 stptn |
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica
|
|
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Mechanisch ontwerpen 2 (4058)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 3 | Verplicht | 243 | 9,0 | 108 | 135 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.7 De student kent de basisprincipes en tekenconventies van technisch tekenen. | | | - BC
| De student werkt de nodige assemblage- en mechanische productietekeningen uit volgens geldende normen en tekenconventies. | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.7 De student heeft inzicht de basisprincipes van de thermodynamica. | | | - BC
| De student kan werktuigkundige tekeningen en datasheets lezen en interpreteren. | | - DC
| 2.8 De student heeft inzicht in de verschillende inwendige materiaalstructuren, materiaaleigenschappen, vormgevingstechnieken en producteigenschappen en de interactie ertussen.
| | | - BC
| De student kan op het schriftelijk examen de noodzaak van een gestructureerde en systematische aanpak van een ontwerp verklaren. | | | - BC
| De student kent de ontwerpmethode van H.H. van den Kroonenberg en kan deze op het schriftelijk examen uitleggen. | | | - BC
| De student kent verschillende hulpmiddelen voor het genereren van ideeën, voor het maken van keuzes en voor het kostenbewust ontwerpen en kan deze op het schriftelijk examen uitleggen. | | - DC
| 2.9 De student herkent de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving). | | | - BC
| De student kan de nodige assemblages en bijhorende onderdelen opbouwen in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan de nodige productietekeningen uitwerken in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan een verantwoorde keuze maken van een CAD/CAM-systeem voor een bedrijf. | - EC
| EC3 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen. | | | - BC
| De student dient zelf een industriële opdracht en opdrachtgever te vinden voor een mechanisch ontwerp en moet deze opdracht vertalen in een eisenpakket. | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student dient het ontwerptraject te plannen en de deadlines te respecteren. | | - DC
| 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen. | | | - BC
| De student dient zelf een industriële opdracht en opdrachtgever te vinden voor een mechanisch ontwerp en moet deze opdracht vertalen in een eisenpakket. | - EC
| EC4 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student moet zelfstandig informatie opzoeken over de verschillende mogelijke oplossingen (zie EC5). | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.4 De student kan een werktuigbouwkundige tekening analyseren. | | | - BC
| De student kan werktuigkundige tekeningen en datasheets lezen en interpreteren. | | - DC
| EM 5.5 De student kan een werktuigbouwkundige ontwerpopdracht analyseren en naar een eisenpakket vertalen. | | | - BC
| De student kan de opdracht vertalen naar een "meetbaar" technisch eisenpakket. | | - DC
| EM 5.6 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket analyseren. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij de verschillende technologische opties vergeleken zijn. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.4 De student kan een werktuigbouwkundige tekening opstellen. | | | - BC
| De student werkt de nodige assemblage- en mechanische productietekeningen uit volgens geldende normen en tekenconventies. | | - DC
| EM 6.5 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket omzetten naar een gemotiveerd concept. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij verschillende technologische opties vergeleken worden. | | - DC
| EM 6.6 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket en bijhorend concept omzetten naar een mechanisch ontwerpdossier. | | | - BC
| De student dient op basis van het morfologisch overzicht een definitieve ontwerpkeuze te maken (cfr. ontwerp volgens de methode van H.H. Van den Kroonenberg). | - EC
| EC7 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| EM 7.5 De student kan een 3D-model met bijhorende 2D-assemblage en productietekeningen maken in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student bouwt de nodige assemblages en bijhorende onderdelen op in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student werkt de nodige productietekeningen uit in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan in een high-end CAD pakket een mechanisch werkstuk opbouwen op een zodanige manier dat toekomstige wijzigingen gemakkelijk door te voeren (parametrisch) zijn en het model bruikbaar is voor het genereren van een familie van werkstukken. | | | - BC
| De student kan aankooponderdelen op een correcte manier importeren in een high-end CAD pakket. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student moet mogelijke (deel)oplossingen, productiemethodes, ... krititsch evalueren. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen.
| | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context.
| | | - BC
| De student gaat proactief om met onzekerheden en/of ontbrekende informatie bij het eisenpakket, datasheets en/of omgevingsfactoren. | - EC
| EC9 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht, concept en/of ontwerp schriftelijk toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan over het verrichte onderzoek rapporteren op een mondelinge juryverdediging. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht, concept en/of ontwerp mondeling toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student gebruikt moderne digitale tools om zijn projectcommunicatie te verduidelijken. | | | - BC
| De student visualiseert zijn project in een wetenschappelijke poster. | - EC
| EC10 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De student stelt in teamverband een werkwijze en planning op voor het tijdig afronden van de ontwerpopdracht. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student dient de ontwerpopdracht in teamverband uit te voeren. | - EC
| EC11 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.1 De student heeft oog voor duurzaamheid in de verschillende fases van de innovatieketen. | | | - BC
| Alle keuzes binnen de verschillende stappen van het ontwerpproces dienen kritisch geëvalueerd te worden op technisch, economisch en eventueel ecologisch vlak. | | - DC
| 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student kent de verschillende stakeholders in de ontwerp- en productieketen en houdt rekening met hun belangen. | - EC
| EC12 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student dient het ontwerptraject te plannen en de deadlines te respecteren. | | | - BC
| De student gaat nauwkeurig en met een kritische ingesteldheid te werk. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft inzicht in de basisprincipes, tekenconventies en geldende normeringen van mechanisch ontwerpen en het opstellen van een bijhorende werktuigkundige tekening.
De student kan een 3D-model met bijhorende 2D-assemblage en productietekeningen maken in een basis CAD/CAM pakket.
De student heeft inzicht in de werking en dimensionering van traditionele machineonderdelen (bv. tandwielen, actuatoren, lagers...).
De student heeft inzicht in de werkingprincipes van conventionele productieprocessen voor het vervaardigen van mechanische onderdelen.
De student heeft inzicht in de meest gebruikte materialen en hun toepassingsgebied binnen de werktuigkunde.
|
|
|
Methodisch ontwerpen
- Argumenten voor een ontwerpmethode
- Wat is ontwerpen?
- De technische inrichting in het ontwerpproces
- Een voorbeeld van methodisch ontwerpen
- Het ontwerpproces
- Oplossen van technische ontwerpproblemen
- Intuïtieve en discursieve methoden
- Keuzetechnieken
- Een nadere bezinning op het ontwerpproces
- Overzicht van aanvullende ontwerpmethoden
- Cases
- Oefeningen
- Waarde-Analyse (Capita Selecta)
- Kostenbewust ontwerpen van mechanische onderdelen (Capita Selecta)
Mechanisch ontwerpen
- De student gaat zelf in de industrie (het werkveld) op zoek naar een reële behoefte/opdracht.
- Onder begeleiding van de begeleidende docenten en met de kennis van de technische vakken uit de academische bachelor komt hij/zij tot een volledig afgewerkt mechanisch werktuigbouwkundig dossier volgens de geldende werktuigkundige normen/standaarden.
Communicatie
- Het aandeel 'communicatie' ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van zowel academische vaardigheden als professionele competenties/ De topics die aan bod komen zijn schrijfvaardigheid, presenteren en visualiseren.
CAD
- Traditionele CAD/CAM versus systemen gebaseerd op Concurrent Engineering en Design Intent.
- Opbouw van:
- een part d.m.v. features en parametrisatie met het accent op het flexibel kunnen aanpassen van vormelementen en afmetingen van het model
- een samenstelling d.m.v. het samenstellen van individuele reeds bestaande modellen, creëren nieuwe onderdelen in een samenstelling, het gebruik van mechanismes (voor speciale constructies en bewegingssimulaties) met de nadruk op het vlot kunnen aanpassen van deze samenstelling
- Creëren van
- een afgewerkte productietekening met de verschillende aanzichten, doorsneden, bematingen, vorm- en plaatstoleranties
- plaatstalen producten (sheet metal)
- eigen bibliotheken en functies (family table, UDF)
- Abstractie kunnen maken van de geziene stof door toepassing op andere CAD-systemen
- Inleiding tot product data management en product lifecycle management
- Kostprijsbepaling van de benodigde software, de kostprijs van een onderhoudscontract met de voor- en nadelen
- De verschillende soorten licenties: node-locked licenses, floating licenses, site-license
- Inleiding tot de opbouw van de verschillende bestandsformaten en hun voor- en nadelen: IGES, STEP, VDA-FS, JT, ParaSolid, DXF, ProE neutral, AI, SVG, VRML, STL, U3D, eDrawings, ProductView
- Inleiding tot de structuur van een parametrisch CAD-model d.m.v. splines: cubic spline, Bézier, B-spline, NURBS
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 22 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 56 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
Andere: | Eindbespreking ontwerpdossier met jury |
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 11 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 11 % |
|
Andere: | Communicatie: semester 1: mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen; semester 2: evaluatie van de grafische output. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. De student dient op elk van de afzonderlijke deeltaken (methodisch ontwerpen, CREO, communicatie en het mechanisch ontwerp) minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel.
2. Communicatie: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. |
|
|
|
Gevolg | 1. Een student die op 1 of meerdere van de deeltaken minder dan 8/20 scoort kan maximaal een 9/20 behalen voor het volledige opleidingsonderdeel.
2. Communicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. |
|
|
|
Extra info | Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen om die reden hierop geen beroep doen.
Overdracht van een deelcijfer naar volgend academiejaar: Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van één of meer van de vier subdelen naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde voor dit onderdeel. De student kan er voor kiezen om dit deel toch te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het subdeel opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. Voor Methodisch Ontwerpen, CAD (CREO) en Mechanisch Ontwerpen is de evaluatievorm tijdens de tweede examenkans volledig gelijk aan deze van de eerste examenkans.
2. Voor het gedeelte Communicatie is er enkel een tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output. De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de permanente evaluaties tijdens de contacturen (semester 1). |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Tabellenbuch Metall mit Formelsammlung,Ulrich Fischer, Roland Gomeringer, Max Heinzler, Roland Kilgus, Friedrich Näher, Stefan Oesterle, Dipl.-Ing. Heinz Paetzold, Andreas Stephan,Europa-Lehrmittel,9783808517253
- Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Methodisch en Mechanisch Ontwerpen
- Methodisch ontwerpen volgens H.H. Kroonenberg, F.J. Siers, derde druk, Noordhoff Uitgevers, 9789001509019
- Cursusmateriaal op Toledo
- Leidraad Geïntegreerd Project / Bachelorproef
- Documentatiecentrum mechanisch ontwerpen
- Mediatheek inclusief internetbronnen
- Tolerantiewijzer: Interactieve e-learning module omtrent mechanisch ontwerpen
CAD
- Eigen cursusmateriaal:
- Teksten met theoretische achtergrond (Toledo, Nederlands en Engels)
- Website met theorie en uitgewerkte oefeningen (Toledo + eigen website)
Artikels over verschillende toepasbare technieken (o.a. via Toledo) |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Producttekenen en -documenteren van 3D naar 2D,Arnout Breedveld,3,Academic Service,9789039525647
- Roloff / Matek machineonderdelen: Theorieboek,Herbert Wittel; Dieter Muhs; Dieter Jannasch; Joachim Voßiek,5,Boom,9789039526941
- Roloff / Matek machineonderdelen: Tabellenboek,Herbert Wittel; Dieter Muhs; Dieter Jannasch; Joachim Voßiek,5,Boom,9789039526958
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Het Geïntegreerd Project vormt het sluitstuk van het schakelprogramma en bereidt voor op de masterproef.
Het opleidingsonderdeel omvat in totaal 9 studiepunten en is opgedeeld in 4 onderdelen:
1. Methodisch Ontwerpen (Semester1 - 1SP)
Schriftelijk examen tijdens onderwijsperiode.
Relatie met onderzoek: Het vak methodisch ontwerpen leert de student een methodiek aan om op een onderzoekgerichte manier een project aan te pakken, gegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken. Na deze hoorcolleges moeten de studenten dan ook zelf op zoek gaan naar een opdracht uit de industrie. Hierbij is het de bedoeling dat ze het probleem formuleren en oplossen met de aangeleerde methode, waarbij het resultaat een technisch werktuigbouwkundig dossier is.
2. CAD (Semester 1 - 2SP)
Evaluatie op einde onderwijsperiode: 50% schriftelijk (theorie a.d.h.v. open vragen) + 50% praktische oefening.
Relatie met onderzoek: De student wordt steeds uitgedaagd om zo kritisch mogelijk na te denken over de gevolgen van een gevolgde tekenmethodologie en op basis daarvan de werkwijze te bepalen voor het opbouwen van het CAD-model. Relatie met werkveld: De inhoud van de cursus wordt steeds overlegd met een aantal bedrijven die gebruik maken van 3D-CAD software (CREO, CATIA, ...).
3. Mechanisch Ontwerpen (Semester 2, 5SP)
Mondelinge bespreking voor docentenjury op het einde van de tweede onderwijsperiode.
Relatie met onderzoek: In het vak mechanisch ontwerpen voert de student als onderzoeker-ontwikkelaar zelf een onderzoeksproject uit. Relatie met werkveld: De student zoekt een voorstel tot ontwerp in de industrie tijdens de eerste 3 weken van het academiejaar. Hiervoor beschikt de student over een begeleidingsformulier dat hij aan de kandidaat-opdrachtgever kan voorleggen. Dit voorstel dient voorgelegd te worden aan de begeleidende docenten, die dit beoordelen op de criteria vastgelegd in het begeleidingsformulier en op basis daarvan de opdracht al dan niet goedkeuren.
4. Communicatie (Semester 1+2, 1SP)
Permanente evaluatie tijdens onderwijsperiode met verplichte deelname aan alle deeltaken.
Elke afwezigheid dient gewettigd te worden. Bij ongewettigde afwezigheid krijgt de student voor de deelevaluatie een nul. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica- optie ontwerp & productie | Verplicht | 243 | 9,0 | 108 | 135 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.7 De student kent de basisprincipes en tekenconventies van technisch tekenen. | | | - BC
| De student werkt de nodige assemblage- en mechanische productietekeningen uit volgens geldende normen en tekenconventies. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.7 De student heeft inzicht de basisprincipes van de thermodynamica. | | | - BC
| De student kan werktuigkundige tekeningen en datasheets lezen en interpreteren. | | - DC
| 2.8 De student heeft inzicht in de verschillende inwendige materiaalstructuren, materiaaleigenschappen, vormgevingstechnieken en producteigenschappen en de interactie ertussen. | | | - BC
| De student kan op het schriftelijk examen de noodzaak van een gestructureerde en systematische aanpak van een ontwerp verklaren. | | | - BC
| De student kent de ontwerpmethode van H.H. van den Kroonenberg en kan deze op het schriftelijk examen uitleggen. | | | - BC
| De student kent verschillende hulpmiddelen voor het genereren van ideeën, voor het maken van keuzes en voor het kostenbewust ontwerpen en kan deze op het schriftelijk examen uitleggen. | | - DC
| 2.9 De student herkent de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving). | | | - BC
| De student kan de nodige assemblages en bijhorende onderdelen opbouwen in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan de nodige productietekeningen uitwerken in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan een verantwoorde keuze maken van een CAD/CAM-systeem voor een bedrijf. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen. | | | - BC
| De student dient zelf een industriële opdracht en opdrachtgever te vinden voor een mechanisch ontwerp en moet deze opdracht vertalen in een eisenpakket. | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student dient het ontwerptraject te plannen en de deadlines te respecteren. | | - DC
| 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen. | | | - BC
| De student dient zelf een industriële opdracht en opdrachtgever te vinden voor een mechanisch ontwerp en moet deze opdracht vertalen in een eisenpakket. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student moet zelfstandig informatie opzoeken over de verschillende mogelijke oplossingen (zie EC5). | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.4 De student kan een werktuigbouwkundige tekening analyseren. | | | - BC
| De student kan werktuigkundige tekeningen en datasheets lezen en interpreteren. | | - DC
| EM 5.5 De student kan een werktuigbouwkundige ontwerpopdracht analyseren en naar een eisenpakket vertalen. | | | - BC
| De student kan de opdracht vertalen naar een "meetbaar" technisch eisenpakket. | | - DC
| EM 5.6 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket analyseren. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij de verschillende technologische opties vergeleken zijn. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.4 De student kan een werktuigbouwkundige tekening opstellen. | | | - BC
| De student werkt de nodige assemblage- en mechanische productietekeningen uit volgens geldende normen en tekenconventies. | | - DC
| EM 6.5 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket omzetten naar een gemotiveerd concept. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij verschillende technologische opties vergeleken worden. | | - DC
| EM 6.6 De student kan een werktuigbouwkundig eisenpakket en bijhorend concept omzetten naar een mechanisch ontwerpdossier. | | | - BC
| De student dient op basis van het morfologisch overzicht een definitieve ontwerpkeuze te maken (cfr. ontwerp volgens de methode van H.H. Van den Kroonenberg). | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| EM 7.5 De student kan een 3D-model met bijhorende 2D-assemblage en productietekeningen maken in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student bouwt de nodige assemblages en bijhorende onderdelen op in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student werkt de nodige productietekeningen uit in een high-end CAD/CAM pakket. | | | - BC
| De student kan in een high-end CAD pakket een mechanisch werkstuk opbouwen op een zodanige manier dat toekomstige wijzigingen gemakkelijk door te voeren (parametrisch) zijn en het model bruikbaar is voor het genereren van een familie van werkstukken. | | | - BC
| De student kan aankooponderdelen op een correcte manier importeren in een high-end CAD pakket. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student moet mogelijke (deel)oplossingen, productiemethodes, ... krititsch evalueren. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| De student gaat proactief om met onzekerheden en/of ontbrekende informatie bij het eisenpakket, datasheets en/of omgevingsfactoren. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht, concept en/of ontwerp schriftelijk toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan over het verrichte onderzoek rapporteren op een mondelinge juryverdediging. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht, concept en/of ontwerp mondeling toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student gebruikt moderne digitale tools om zijn projectcommunicatie te verduidelijken. | | | - BC
| De student visualiseert zijn project in een wetenschappelijke poster. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De student stelt in teamverband een werkwijze en planning op voor het tijdig afronden van de ontwerpopdracht. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student dient de ontwerpopdracht in teamverband uit te voeren. | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.1 De student heeft oog voor duurzaamheid in de verschillende fases van de innovatieketen. | | | - BC
| Alle keuzes binnen de verschillende stappen van het ontwerpproces dienen kritisch geëvalueerd te worden op technisch, economisch en eventueel ecologisch vlak. | | - DC
| 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student kent de verschillende stakeholders in de ontwerp- en productieketen en houdt rekening met hun belangen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student dient het ontwerptraject te plannen en de deadlines te respecteren. | | | - BC
| De student gaat nauwkeurig en met een kritische ingesteldheid te werk. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft inzicht in de basisprincipes, tekenconventies en geldende normeringen van mechanisch ontwerpen en het opstellen van een bijhorende werktuigkundige tekening.
De student kan een 3D-model met bijhorende 2D-assemblage en productietekeningen maken in een basis CAD/CAM pakket.
De student heeft inzicht in de werking en dimensionering van traditionele machineonderdelen (bv. tandwielen, actuatoren, lagers...).
De student heeft inzicht in de werkingprincipes van conventionele productieprocessen voor het vervaardigen van mechanische onderdelen.
De student heeft inzicht in de meest gebruikte materialen en hun toepassingsgebied binnen de werktuigkunde.
|
|
|
Methodisch ontwerpen
- Argumenten voor een ontwerpmethode
- Wat is ontwerpen?
- De technische inrichting in het ontwerpproces
- Een voorbeeld van methodisch ontwerpen
- Het ontwerpproces
- Oplossen van technische ontwerpproblemen
- Intuïtieve en discursieve methoden
- Keuzetechnieken
- Een nadere bezinning op het ontwerpproces
- Overzicht van aanvullende ontwerpmethoden
- Cases
- Oefeningen
- Waarde-Analyse (Capita Selecta)
- Kostenbewust ontwerpen van mechanische onderdelen (Capita Selecta)
Mechanisch ontwerpen
- De student gaat zelf in de industrie (het werkveld) op zoek naar een reële behoefte/opdracht.
- Onder begeleiding van de begeleidende docenten en met de kennis van de technische vakken uit de academische bachelor komt hij/zij tot een volledig afgewerkt mechanisch werktuigbouwkundig dossier volgens de geldende werktuigkundige normen/standaarden.
Communicatie
- Het aandeel 'communicatie' ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van zowel academische vaardigheden als professionele competenties/ De topics die aan bod komen zijn schrijfvaardigheid, presenteren en visualiseren.
CAD
- Traditionele CAD/CAM versus systemen gebaseerd op Concurrent Engineering en Design Intent.
- Opbouw van:
- een part d.m.v. features en parametrisatie met het accent op het flexibel kunnen aanpassen van vormelementen en afmetingen van het model
- een samenstelling d.m.v. het samenstellen van individuele reeds bestaande modellen, creëren nieuwe onderdelen in een samenstelling, het gebruik van mechanismes (voor speciale constructies en bewegingssimulaties) met de nadruk op het vlot kunnen aanpassen van deze samenstelling
- Creëren van
- een afgewerkte productietekening met de verschillende aanzichten, doorsneden, bematingen, vorm- en plaatstoleranties
- plaatstalen producten (sheet metal)
- eigen bibliotheken en functies (family table, UDF)
- Abstractie kunnen maken van de geziene stof door toepassing op andere CAD-systemen
- Inleiding tot product data management en product lifecycle management
- Kostprijsbepaling van de benodigde software, de kostprijs van een onderhoudscontract met de voor- en nadelen
- De verschillende soorten licenties: node-locked licenses, floating licenses, site-license
- Inleiding tot de opbouw van de verschillende bestandsformaten en hun voor- en nadelen: IGES, STEP, VDA-FS, JT, ParaSolid, DXF, ProE neutral, AI, SVG, VRML, STL, U3D, eDrawings, ProductView
- Inleiding tot de structuur van een parametrisch CAD-model d.m.v. splines: cubic spline, Bézier, B-spline, NURBS
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 22 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 56 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
Andere: | Eindbespreking ontwerpdossier met jury |
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 11 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 11 % |
|
Andere: | Communicatie: semester 1: mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen; semester 2: evaluatie van de grafische output. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Overdracht van deelpunt mogelijk vanaf 8/20. Automatische overdracht vanaf 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. De student dient op elk van de afzonderlijke deeltaken (methodisch ontwerpen, CREO, communicatie en het mechanisch ontwerp) minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel.
2. Communicatie: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. |
|
|
|
Gevolg | 1. Een student die op 1 of meerdere van de deeltaken minder dan 8/20 scoort kan maximaal een 9/20 behalen voor het volledige opleidingsonderdeel.
2. Communicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. |
|
|
|
Extra info | Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen om die reden hierop geen beroep doen.
Overdracht van een deelcijfer naar volgend academiejaar: Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van één of meer van de vier subdelen naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde voor dit onderdeel. De student kan er voor kiezen om dit deel toch te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het subdeel opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. Voor Methodisch Ontwerpen, CAD (CREO) en Mechanisch Ontwerpen is de evaluatievorm tijdens de tweede examenkans volledig gelijk aan deze van de eerste examenkans.
2. Voor het gedeelte Communicatie is er enkel een tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output. De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de permanente evaluaties tijdens de contacturen (semester 1). |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Tabellenbuch Metall mit Formelsammlung,Ulrich Fischer, Roland Gomeringer, Max Heinzler, Roland Kilgus, Friedrich Näher, Stefan Oesterle, Dipl.-Ing. Heinz Paetzold, Andreas Stephan,Europa-Lehrmittel,9783808517253
- Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Methodisch en Mechanisch Ontwerpen
- Methodisch ontwerpen volgens H.H. Kroonenberg, F.J. Siers, derde druk, Noordhoff Uitgevers, 9789001509019
- Cursusmateriaal op Toledo
- Leidraad Geïntegreerd Project / Bachelorproef
- Documentatiecentrum mechanisch ontwerpen
- Mediatheek inclusief internetbronnen
- Tolerantiewijzer: Interactieve e-learning module omtrent mechanisch ontwerpen
CAD
- Eigen cursusmateriaal:
- Teksten met theoretische achtergrond (Toledo, Nederlands en Engels)
- Website met theorie en uitgewerkte oefeningen (Toledo + eigen website)
Artikels over verschillende toepasbare technieken (o.a. via Toledo) |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Producttekenen en -documenteren van 3D naar 2D,Arnout Breedveld,3,Academic Service,9789039525647
- Roloff / Matek machineonderdelen: Theorieboek,Herbert Wittel; Dieter Muhs; Dieter Jannasch; Joachim Voßiek,5,Boom,9789039526941
- Roloff / Matek machineonderdelen: Tabellenboek,Herbert Wittel; Dieter Muhs; Dieter Jannasch; Joachim Voßiek,5,Boom,9789039526958
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Het Geïntegreerd Project vormt het sluitstuk van het schakelprogramma en bereidt voor op de masterproef.
Het opleidingsonderdeel omvat in totaal 9 studiepunten en is opgedeeld in 4 onderdelen:
1. Methodisch Ontwerpen (Semester1 - 1SP)
Schriftelijk examen tijdens onderwijsperiode.
Relatie met onderzoek: Het vak methodisch ontwerpen leert de student een methodiek aan om op een onderzoekgerichte manier een project aan te pakken, gegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken. Na deze hoorcolleges moeten de studenten dan ook zelf op zoek gaan naar een opdracht uit de industrie. Hierbij is het de bedoeling dat ze het probleem formuleren en oplossen met de aangeleerde methode, waarbij het resultaat een technisch werktuigbouwkundig dossier is.
2. CAD (Semester 1 - 2SP)
Evaluatie op einde onderwijsperiode: 50% schriftelijk (theorie a.d.h.v. open vragen) + 50% praktische oefening.
Relatie met onderzoek: De student wordt steeds uitgedaagd om zo kritisch mogelijk na te denken over de gevolgen van een gevolgde tekenmethodologie en op basis daarvan de werkwijze te bepalen voor het opbouwen van het CAD-model. Relatie met werkveld: De inhoud van de cursus wordt steeds overlegd met een aantal bedrijven die gebruik maken van 3D-CAD software (CREO, CATIA, ...).
3. Mechanisch Ontwerpen (Semester 2, 5SP)
Mondelinge bespreking voor docentenjury op het einde van de tweede onderwijsperiode.
Relatie met onderzoek: In het vak mechanisch ontwerpen voert de student als onderzoeker-ontwikkelaar zelf een onderzoeksproject uit. Relatie met werkveld: De student zoekt een voorstel tot ontwerp in de industrie tijdens de eerste 3 weken van het academiejaar. Hiervoor beschikt de student over een begeleidingsformulier dat hij aan de kandidaat-opdrachtgever kan voorleggen. Dit voorstel dient voorgelegd te worden aan de begeleidende docenten, die dit beoordelen op de criteria vastgelegd in het begeleidingsformulier en op basis daarvan de opdracht al dan niet goedkeuren.
4. Communicatie (Semester 1+2, 1SP)
Permanente evaluatie tijdens onderwijsperiode met verplichte deelname aan alle deeltaken.
Elke afwezigheid dient gewettigd te worden. Bij ongewettigde afwezigheid krijgt de student voor de deelevaluatie een nul. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|