Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Bachelorproject INGenieur - Energie (4701)
|
9.0 stptn |
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica
|
|
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Bachelorproef - Energie (4368)
|
9.0 stptn |
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica
|
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: energie | Verplicht | 540 | 20,0 | 189 | 351 | 20,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: energie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student kan soepel communiceren met collega's, begeleiders en leidinggevenden en levert kwaliteitsvolle tussentijdse rapporten af. | | | - BC
| Hij verdedigt zijn masterproef mondeling op kritische en gestructureerde wijze met hedendaagse presentatietechnieken. Hij kan op een professionele manier in discussie gaan met de verschillende stakeholders. | | | - BC
| Hij geeft zijn project schriftelijk en grafisch weer in een wetenschappelijke scriptie en poster in een relevante taal. De student kan zijn project beknopt beschrijven, zowel in het Nederlands als het Engels. | | | - BC
| In elke vorm van communicatie hanteert hij het juiste taalregister en gebruikt hij de correcte vakterminologie. | | - DC
| DC-M10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| Binnen de context van zijn onderzoeksproject kan de student in een multidisciplinair team werken en verantwoordelijkheden opnemen. | | - DC
| DC-M11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| Afhankelijk van de aard en context van de masterproef houdt de student rekening met praktische, economische, ecologische, gezondheids-, veiligheids-, duurzaamheids-, bedrijfsgebonden, maatschappelijke en internationale factoren/vereisten bij het uitwerken van oplossingen/ontwerpen. | | - DC
| DC-M12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student geeft blijk van een professionele attitude (toont o.a. realisme en inzet, werkt zelfstandig en efficiënt, is nieuwsgierig en taakgericht). | | | - BC
| Hij geeft blijk van inzicht in en een ruime achtergrondkennis van zijn onderzoeksgebied. | | | - BC
| De student levert een voor de opdrachtgever bruikbaar eindresultaat af. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: energie beheerst een geheel van energetische (elektrisch en thermisch) technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student verdiept en verbreedt zijn domeinspecifieke en -overschrijdende kennis van begrippen en structuren relevant voor het onderzoeksproject van zijn masterproef. | | - DC
| DC-M2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student heeft inzicht in, enerzijds, de domeinspecifieke en -overschrijdende begrippen en structuren relevant voor het onderzoeksproject van zijn masterproef, en anderzijds in de specificiteit van het onderwerp en de verwachtingen van alle stakeholders. Hij kan deze inzichten in eigen woorden uitleggen. | | - DC
| DC-M3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| De student kan zelfstandig en projectmatig werken:
- Hij kan een complex onderzoeksproject initiëren en zijn probleemanalyse, doelstellingen en vooropgesteld onderzoekstraject verwoorden in een onderzoeksopzet.
- Hij kan een concrete planning uitwerken onder de vorm van een gedetailleerde Gantt-chart.
- Hij onderneemt de juiste stappen om alle doelstellingen te realiseren en hij stuurt zijn traject bij waar nodig. | | - DC
| DC-M4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| In het kader van zijn onderzoeksproject kan de student op een correcte manier relevante wetenschappelijke en technische informatie verzamelen, kritisch in vraag stellen, bijsturen en weergeven in een literatuurstudie. Hij kan op een correcte manier refereren naar de geraadpleegde bronnen. | | - DC
| DC-M5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan een gedegen wetenschappelijke analyse van de probleemstelling in de gegeven context maken en bakent op basis hiervan zijn onderzoeksvraag(vragen) af. Hij kan het probleem logisch opsplitsen in deelproblemen en kan aangeven waar de randvoorwaarden liggen. | | - DC
| DC-M6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kiest adequate, wetenschappelijk verantwoorde en innovatieve methodes om tot een oplossing van het probleem of tot een ontwerp te komen binnen de gegeven context. | | - DC
| DC-M7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| Afhankelijk van de aard van zijn masterproef kan de student aan de hand van de bekomen resultaten
- ofwel advies geven en voorstellen doen tot implementatie van een geselecteerde oplossing of tot verder onderzoek;
- ofwel zijn oplossing/ontwerp implementeren op een systematische manier.
Hierbij houdt hij rekening met praktische, economische, ecologische, gezondheids-, veiligheids-, duurzaamheids- en bedrijfsgebonden factoren. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid en kan het onderwerp situeren in een groter geheel. Hij formuleert waar nodig zelf voorstellen voor gelijkwaardige of betere alternatieven. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De masterproef vormt het sluitstuk van de masteropleiding. Zij omvat de toepassing van de meest recente technologieën en technieken, onderzoekt de nieuwste domeinspecifieke wetenschappelijke vindingen of past deze op creatieve wijze toe. Bovendien geeft de masterproef de student de kans te tonen dat hij deze technieken en technologieën niet enkel beheerst, maar dat hij ze ook kan concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen.
De masterproef is zelfstandig uitgevoerd onderzoek van academisch niveau. De masterproef beoogt de uitbreiding van bestaande technologieën en toepassingsgerichte ontwikkelingen waaronder - het formuleren en toetsen van innovatieve hypotheses, - het uitvoeren van innovatieve studies of ontwerpen, - het realiseren van vernieuwende oplossingen voor vakdomeinspecifieke problemen. De MP is op zich vernieuwend of bestaat uit een creatieve, originele synergie van gekende ingenieurstechnieken.
Het onderwerp van of de opdracht binnen de masterproef situeert zich in het domein van de energie (in de brede zin) en moet voldoen aan volgende drie criteria:
- Het werk bevat alle componenten van onderzoeksmethodiek of projectmatig werken.
- Het onderwerp is innovatief.
- Er zijn voldoende keuzemomenten voor de student.
Onderwerpkeuze en -toekenning
- Het onderwerp van de masterproef:
- wordt geformuleerd door de onderzoeksgroepen van universiteit vanuit eigen onderzoeksprojecten;
- wordt geformuleerd door de industrie en onderzoeksinstellingen;
- kan door de student zelf aangebracht worden. Dit onderwerp dient door een coördinator van de hogeschool goedgekeurd te worden.
- De probleemstelling van de masterproef is gericht op de reële academische/professionele context.
- Docenten en opleidingscoördinator maken met behulp van het document "voorwaarden_masterproefonderwerpen", beschikbaar op toledo, een selectie uit de voorstellen op basis van de mogelijkheid om de academische competenties in de masterproef te realiseren. Bij aanvraag van opdrachten worden mogelijke externe partners (opdrachtgevers) ingelicht over onze zorg om academische competenties te realiseren.
- Bij voorkeur omvat het onderwerp ook een extra inleidend praktisch gedeelte, uit te voeren tijdens of voor het masterjaar.
- Het toekennen van een masterproef aan een student veronderstelt dat alle opleidingsonderdelen van de bachelor of van het schakelprogramma succesvol zijn afgewerkt of met toestemming van het OMT
Begeleiding
- De opleiding bepaalt de promotor van de universiteit. Elke masterproef heeft minimum twee promotoren: de opdrachtgever (externe promotor) en de (interne) promotor van de universiteit. Interne masterproeven krijgen twee promotoren van de universiteit toegewezen.
- Studenten en promotoren bakenen het onderwerp duidelijk af en maken gedetailleerde werkafspraken. Er bestaat een regelmatige mondelinge en schriftelijke rapportering over de vordering van de masterproef. Tijdens de geplande contactmomenten wordt de werkplanning en de vordering geëvalueerd en indien nodig gecorrigeerd.
- De docent masterproefseminarie geeft instructies en begeleiding bij de verwachte rapportering (onderzoeksopzet, plan van aanpak, voortgangsrapport, abstract, poster en eindrapport) en bij de projectcommunicatie in het algemeen.
Verdere details omtrent de organisatie worden samengevat in het cursusmateriaal, via het elektronisch leerplatform en de website masterproef.be.
Administratie
Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van de masterproef is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info op masterproef.be.
|
|
|
|
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Masterproef ✔
|
|
|
Masterproefseminarie ✔
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Scriptie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 20,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | De punten worden als volgt toegekend: 15% Beoordeling door de docent masterproefseminarie, 25% Afstudeerscriptie - interne & externe promotoren, 30% Methodiek en realisatie - interne & externe promotoren, 30% Presentatie en verdediging beoordeeld door de jury. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen enkel (deel)cijfer van de eerste examenkans blijft behouden, uitgezonderd slaagcijfers toegekend op taken voor masterproefseminarie met dien verstande dat abstract, poster en scriptie in tweede examenkans worden beoordeeld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Geen enkel (deel)cijfer van de eerste examenkans blijft behouden, uitgezonderd slaagcijfers toegekend op taken voor masterproefseminarie met dien verstande dat abstract, poster en scriptie in tweede examenkans worden beoordeeld. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Via de website masterproef en het elektronisch leerplatform wordt alle informatie (planning, deadlines, slides van de lessen masterproefseminarie, ...) aan de studenten bezorgd.
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Vademecum, richtlijnen voor academische communicatie
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Toelichting evaluatie:
Onderstaande bepalingen gelden zowel voor de eerste als tweede examenkans.
Permanente evaluatie, schriftelijke rapportering en presentatie met mondelinge verdediging. De masterproef wordt afgesloten met een schriftelijke eindverhandeling en een (openbare) verdediging. De evaluatie bestaat uit verschillende delen:
- De docent masterproefseminarie beoordeelt via permanente evaluatie de (schriftelijke) communicatievaardigheden (o.a. onderzoeksopzet, abstract, wetenschappelijke poster) van de student.
- De promotoren beoordelen het proces, de methodiek en de schriftelijke rapportering. Hiertoe leggen zowel de interne als externe promotor(en) elk hun oordeel vast over de verschillende deelcriteria: probleemstelling, aanpak, informatieverwerking, kritisch-reflecterende ingesteldheid of onderzoeksingesteldheid, helderheid van het rapport, behaald resultaat en eventuele extra competenties. Zij vertalen dit in een score op 20 op basis van een evaluatiedocument. Zie elektronisch leerplatform.
- De mondelinge verdediging vindt plaats voor een jury die optreedt als onafhankelijk beoordelingsorgaan. De jury beoordeelt de presentatie en de mondelinge verdediging.
De globale score wordt mathematisch berekend rekening houdend met de vooraf vastgelegde gewichtscoëfficiënten uit onderstaande tabel.
15% Beoordeling door de docent masterproefseminarie 25% Afstudeerscriptie - interne & externe promotoren 30% Methodiek en realisatie - interne & externe promotoren 30% Presentatie en verdediging door de jury
De documenten Evaluatieformulier masterproef en Toelichting beoordeling masterproef juryverdediging geven verdere informatie over de te evalueren competenties en de werkwijze hierbij.
Andere opmerkingen:
De student kan zijn masterproef ook afleggen in een vreemde taal of in het buitenland in het kader van een uitwisselingsprogramma.
Relatie met onderzoek: In de masterproef voert de student het volledig onderzoekstraject uit. De student toont aan dat hij/zij een onderzoeker kan zijn.
Situering van het vak in het curriculum: De masterproef vormt het eindpunt van de leerlijn onderzoek en communicatie en is het sluitstuk van de masteropleiding.
Relatie met het werkveld: Een masterproef in de industriële wetenschappen kent een sterke binding met het werkveld. Heel wat masterproeven lopen in een bedrijf. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|