Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de biomedische wetenschappen | Verplicht | 196 | 7,0 | 196 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1. De bachelor biomedische wetenschappen is een kritische wetenschapper die zich bewust is van zijn maatschappelijke rol in de verbetering van de gezondheidszorg en van zijn/haar brugfunctie tussen de verschillende partners in de gezondheidszorg op niveau van preventie, diagnose en therapie van ziekten. Leerlijn 1:Maatschappelijke relevantie - stakeholder awareness, maatschappelijk handelen | - EC
| EC 2. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft inzicht in de bouw en het functioneren van het menselijk lichaam (op moleculair, cellulair, orgaan- en organismeniveau) en heeft daartoe de noodzakelijke natuurwetenschappelijke kennis. Leerlijn 2:Fundamentele kennis (basiskennis levenswetenschappen) | - EC
| EC 3. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft inzicht in de relatie tussen leefmilieu en gezondheid, met speciale aandacht voor preventie in de gezondheidszorg. Leerlijn 3: Interactie gezondheid/omgeving | - EC
| EC 4. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft inzicht in de mechanismen van de pathologie op het niveau van molecule tot organisme met het oog op diagnose en therapie. Leerlijn 4:Kennis in pathologie toepassen op basiskennis levenswetenschappen | - EC
| EC 5. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan op een veilige manier de basislaboratoriumtechnieken binnen het biomedisch onderzoek toepassen en heeft kennis van meer geavanceerde laboratoriumtechnieken. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 7. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan onderzoeksgegevens analyseren en interpreteren. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 8. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan literatuuronderzoek uitvoeren en op basis hiervan een aanzet geven tot verder onderzoek, eigen meetresultaten kritisch vergelijken met resultaten van anderen en een remediëring van een eenvoudig experimentele proefopzet voorstellen. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 10. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan communiceren over zijn vakgebied met wetenschappers uit eigen of aangrenzende vakgebieden en in een brede maatschappelijke context. Leerlijn 7: Communiceren en presenteren | - EC
| EC 11. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan werken in een team en kan de persoonlijke bijdrage of het groepsproces bijsturen met het oog op de groepsdynamiek en de kwaliteit van de samenwerking. Leerlijn 8:Werken in een multidisciplinair team | - EC
| EC 12. De bachelor in de biomedische wetenschappen is in staat om de eigen leerprocessen te plannen, te evalueren en te sturen (zelfreflectie). Leerlijn 9: Zelfsturend handelen en leren (zelfreflectie en kwaliteitscontrole) | - EC
| EC 13. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft aandacht voor de internationale dimensie van het vakgebied. Hij/zij kan omgaan met internationale wetenschappelijke literatuur, kan mondeling en schriftelijk communiceren in het Engels. Leerlijn 10: Internationale dimensie |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent de verschillende milieucompartimenten en matrices waarin toxische stoffen kunnen aanwezig zijn en hoe verspreiding van een contaminant in de leefomgeving kan beïnvloed worden.
De student verwerft kennis in de fysische, chemische en biologische factoren in de omgeving die van invloed zijn op de menselijke gezondheid.
De student kan op basis van de eigenschappen van een chemische stof bepalen of de verspreiding van deze stof in de leefomgeving risicos inhoudt voor de humane gezondheid.
De student kent het verschil tussen acute en chronische toxiciteit van chemicaliën en weet hoe deze gekwantificeerd worden.
De student kent de verschillende basisbegrippen van een dosis-responscurve, hij/zij kan een dosis-responscurve opstellen en hieruit geschatte toxicologische parameters afleiden.
De student kent de verschillende fasen van toxicologie.
De student heeft kennis van de verschillende opnameroutes van xenobiotica en kent de bijdrage van de verschillende orgaansystemen in de absorptie van de verschillende toxische stoffen.
De student heeft inzicht in distributie, opslag en biotransformatieprocessen van toxische stoffen binnen het lichaam.
De student heeft inzicht in het concept "oxidatieve stress" toegepast op normale omstandigheden en na blootstelling aan interne en externe stress-factoren.
De student heeft inzicht in hoe verschillende cellulaire "mode of actions" geïnduceerd kunnen worden door toxische stoffen en hoe dit kan leiden tot klinische eindpunten op cellulair, orgaan en systemisch niveau.
De student kan de theoretische kennis geïntegreerd toepassen in een toxicologische casus.
De student heeft inzicht in de onderliggende toxicodynamiek en toxicokinetiek van alcohol en tabak.
De student is zich bewust van zijn maatschappelijke rol als biomedicus binnen preventie ten aanzien van het gebruik van toxische stoffen in de leefomgeving.
De student kan populair-wetenschappelijk schrijven voor een breed publiek in de vorm van een preventiefolder.
De student kan zijn werk inplannen met het oog op het behalen van deadlines.
De student kan een wetenschappelijk verslag opstellen met uitzondering van de materiaal en methode sectie en heeft bijzondere aandacht voor figuren en tabellen.
De student is in staat om aan de slag te gaan met feedback.
De student kan feedback geven aan medestudenten.
De student is in staat om in groep te komen tot een consensus over de interpretatie van resultaten bekomen tijdens het practicum.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Debat ✔
|
|
|
Peer review ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Andere: | Tijdens de onderwijsperiode zullen practicumverslagen geëvalueerd worden evanals het schrijven van een opiniestuk en de inbreng in een georganiseerd debat. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Deelcijfer kan overgedragen worden naar tweede examenkans indien geslaagd |
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 85 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Deelcijfer kan overgedragen worden naar tweede examenkans indien geslaagd |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Deelname aan de practica is verplicht. 2. De practicumverslagen maken deel uit van het eindresultaat (15%). Practicumverslagen moeten steeds ingediend worden. 3. Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1. Studenten die ongewettigd afwezig zijn op 1 of meer practica, krijgen voor het opleidingsonderdeel als eindresultaat een "N-ongewettigd afwezig" en dienen dit practicum het komende academiejaar bij te wonen en te voldoen aan de gestelde eisen van dat practicum (bijvoorbeeld een afgetekend verslag) om het eindresultaat te verkrijgen. De student dient zich in dit geval in het komende academiejaar opnieuw in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel. Deelcijfers kunnen in dit geval overgedragen worden naar volgend academiejaar. 2. Wie 1 of meerdere practicumverslagen niet indient binnen de aangegeven termijn, krijgt als eindresultaat een "N - ongewettigde afwezigheid". 3. Een student die op een (of meerdere) onderdelen van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximaal 7/20. Dit eindcijfer is niet-tolereerbaar. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een 8/20 of 9/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximaal 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Dit eindcijfer is tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Geslaagde deelevaluaties kunnen overgedragen worden naar de 2e examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
An Introduction to Toxicology,Burcham,Springer Verlag,9781447172567 |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master biomedische wetenschappen | Verplicht | 196 | 7,0 | 196 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student kent de verschillende milieucompartimenten en matrices waarin toxische stoffen kunnen aanwezig zijn en hoe verspreiding van een contaminant in de leefomgeving kan beïnvloed worden.
De student verwerft kennis in de fysische, chemische en biologische factoren in de omgeving die van invloed zijn op de menselijke gezondheid.
De student kan op basis van de eigenschappen van een chemische stof bepalen of de verspreiding van deze stof in de leefomgeving risicos inhoudt voor de humane gezondheid.
De student kent het verschil tussen acute en chronische toxiciteit van chemicaliën en weet hoe deze gekwantificeerd worden.
De student kent de verschillende basisbegrippen van een dosis-responscurve, hij/zij kan een dosis-responscurve opstellen en hieruit geschatte toxicologische parameters afleiden.
De student kent de verschillende fasen van toxicologie.
De student heeft kennis van de verschillende opnameroutes van xenobiotica en kent de bijdrage van de verschillende orgaansystemen in de absorptie van de verschillende toxische stoffen.
De student heeft inzicht in distributie, opslag en biotransformatieprocessen van toxische stoffen binnen het lichaam.
De student heeft inzicht in het concept "oxidatieve stress" toegepast op normale omstandigheden en na blootstelling aan interne en externe stress-factoren.
De student heeft inzicht in hoe verschillende cellulaire "mode of actions" geïnduceerd kunnen worden door toxische stoffen en hoe dit kan leiden tot klinische eindpunten op cellulair, orgaan en systemisch niveau.
De student kan de theoretische kennis geïntegreerd toepassen in een toxicologische casus.
De student heeft inzicht in de onderliggende toxicodynamiek en toxicokinetiek van alcohol en tabak.
De student is zich bewust van zijn maatschappelijke rol als biomedicus binnen preventie ten aanzien van het gebruik van toxische stoffen in de leefomgeving.
De student kan populair-wetenschappelijk schrijven voor een breed publiek in de vorm van een preventiefolder.
De student kan zijn werk inplannen met het oog op het behalen van deadlines.
De student kan een wetenschappelijk verslag opstellen met uitzondering van de materiaal en methode sectie en heeft bijzondere aandacht voor figuren en tabellen.
De student is in staat om aan de slag te gaan met feedback.
De student kan feedback geven aan medestudenten.
De student is in staat om in groep te komen tot een consensus over de interpretatie van resultaten bekomen tijdens het practicum.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Debat ✔
|
|
|
Peer review ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Andere: | Tijdens de onderwijsperiode zullen practicumverslagen geëvalueerd worden evanals de inbreng in een georganiseerd debat. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Deelcijfer kan overgedragen worden naar tweede examenkans indien geslaagd |
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 85 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Deelcijfer kan overgedragen worden naar tweede examenkans indien geslaagd |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Deelname aan de practica is verplicht. 2. De practicumverslagen maken deel uit van het eindresultaat (15%). Practicumverslagen moeten steeds ingediend worden. 3. Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1. Studenten die ongewettigd afwezig zijn op 1 of meer practica, krijgen voor het opleidingsonderdeel als eindresultaat een "N-ongewettigd afwezig" en dienen dit practicum het komende academiejaar bij te wonen en te voldoen aan de gestelde eisen van dat practicum (bijvoorbeeld een afgetekend verslag) om het eindresultaat te verkrijgen. De student dient zich in dit geval in het komende academiejaar opnieuw in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel. Deelcijfers kunnen in dit geval overgedragen worden naar volgend academiejaar. 2. Wie 1 of meerdere practicumverslagen niet indient binnen de aangegeven termijn, krijgt als eindresultaat een "N - ongewettigde afwezigheid". 3. Een student die op een (of meerdere) onderdelen van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximaal 7/20. Dit eindcijfer is niet-tolereerbaar. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een 8/20 of 9/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximaal 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Dit eindcijfer is tolereerbaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
An Introduction to Toxicology,Burcham,Springer Verlag,9781447172567 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|