Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Fiscaal recht (1890)
|
6.0 stptn |
|
|
Strafrecht en strafprocesrecht (1883)
|
10.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de masterjaar in de rechten: overheid en recht | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
2e masterjaar in de rechten: rechten - corporate | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan de verschillende belanghebbenden in Europese en federaal-regionale context en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling inzake overheidsfinanciën, allocatie van overheidsmiddelen en daartoe beschikbaar instrumentarium identificeren en deze integreren in zijn eigen analyse en synthese. | | - DC
| De student kan, op basis, van een analyse van eerdere rechtspraak en de wijzigingen in de rechtspraak die zelf dienen te worden opgezocht keuzes maken voor welbepaalde belangenverdediging en voor een welbepaalde aanpak. | | - DC
| De student kan de verschillende belanghebbenden (partijen) en hun specifieke belangen identificeren (fiscus, belastingplichtige, derden). Hij is in staat om, uitgaande van deze belangen, de juiste aanpak voor te stellen en uit te werken om uit een betwisting te geraken. | | - DC
| De student kan zich in concrete gevallen positioneren als verdediger van een standpunt. De student kan, na analyse van de positie in het kader van een onderhandeling, geschil of procedure, snel hoofdzaak van bijzaak onderscheiden om nadien een verdedigingsstrategie, aanvalsstrategie of onderhandelingsstrategie te formuleren. | | - DC
| De student kan het recht plaatsen in een maatschappelijk input/output model; | | - DC
| De student kan wanneer hij geconfronteerd wordt met een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, bepalen welke actoren een rol spelen in het conflict en welke de invloed is van hun respectieve posities op de te maken juridische keuzes. De student is in staat bij het kiezen van een oplossingsstrategie de passende betekenis te geven aan de in dit domein onvermijdelijke spanning tussen het algemeen en het particulier belang. | | - DC
| De student kan het belang en de identiteit van maatschappelijke filters in de beleidsvoering situeren; | | - DC
| De student kan het meerlagige karakter van de overheid en de complexiteit van de besluitvorming expliciteren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student onderkent maatschappelijke en politieke invalshoeken in besproken onderwerpen inzake gekozen allocaties en kan objectief, doch ook kritisch beoordelen in welke mate een gekozen richting, juridisch onderbouwd kan worden. | | - DC
| De student kan de maatschappelijk ethische relevantie van een vervolgingssysteem van fraude en witwassen duiden | | - DC
| De student kan een juridisch onderbouwd standpunt (met inachtneming van ethische en sociaal maatschappelijke aspecten) innemen met betrekking tot de verschillende casussen die hij voorbereidt voor de onderwijsbijeenkomsten. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan in teamverband een juridisch vraagstuk oplossen en de relevante aspecten ervan multidisplinair (binnen het juridische veld) duiden en erover reflecteren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student is in staat om zelf een oordeelsvorming te doen inzake fiscaal en economisch strafrecht en strafprocesrecht in brede juridische zin, om oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate wijze te verwoorden, om te overleggen met groepsleden en in teamverband en om deze oordeelsvorming en bereikte standpunten te presenteren. Hij is in staat die presentatie te geven, rekening houdend met bronnen in de Engelse en Franse (rechts)taal en, mits gebruik van een woordenboek, de Duitse (rechts)taal en deze actief te verwoorden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student heeft inzicht in het belang van een onderhandelingsproces nopens de omvang en allocatie van overheidsmiddelen en in de noodzaak van afweging van en onderhandeling over de beperking van uitgaven en aanwending van schaarse middelen en in de juridische aspecten van dergelijke vraagstukken. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel, dit concreet in debatten en door vraagstelling en interactie met externe experts in de materie, hetzij werkzaam in instellingen belast met een deelaspect der openbare financiën, hetzij met de controle van besteding van middelen of op een andere wijze. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student is in staat om zijn weg te vinden in supranationale rechtsregels, ze te begrijpen, ze te toetsen, aan te wenden en ze toe te passen in een federale, regionale en lokale probleemstelling, en deze toepassing onderbouwd te verantwoorden, zowel in juridische als in strategische zin. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student kan kritisch en zelfstandig omgaan met (digitale) bronnen inzake het fiscaal recht en strafrecht, zowel op europees, federaal, regionaal als lokaal gebeid en dit zowel in het Nederlands, het Frans als in het Engels. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan bronnen inzake wetgeving, rechtspraak en rechtsleer inzake het fiscaal en economisch strafrecht opzoeken, analyseren, interpreteren en deze instrumentaliseren in de eigen oordeelsvorming aangaande het opstellen van en adviseren bij de totstandkoming en uitvoering van overheidsbegrotingen en bij werkzaamheden van besluitvorming in deze rechtstak. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student heeft kennis van en inzicht in verschillende themas die behoren tot het fiscaal recht, strafrecht en strafprocesrecht in financieel en economische zin, dit zowel Belgisch federaal, europees als inzake enkele europese landen. Hij is in staat verbanden te leggen tussen de verschillende thema's. Hij kan die kennis operationeel aanwenden bij het formuleren van oplossingen inzake deze rechtstakken. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student heeft een operationaal aanwendbare en grondige kennis inzake het nationaal en supranationaal fiscaal en economisch strafrecht en kan bereikte inzichten inzake deze rechtstak in individuele probleemstellingen toepassen om tot oplossingen te komen, rekening houdend met de onderlinge beïnvloeding van beslissingen voor en in verschillende beleidsniveaus. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | | - DC
| De student heeft een diepgaand inzicht in de noodzaak van eenmaking van aspecten van het fiscaal recht en het fiscaal en economisch strafrecht in verschillende EU-lidstaten en kan die eenmaking vanuit opgedane kennis concreet beïnvloeden door inzake die rechtstak bestuurders te wijzen op de doorwerking van europees recht in het lokaal wetgevings- en besluitvormingsproces en ze daarover te adviseren en daarin bij te staan. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied, in het bijzonder, in dit opleidingsonderdeel door de eigen analyse van inzichten uit rechtsstelsels van lidstaten van de Europese Unie, gesteld tegenover inzichten elders in Europa en in het eigen Belgisch rechtsgebied en door kennis en inzicht over en in de inwerking van onevenwichten in regelgeving in lidstaten, op de europese globale toestand inzake bestrijding van fiscale fraude en witwassen. De student is in staat het daarvoor ontwikkeld juridisch instrumentarium te begrijpen, te analyseren en toe te passen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemeen: - Zelfstandig fiscale situaties inschatten - Basisnoties van strafrecht en strafprocesrecht gebruiken in een concrete situatie, verbonden met fiscale gevalssituaties - De situatie inschatten vanuit een context van invordering van belastingen, en zo nodig, invordering ervan - Kritisch reflecteren over een fiscaal strafrechtelijke context - Zelfstandig een concreet gerechtsdossier doornemen en hanteren
In het bijzonder voor dit vak: - Belgisch staatsrecht, burgerrechtelijk gerecht, strafrecht, strafprocesrecht, gerechtelijk ondernemingsrecht in een basisversie kennen (bach opleiding rechten) - Basisbegrippen van fiscaal recht, strafrecht en strafprocesrecht hanteren in een concrete context (bach opleiding rechten) - De inhoud van het vak Fiscaal recht kennen - De inhoud en de beginselen van het vak strafrecht en strafprocesrecht kennen
|
|
|
Het vak beoogt de student een dieper inzicht te verschaffen in de werking van het fiscaal en economisch strafprocesrecht. Het behandelt de historische evolutie van het fiscaal en economisch strafprocesrecht en de huidige regeling van de fiscale en economische strafvervolging. Het heeft aandacht voor de administratieve aspecten van de fiscale strafvervolging en de taakverdeling tussen fiscus en vervolgende administraties binnen de administratie van financiën en de parketten en het gerecht. Het bespreekt de fiscale en economische aspecten van een gerechtelijk onderzoek en focust zich op de "moderne problemen" die daarbij aan bod komen, zoals de moderne invulling van het beroepsgeheim en de digitalisering die bijzondere problemen inhoudt.
Het vak richt zich ook op de rechtsbescherming van de verdachte die het voorwerp wordt van een dergelijke strafvervolging en op de rechten die zijn positie moeten vrijwaren voor ontoelaatbare inmenging door de vervolging, en op zijn recht op privacy.
Het vak benadert tot slot de internationale aspecten van gegevensuitwisseling in fiscale zin en dit zowel administratief als via de strafrechtelijke rechtshulp.
Behandelde thema's zijn :
- historische ontwikkeling
- organisatie van de fiscale strafvervolging
- rechtsvergelijkende notities
- aspecten van de administratiefrechtelijke vervolging : onderzoek, vestiging van de belasting, betwisting
- het non bis in idem-beginsel en zijn toepassing in strafrechtelijke en administratieve zin
- rechtsbescherming van de verdachte van een fiscaal misdrijf : het recht op een eerlijk proces
- het fiscaal strafrecht en het witwasmisdrijf
- internationale samenwerking inzake belastingontduiking in administratieve en strafrechtelijke zin
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Andere: | 4 punten van in totaal 20 worden gegeven aan de eigen schriftelijke en mondelinge uiteenzetting nopens een onderdeel van een groepswerk. De evaluatie geschiedt zowel permanent (bekendmaking in de derde lesweek van het kwartiel), als individueel (nu de opdracht deel uitmaakt van een groepswerk, doch met individuele inbreng en quotering). |
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Enkel gebruik van wetgeving is toegelaten (volgens algemene criteria van faculteit rechten aanwezig in schriftelijke vorm). |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Deelname aan alle deelevaluaties 2. Schriftelijke uiteenzetting tijdig indienen volgens richtlijnen onderwijsteam |
|
|
|
Gevolg | 1. Geen examenresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel 2. Voor dit deel van de evaluatie een 0/4 |
|
|
|
Extra info | Tijdens en na iedere onderwijsgroep wordt aan de student meegedeeld of de specifieke doelstelling van ieder hoorcollege of onderwijsgroep bereikt werd. De student verwerft feedback nopens de vraag hoe het hoorcollege of de onderwijsgroep de beoordelingscriteria van het eigenlijke examen benadert en waaraan in het bijzonder aandacht wordt besteed.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | In een eventuele tweede examenkans kan de student verzoeken een vervangende taak voor de evaluatie tijdens de onderwijsperiode (4/20) te maken. De nodige praktische informatie over deze vervangende taak zal meegedeeld worden via Blackboard. Indien de student hier niet om verzoekt, blijft het deelcijfer van de eerste examenkans behouden. Meer concrete informatie wordt verstrekt via Blackboard.
Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Het Misdrijf & Fiscale fraude,Francis Desterbeck,Recentste editie,9789400013759 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusteksten en leesteksten worden per thema ter beschikking gesteld via Blackboard. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming : wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling,VANDERKERKEN Caroline,Larcier,2804420213 |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Strafwetboek
Wetboek van Strafvordering
Wetboek Inkomstenbelastingen
Wetboek Belasting over de Toegevoegde Waarde
|
|
|
|
|
|
| keuze master voor private (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan de verschillende belanghebbenden in Europese en federaal-regionale context en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling inzake overheidsfinanciën, allocatie van overheidsmiddelen en daartoe beschikbaar instrumentarium identificeren en deze integreren in zijn eigen analyse en synthese. | | - DC
| De student kan, op basis, van een analyse van eerdere rechtspraak en de wijzigingen in de rechtspraak die zelf dienen te worden opgezocht keuzes maken voor welbepaalde belangenverdediging en voor een welbepaalde aanpak. | | - DC
| De student kan de verschillende belanghebbenden (partijen) en hun specifieke belangen identificeren (fiscus, belastingplichtige, derden). Hij is in staat om, uitgaande van deze belangen, de juiste aanpak voor te stellen en uit te werken om uit een betwisting te geraken. | | - DC
| De student kan de relevante nationale en internationale actoren (in ruime zin) benoemen, ze plaatsen binnen het jeugdrechtsysteem/het kinderrechtenlandschap en kan ze aanwenden in complexe situaties. | | - DC
| De student heeft bij het voeren van zijn onderzoek oog voor alle belangen die een rol spelen bij de oplossing van het juridisch probleem dat hij wil uitklaren, en belicht deze in zijn masterscriptie. De student kan in een situatie verschillende dimensies onderkennen en betrekken in zijn analyse. | | - DC
| De student kan zich in concrete gevallen positioneren als verdediger van een standpunt. De student kan, na analyse van de positie in het kader van een onderhandeling, geschil of procedure, snel hoofdzaak van bijzaak onderscheiden om nadien een verdedigingsstrategie, aanvalsstrategie of onderhandelingsstrategie te formuleren. | | - DC
| De student kan het recht plaatsen in een maatschappelijk input/output model; | | - DC
| De student kan wanneer hij geconfronteerd wordt met een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, bepalen welke actoren een rol spelen in het conflict en welke de invloed is van hun respectieve posities op de te maken juridische keuzes. De student is in staat bij het kiezen van een oplossingsstrategie de passende betekenis te geven aan de in dit domein onvermijdelijke spanning tussen het algemeen en het particulier belang. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student onderkent maatschappelijke en politieke invalshoeken in besproken onderwerpen inzake gekozen allocaties en kan objectief, doch ook kritisch beoordelen in welke mate een gekozen richting, juridisch onderbouwd kan worden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan in teamverband een juridisch vraagstuk oplossen en de relevante aspecten ervan multidisplinair (binnen het juridische veld) duiden en erover reflecteren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student is in staat om zelf een oordeelsvorming te doen inzake overheidsfinanciën in brede juridische zin, om oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate wijze te verwoorden, om te overleggen met groepsleden en in teamverband en om deze oordeelsvorming en bereikte standpunten te presenteren. Hij is in staat die presentatie te geven, rekening houdend met bronnen in de Engelse en Franse (rechts)taal en, mits gebruik van een woordenboek, de Duitse (rechts)taal en deze actief te verwoorden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student heeft inzicht in het belang van een onderhandelingsproces nopens de omvang en allocatie van overheidsmiddelen en in de noodzaak van afweging van en onderhandeling over de beperking van uitgaven en aanwending van schaarse middelen en in de juridische aspecten van dergelijke vraagstukken. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel, dit concreet in debatten en door vraagstelling en interactie met externe experts in de materie, hetzij werkzaam in instellingen belast met een deelaspect der openbare financiën, hetzij met de controle van besteding van middelen of op een andere wijze. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student is in staat om zijn weg te vinden in supranationale rechtsregels, ze te begrijpen, ze te toetsen, aan te wenden en ze toe te passen in een federale, regionale en lokale probleemstelling, en deze toepassing onderbouwd te verantwoorden, zowel in juridische als in strategische zin. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan bronnen inzake wetgeving, rechtspraak en rechtsleer inzake het recht der overheidsfinanciën opzoeken, analyseren, interpreteren en deze instrumentaliseren in de eigen oordeelsvorming aangaande het opstellen van en adviseren bij de totstandkoming en uitvoering van overheidsbegrotingen en bij werkzaamheden van besluitvorming in deze rechtstak. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student heeft kennis van en inzicht in verschillende themas die behoren tot het recht der overheidsfinanciën, dit zowel Belgisch federaal, europees als inzake enkele europese landen. Hij is in staat verbanden te leggen tussen de verschillende thema's. Hij kan die kennis operationeel aanwenden bij het formuleren van oplossingen inzake het Belgisch recht der overheidsfinanciën. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student kan het Belgische recht vergelijken met het Nederlandse, Franse en Duitse recht. | | - DC
| De student analyseert niet alleen de nationale, supranationale en internationale dimensie van het fiscaal recht en de interactie tussen deze dimensies, maar vormt daarover ook zijn mening op het niveau van de wetgever. | | - DC
| De student heeft een operationaal aanwendbare en grondige kennis inzake het nationaal en supranationaal fiscaal en economisch strafrecht en kan bereikte inzichten inzake deze rechtstak in individuele probleemstellingen toepassen om tot oplossingen te komen, rekening houdend met de onderlinge beïnvloeding van beslissingen voor en in verschillende beleidsniveaus. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | | - DC
| De student heeft een diepgaand inzicht in de noodzaak van eenmaking van aspecten van het fiscaal recht en het fiscaal en economisch strafrecht in verschillende EU-lidstaten en kan die eenmaking vanuit opgedane kennis concreet beïnvloeden door inzake die rechtstak bestuurders te wijzen op de doorwerking van europees recht in het lokaal wetgevings- en besluitvormingsproces en ze daarover te adviseren en daarin bij te staan. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied, in het bijzonder, in dit opleidingsonderdeel door de eigen analyse van inzichten uit rechtsstelsels van lidstaten van de Europese Unie, gesteld tegenover inzichten elders in Europa en in het eigen Belgisch rechtsgebied en door kennis en inzicht over en in de inwerking van onevenwichten in regelgeving in lidstaten, op de europese globale toestand inzake bestrijding van fiscale fraude en witwassen. De student is in staat het daarvoor ontwikkeld juridisch instrumentarium te begrijpen, te analyseren en toe te passen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemeen: - Zelfstandig fiscale situaties inschatten - Basisnoties van strafrecht en strafprocesrecht gebruiken in een concrete situatie, verbonden met fiscale gevalssituaties - De situatie inschatten vanuit een context van invordering van belastingen, en zo nodig, invordering ervan - Kritisch reflecteren over een fiscaal strafrechtelijke context - Zelfstandig een concreet gerechtsdossier doornemen en hanteren
In het bijzonder voor dit vak: - Belgisch staatsrecht, burgerrechtelijk gerecht, strafrecht, strafprocesrecht, gerechtelijk ondernemingsrecht in een basisversie kennen (bach opleiding rechten) - Basisbegrippen van fiscaal recht, strafrecht en strafprocesrecht hanteren in een concrete context (bach opleiding rechten) - De inhoud van het vak Fiscaal recht kennen - De inhoud en de beginselen van het vak strafrecht en strafprocesrecht kennen
|
|
|
Het vak beoogt de student een dieper inzicht te verschaffen in de werking van het fiscaal en economisch strafprocesrecht. Het behandelt de historische evolutie van het fiscaal en economisch strafprocesrecht en de huidige regeling van de fiscale en economische strafvervolging. Het heeft aandacht voor de administratieve aspecten van de fiscale strafvervolging en de taakverdeling tussen fiscus en vervolgende administraties binnen de administratie van financiën en de parketten en het gerecht. Het bespreekt de fiscale en economische aspecten van een gerechtelijk onderzoek en focust zich op de "moderne problemen" die daarbij aan bod komen, zoals de moderne invulling van het beroepsgeheim en de digitalisering die bijzondere problemen inhoudt.
Het vak richt zich ook op de rechtsbescherming van de verdachte die het voorwerp wordt van een dergelijke strafvervolging en op de rechten die zijn positie moeten vrijwaren voor ontoelaatbare inmenging door de vervolging, en op zijn recht op privacy.
Het vak benadert tot slot de internationale aspecten van gegevensuitwisseling in fiscale zin en dit zowel administratief als via de strafrechtelijke rechtshulp.
Behandelde thema's zijn :
- historische ontwikkeling
- organisatie van de fiscale strafvervolging
- rechtsvergelijkende notities
- aspecten van de administratiefrechtelijke vervolging : onderzoek, vestiging van de belasting, betwisting
- het non bis in idem-beginsel en zijn toepassing in strafrechtelijke en administratieve zin
- rechtsbescherming van de verdachte van een fiscaal misdrijf : het recht op een eerlijk proces
- het fiscaal strafrecht en het witwasmisdrijf
- internationale samenwerking inzake belastingontduiking in administratieve en strafrechtelijke zin
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Evaluatievorm in overleg met student tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Andere: | 4 punten van in totaal 20 worden gegeven aan de eigen schriftelijke en mondelinge uiteenzetting nopens een onderdeel van een groepswerk. De evaluatie geschiedt zowel permanent (bekendmaking in de derde lesweek van het kwartiel), als individueel (nu de opdracht deel uitmaakt van een groepswerk, doch met individuele inbreng en quotering). |
|
|
|
|
|
|
|
|
Examenvorm te kiezen in overleg met de student | 0 % |
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Enkel gebruik van wetgeving is toegelaten (volgens algemene criteria van faculteit rechten aanwezig in schriftelijke vorm). |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Deelname aan alle deelevaluaties 2. Schriftelijke uiteenzetting tijdig indienen volgens richtlijnen onderwijsteam |
|
|
|
Gevolg | 1. Geen examenresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel 2. Voor dit deel van de evaluatie een 0/4 |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | Tijdens en na iedere onderwijsgroep wordt aan de student meegedeeld of de specifieke doelstelling van ieder hoorcollege of onderwijsgroep bereikt werd. De student verwerft feedback nopens de vraag hoe het hoorcollege of de onderwijsgroep de beoordelingscriteria van het eigenlijke examen benadert en waaraan in het bijzonder aandacht wordt besteed.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | In een eventuele tweede examenkans kan de student verzoeken een vervangende taak voor de evaluatie tijdens de onderwijsperiode (4/20) te maken. De nodige praktische informatie over deze vervangende taak zal meegedeeld worden via Blackboard. Indien de student hier niet om verzoekt, blijft het deelcijfer van de eerste examenkans behouden. Meer concrete informatie wordt verstrekt via Blackboard.
Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Het Misdrijf & Fiscale fraude,Francis Desterbeck,Recentste editie,9789400013759 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusteksten en leesteksten worden per thema ter beschikking gesteld via Blackboard. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming : wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling,VANDERKERKEN Caroline,Larcier,2804420213 |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Strafwetboek
Wetboek van Strafvordering
Wetboek Inkomstenbelastingen
Wetboek Belasting over de Toegevoegde Waarde
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|