Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Actuele visies op mobiliteit 2 (3659)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor jaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 81 | 3,0 | 40 | 41 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| DC3: De student plant zelfstandig zijn/haar werk en bewaakt deze planning. De student houdt hierbij een heldere planning aan en gaat passend met de beschikbare tijd om. | | - DC
| DC4: De student leert zichzelf kennen door schriftelijke zelfreflectie en door discussie over zijn/haar werk. | - EC
| EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines. | | - DC
| DC1: De student heeft zicht op het bredere interdisciplinaire kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert. | | - DC
| DC2: De student kan de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines aantonen. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. | | - DC
| DC2: De student kan naast de maatschappij ook de andere stakeholders (belanghebbenden) en hun specifieke belangen identificeren. | | - DC
| DC3: De student kan beredeneren en beschrijven welke invloed stakeholders mogelijk zullen ervaren van een advies en kan hierover een standpunt innemen en dit beargumenteren. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | | - DC
| DC2: De student onderzoekt welke onderdelen van een (inter)nationaal beleidskader op een bepaalde regio toepasbaar zijn. | | - DC
| DC3: De student treedt in interactie met verschillende gesprekspartners in het werkveld. | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen. | | - DC
| DC1: De student is in staat om op een professionele manier schriftelijk te communiceren. | | - DC
| DC2: De student is in staat om op een professionele manier mondeling te communiceren. | - EC
| EC7: De afgestudeerde is in staat om constructief en coöperatief in teamverband naar oplossingen toe te werken. | | - DC
| DC1: De student staat open voor het gedachtegoed van anderen. | | - DC
| DC2: De student kan onderbouwde feedback aan medestudenten geven alsook ontvangen. | | - DC
| DC3: De student werkt actief mee in de groepsdynamische processen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Er is geen specifieke voorkennis vereist.
|
|
|
De student maakt een portfolio van een aantal actuele topics (zoals studiedagen, gastsprekers, media, stadsbezoek, enz.) waarin hij/zij kritisch reflecteert en dit koppelt aan de volledige opleiding. Het voornaamste doel is dat studenten actief met de mobiliteitsgerelateerde actualiteit bezig zijn, de actualiteit op de voet volgen, hier kritisch over reflecteren met behulp van hun verworven kennis en de interactie tussen verschillende disciplines, leerlijnen en opleidingsonderdelen ontdekken.
Een greep uit de mogelijke onderwerpen die tijdens het OPO aan bod kunnen komen:
- De studenten nemen deel aan een symposium met een internationale focus
- De studenten volgen en maken een mobiliteitsgerelateerde podcast.
- De studenten werken aan een verkeerstijdschrift (vb. verkeersspecialist). Op basis van verschillende internationale media worden mobiliteitsgerelateerde thema's verder uitgediept. Hierbij wordt een duidelijke link gelegd met de leerstof van de afgelopen jaren. De studenten gaan hierbij creatief en zelfstandig aan de slag.
- Studenten volgen actief de actualiteit op, waarbij de focus ligt op internationale onderwerpen. Aan de hand van worldcafés wordt deze actualiteit verwerkt in het portfolio en wordt hierover gedebatteerd/gereflecteerd.
- Deelname aan studiedag/excursie
|
|
|
|
|
|
|
Conferentie/symposium ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Seminarie ✔
|
|
|
Studenten challenge ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
|
Andere: | Mobiliteitsmagazine |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1) De student dient actief deel te nemen aan de vooropgestelde activiteiten (zie studieleidraad). 2) De student moet tijdig zijn portfolio indienen. 3) De student moet minstens een tolereerbaar cijfer behalen (minstens 8/20) op zijn portfolio, om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1) Indien de student niet voldoet aan bovengenoemd punt 1, krijgt hij/zij de score 'N' en zal hij het opleidingsonderdeel in het volgende academiejaar volledig opnieuw moeten opnemen. Een herkansing tijdens tweede zit is dan niet mogelijk. 2) Indien de student zijn portfolio laattijdig indient krijgt hij als eindresultaat N. De student krijgt de mogelijkheid om zijn portfolio opnieuw in te dienen tijdens de tweede examenkans. 3) Indien de student geen tolereerbaar cijfer behaalt krijgt hij als eindresultaat fail. De student krijgt de mogelijkheid om zijn (herwerkt) portfolio opnieuw in te dienen tijdens de tweede examenkans. |
|
|
|
Extra info | Indien de student het vak niet succesvol afrondt in eerste zit, dient hij bij de docent navraag te doen of 2e zit mogelijk is, of dat het opleidingsonderdeel hernomen dient te worden in het volgend academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het studiemateriaal wordt hoofdzakelijk door de studenten zelf verzameld uit de actualiteit. Overig lesmateriaal wordt door de docent op het blackboard platform geplaatst. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|