Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Fysica: golven (3832)
|
6.0 stptn |
|
|
Thermodynamica (4086)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.6 De student heeft kennis van de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen. | | | - BC
| De student(e) kent van stromingsmechanica, pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.6 De student kan de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen verklaren aan de hand van basisprincipes uit de thermodynamica en (stromings)mechanica. | | | - BC
| De student(e) kan van stromingsmechanica en van pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... verklaren, vergelijken, en correct gebruiken voor het oplossen van ingenieursproblemen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.3 De student kan karakteristieken en prestaties van welomschreven thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen analyseren. | | | - BC
| De student(e) kan een vraagstuk oplossen betreffende een leidingsnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren alsook met kleppen, bochten en andere componenten. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.3 De student kan componenten van welomschreven thermotechnische energieconversiesystemen selecteren of dimensioneren. | | | - BC
| De student(e) kan voor een welomschreven toepassing op een onderbouwde manier een leidingenstelsel dimensioneren en hiervoor een geschikte pomp/ventilator kiezen met inbegrip van eventuele toerental regeling en serie/parallel schakeling. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student(e) kan resultaten bekomen uit een vraagstuk of project betreffende een leidingnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren kritisch bekijken. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan een schriftelijk verslag opstellen van een projectopdracht die individueel of in groep werd gemaakt. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basiskennis thermodynamica (o.m. ideale gassen en vloeistoffen, enthalpie, volumearbeid , stromingsarbeid, technische arbeid) en kan thermodynamische processen grafisch voorstellen en berekenen. De student beschikt over basiskennis mechanica (samengestelde beweging) en de student beschikt over elementaire kennis van vloeistoffenmechanica (druk, hydrostatische wet, wet van Bernoulli, viscositeit).
|
|
|
Pompen, ventilatoren en compressoren zijn vitale componenten in een industrieel productieproces. Reeds in de ontwerpfase van een industriële installatie dient de juiste keuze gemaakt te worden betreffende het type en de grootte van de machine, en dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden om een juiste installatie mogelijk te maken. Ook is het van belang dat de ingenieur de correcte werking van een machine kan beoordelen met oog op de bedrijfszekerheid van het proces. Om de juiste keuzes te maken beroept de ingenieur zich telkens op theoretische grondslagen. Daarenboven verdienen pompen, ventilatoren en compressoren een grondige theoretische studie omdat ze essentiële bouwstenen vormen van geïntegreerde ingenieurssystemen voor productie van warmte, koude en mechanisch/elektrisch vermogen (ketels, zonneboilers, koelmachines, inwendige verbrandingsmotoren, vliegtuigmotoren, thermische centrales, WKK installaties, ). Enkel met kennis van de basiscomponenten kunnen deze systemen succesvol worden geanalyseerd, ontworpen, verbeterd, en ingezet. Pompen, compressoren en ventilatoren worden uiteraard altijd ingewerkt in een volledig proces waarbij kennis over het proces en meer specifiek de stroming van vloeistoffen (en gassen) in buizen van belang is om de correcte pomp/compressor te kiezen. In deze cursus wordt daarom eerst ingegaan op stromingsleer met een focus op een stroming door leidingen en opvoerhoogtes. Daarna worden voor pompen, ventilatoren en compressoren zowel de theoretische werkingsprincipes bestudeerd als de reële prestaties, selectie en toepassing van deze machines in de praktijk. Met de competenties die de student(e) verwerft zal hij/zij later dan ook in staat zijn installaties te ontwerpen/beheren en zijn/haar kennis van pompen, ventilatoren en compressoren zelfstandig te verdiepen.
1. stromingsmechanica 2. pompsystemen 3. rotodynamische pompen 4. verdringerpompen 5. compressoren
6. ventilatoren
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van de projectopdracht (4/20) worden enkel overgenomen vanuit de eerste examenkans als een 12/20 werd behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het punt op het project kan overgedragen worden naar het volgende academiejaar enkel en alleen als minstens 12/20 werd gehaald op het project. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Pompen en Compressoren,Borremans,9789401469364 |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra pdf ter ondersteuning van hoofdstuk 1 van het boek "Pompen en Compressoren" met bijkomende info over stromingsmechanica.
Oefenbundel Stromingsmechanica en -machines |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld: Pompen, compressoren en ventilatoren zijn alomtegenwoordig in de industrie en zijn vaak vitale componenten in een productieproces. De ingenieur moet over de nodige kennis beschikken om deze machines succesvol in te kunnen zetten in de praktijk. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Chemie: optie duurzame procestechnologie of farma en fijnchemie - deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: optie voeding en packaging of kunststoffen en packaging deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: pba agro- en biotechnologie voor optie voeding en packaging deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: pba chemie afstudeerrichting procestechnologie voor alle opties deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Energie - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.7 De student kent de basisprincipes van de thermodynamica. | | | - BC
| De student(e) kent van stromingsmechanica, pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.7 De student heeft inzicht de basisprincipes van de thermodynamica. | | | - BC
| De student(e) kan van stromingsmechanica en van pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... verklaren, vergelijken, en correct gebruiken voor het oplossen van ingenieursproblemen. | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.11 De student kan eenvoudige problemen binnen energieconversie en stromingsleer analyseren. | | | - BC
| De student(e) kan een vraagstuk oplossen betreffende een leidingsnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren alsook met kleppen, bochten en andere componenten. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.12 De student kan eenvoudige problemen binnen energieconversie oplossen. | | | - BC
| De student(e) kan voor een welomschreven toepassing op een onderbouwde manier een leidingenstelsel dimensioneren en hiervoor een geschikte pomp/ventilator kiezen met inbegrip van eventuele toerental regeling en serie/parallel schakeling. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student(e) kan resultaten bekomen uit een vraagstuk of project betreffende een leidingnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren kritisch bekijken. | - EC
| EC9 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan een schriftelijk verslag opstellen van een projectopdracht die individueel of in groep werd gemaakt. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basiskennis thermodynamica (o.m. ideale gassen en vloeistoffen, enthalpie, volumearbeid , stromingsarbeid, technische arbeid) en kan thermodynamische processen grafisch voorstellen en berekenen. De student beschikt over basiskennis mechanica (samengestelde beweging) en de student beschikt over elementaire kennis van vloeistoffenmechanica (druk, hydrostatische wet, wet van Bernoulli, viscositeit).
|
|
|
Pompen, ventilatoren en compressoren zijn vitale componenten in een industrieel productieproces. Reeds in de ontwerpfase van een industriële installatie dient de juiste keuze gemaakt te worden betreffende het type en de grootte van de machine, en dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden om een juiste installatie mogelijk te maken. Ook is het van belang dat de ingenieur de correcte werking van een machine kan beoordelen met oog op de bedrijfszekerheid van het proces. Om de juiste keuzes te maken beroept de ingenieur zich telkens op theoretische grondslagen. Daarenboven verdienen pompen, ventilatoren en compressoren een grondige theoretische studie omdat ze essentiële bouwstenen vormen van geïntegreerde ingenieurssystemen voor productie van warmte, koude en mechanisch/elektrisch vermogen (ketels, zonneboilers, koelmachines, inwendige verbrandingsmotoren, vliegtuigmotoren, thermische centrales, WKK installaties, ). Enkel met kennis van de basiscomponenten kunnen deze systemen succesvol worden geanalyseerd, ontworpen, verbeterd, en ingezet. Pompen, compressoren en ventilatoren worden uiteraard altijd ingewerkt in een volledig proces waarbij kennis over het proces en meer specifiek de stroming van vloeistoffen (en gassen) in buizen van belang is om de correcte pomp/compressor te kiezen. In deze cursus wordt daarom eerst ingegaan op stromingsleer met een focus op een stroming door leidingen en opvoerhoogtes. Daarna worden voor pompen, ventilatoren en compressoren zowel de theoretische werkingsprincipes bestudeerd als de reële prestaties, selectie en toepassing van deze machines in de praktijk. Met de competenties die de student(e) verwerft zal hij/zij later dan ook in staat zijn installaties te ontwerpen/beheren en zijn/haar kennis van pompen, ventilatoren en compressoren zelfstandig te verdiepen.
1. stromingsmechanica 2. pompsystemen 3. rotodynamische pompen 4. verdringerpompen 5. compressoren
6. ventilatoren
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van de projectopdracht (4/20) worden enkel overgenomen vanuit de eerste examenkans als een 12/20 werd behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het punt op het project kan overgedragen worden naar het volgende academiejaar enkel en alleen als minstens 12/20 werd gehaald op het project. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Pompen en Compressoren,Borremans,9789401469364 |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra pdf ter ondersteuning van hoofdstuk 1 van het boek "Pompen en Compressoren" met bijkomende info over stromingsmechanica.
Oefenbundel Stromingsmechanica en -machines |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld: Pompen, compressoren en ventilatoren zijn alomtegenwoordig in de industrie en zijn vaak vitale componenten in een productieproces. De ingenieur moet over de nodige kennis beschikken om deze machines succesvol in te kunnen zetten in de praktijk. |
|
|
|
|
|
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.6 De student heeft kennis van de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen. | | | - BC
| De student(e) kent van stromingsmechanica, pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.6 De student kan de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen verklaren aan de hand van basisprincipes uit de thermodynamica en (stromings)mechanica. | | | - BC
| De student(e) kan van stromingsmechanica en van pompen, ventilatoren en compressoren de relevante begrippen, grootheden, werkingsprincipes, optredende processen, prestatiekenmerken, bouwwijzen... verklaren, vergelijken, en correct gebruiken voor het oplossen van ingenieursproblemen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.3 De student kan karakteristieken en prestaties van welomschreven thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen analyseren. | | | - BC
| De student(e) kan een vraagstuk oplossen betreffende een leidingsnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren alsook met kleppen, bochten en andere componenten. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.3 De student kan componenten van welomschreven thermotechnische energieconversiesystemen selecteren of dimensioneren. | | | - BC
| De student(e) kan voor een welomschreven toepassing op een onderbouwde manier een leidingenstelsel dimensioneren en hiervoor een geschikte pomp/ventilator kiezen met inbegrip van eventuele toerental regeling en serie/parallel schakeling. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student(e) kan resultaten bekomen uit een vraagstuk of project betreffende een leidingnetwerk met pompen, ventilatoren of compressoren kritisch bekijken. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan een schriftelijk verslag opstellen van een projectopdracht die individueel of in groep werd gemaakt. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basiskennis thermodynamica (o.m. ideale gassen en vloeistoffen, enthalpie, volumearbeid , stromingsarbeid, technische arbeid) en kan thermodynamische processen grafisch voorstellen en berekenen. De student beschikt over basiskennis mechanica (samengestelde beweging) en de student beschikt over elementaire kennis van vloeistoffenmechanica (druk, hydrostatische wet, wet van Bernoulli, viscositeit).
|
|
|
Pompen, ventilatoren en compressoren zijn vitale componenten in een industrieel productieproces. Reeds in de ontwerpfase van een industriële installatie dient de juiste keuze gemaakt te worden betreffende het type en de grootte van de machine, en dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden om een juiste installatie mogelijk te maken. Ook is het van belang dat de ingenieur de correcte werking van een machine kan beoordelen met oog op de bedrijfszekerheid van het proces. Om de juiste keuzes te maken beroept de ingenieur zich telkens op theoretische grondslagen. Daarenboven verdienen pompen, ventilatoren en compressoren een grondige theoretische studie omdat ze essentiële bouwstenen vormen van geïntegreerde ingenieurssystemen voor productie van warmte, koude en mechanisch/elektrisch vermogen (ketels, zonneboilers, koelmachines, inwendige verbrandingsmotoren, vliegtuigmotoren, thermische centrales, WKK installaties, ). Enkel met kennis van de basiscomponenten kunnen deze systemen succesvol worden geanalyseerd, ontworpen, verbeterd, en ingezet. Pompen, compressoren en ventilatoren worden uiteraard altijd ingewerkt in een volledig proces waarbij kennis over het proces en meer specifiek de stroming van vloeistoffen (en gassen) in buizen van belang is om de correcte pomp/compressor te kiezen. In deze cursus wordt daarom eerst ingegaan op stromingsleer met een focus op een stroming door leidingen en opvoerhoogtes. Daarna worden voor pompen, ventilatoren en compressoren zowel de theoretische werkingsprincipes bestudeerd als de reële prestaties, selectie en toepassing van deze machines in de praktijk. Met de competenties die de student(e) verwerft zal hij/zij later dan ook in staat zijn installaties te ontwerpen/beheren en zijn/haar kennis van pompen, ventilatoren en compressoren zelfstandig te verdiepen.
1. stromingsmechanica 2. pompsystemen 3. rotodynamische pompen 4. verdringerpompen 5. compressoren
6. ventilatoren
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van de projectopdracht (4/20) worden enkel overgenomen vanuit de eerste examenkans als een 12/20 werd behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het punt op het project kan overgedragen worden naar het volgende academiejaar enkel en alleen als minstens 12/20 werd gehaald op het project. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Pompen en Compressoren,Borremans,9789401469364 |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra pdf ter ondersteuning van hoofdstuk 1 van het boek "Pompen en Compressoren" met bijkomende info over stromingsmechanica.
Oefenbundel Stromingsmechanica en -machines |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld: Pompen, compressoren en ventilatoren zijn alomtegenwoordig in de industrie en zijn vaak vitale componenten in een productieproces. De ingenieur moet over de nodige kennis beschikken om deze machines succesvol in te kunnen zetten in de praktijk. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|