Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Elektromagnetisme en wisselstroom (4085)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.1 De student heeft kennis van de verwerking van signalen en van de modellering van systemen. | | | - BC
| De student kent de werking van de PBM-convertor (PWM) voor het omzetten van DC naar DC of AC. | | | - BC
| De student kent de overgangsverschijnselen bij het inschakelen van een DC- of AC-bron met als belasting een resistieve, een inductieve of capacitieve belasting. | | - DC
| EM 1.5 De student heeft kennis van de opbouw, de werking en de aansturing van elektrische machines/aandrijvingen, elektrische installaties en het elektriciteitsnet. | | | - BC
| De student kent de opbouw, werking, basisformules (+ afleiding) en equivalent schema (+ afleiding) van 1-fasige transformator, DC-machine, inductiemotor en synchroon-motor. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.5 De student heeft inzicht in de opbouw, de werking en de aansturing van elektrische machines/aandrijvingen, elektrische installaties en het elektriciteitsnet. | | | - BC
| De student kan op basis van de meetgegevens het equivalent schema opstellen voor de elektrische machines. | | | - BC
| De student kan op basis van de catalogus gegevens of op basis van de kenplaat gegevens het equivalent schema opstellen voor de elektrische machines. | | | - BC
| De student kan op basis van belastingsgegevens de juiste machine selecteren. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student kan de theoretische modellen uit de cursus toepassen op de meetgegevens van het labo. | | - DC
| EM 5.2 De student kan een industriële elektrische installatie en een elektrische aandrijflijn analyseren. | | | - BC
| De student kan de meetresultaten van elektrische machines vertalen naar een equivalent schema. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student kan op basis van een opgave de correcte oplossingsmethode selecteren. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student kan de meetresultaten kritisch toetsen aan het equivalent schema en afwijkingen bespreken in een verslag. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan de stroom en de spanning van een schakeling berekenen. Deze schakeling kan bestaan uit weerstanden, spoelen, condensators, spanningsbronnen en stroombronnen. Voor deze berekeningen kan de student gebruik maken van complexe getallen en kan de berekende spanningen en stromen weergeven in fasor-diagrammen. De student is vertrouwd met rendement, mechanisch vermogen, actief en reactief vermogen en schijnbaar vermogen (ook in complexe notatie). De student kent de basisbegrippen van elektrostatica en elektromagnetisme.
|
|
|
Elektrische machines vormen een belangrijke basis voor onder andere industriële processen, de distributie van elektrische energie en elektrische voertuigen. De theoretische benadering van de hoorcolleges wordt ondersteund door oefenzittingen, laboproeven en simulatiemodellen zodat de student naast theoretisch inzicht ook nodige vaardigheden verwerft.
|
Applicatiecolleges: De applicatie colleges bieden de student een theoretische basis over de verschillende machines. Hier wordt de nadruk gelegd op de werkingsprincipes, het gedrag, het gebruik en de verscheidene toepassingen van elektrische machines. De applicatiecolleges zijn een combinatie van hoor- en oefencolleges, waarin theorie, oefeningen en toepassingen elkaar afwisselen.
- Herhaling elektromagnetisme: in functie van de elektrische machines
- Transformators: opbouw, werking, basisformules en equivalent schema
- DC-machines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Inductiemachines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Synchroon machines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Vermogen-elektronica: in functie van de sturing van de machines
|
Labo elektrische machines: Tijdens deze labo's leert de student hoe de verschillende elektrische machines en meettoestellen aan te sluiten, metingen uit te voeren en de resultaten te interpreteren. De meetresultaten of gelijkaardige informatie worden daarna verwerkt in de responsiecolleges.
Labo-examen voor de normale examenperiode: De student moet in staat zijn om een schakeling op te bouwen, de gevraagde metingen uit te voeren en blijk geven van het nodige inzicht bij het interpreteren van de meetresultaten.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Extra info | Tijdens het schriftelijk examen mag de student gebruik maken van een formularium (voorzien tijdens het examen) en van een grafisch rekenmachine.
Bij ongewettigde afwezigheid voor een labo of onvoldoende inzet tijdens het labo wordt er gebruik gemaakt van een PEf (permanente evaluatie factor). Deze factor PEf is 1 bij aanvang van het semester en wordt verminderd met 100/6 % bij ongewettigde afwezigheid of onvoldoende inzet tijdens het labo. De behaalde punten van het labo-examen worden met deze factor vermenigvuldigd (punten labo examen = PEf x beoordeling labo examen).
Er is geen vervangende opdracht voor het labo-examen voor de 2de examenkans. De score/evaluatie uit de 1ste examenkans blijft behouden. Er is verder ook geen overdracht van het labocijfer naar een volgend academiejaar mogelijk. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Cursus Elektrische Machines |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra informatie is terug te vinden op Toledo.
Grafisch rekenmachine. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek en werkveld:
De elektrische machines komen nog uitgebreid aan bod in de industriële aandrijving, automatisatie en elektrische voertuigen. In dit vak wordt de basis gelegd voor het begrip over deze machines en het maken van een onderbouwde keuze voor het type machine.
Contacten met onderzoek en industrie zorgen voor een engagerende cursus die up-to-date gehouden wordt met de nieuwste ontwikkelingen en toepassingen. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 2 | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 2 | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Energie - deel 2 | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student kan de stroom en de spanning van een schakeling berekenen. Deze schakeling kan bestaan uit weerstanden, spoelen, condensators, spanningsbronnen en stroombronnen. Voor deze berekeningen kan de student gebruik maken van complexe getallen en kan de berekende spanningen en stromen weergeven in fasor-diagrammen. De student is vertrouwd met rendement, mechanisch vermogen, actief en reactief vermogen en schijnbaar vermogen (ook in complexe notatie). De student kent de basisbegrippen van elektrostatica en elektromagnetisme.
|
|
|
Elektrische machines vormen een belangrijke basis voor onder andere industriële processen, de distributie van elektrische energie en elektrische voertuigen. De theoretische benadering van de hoorcolleges wordt ondersteund door oefenzittingen, laboproeven en simulatiemodellen zodat de student naast theoretisch inzicht ook nodige vaardigheden verwerft.
|
Applicatiecolleges: De applicatie colleges bieden de student een theoretische basis over de verschillende machines. Hier wordt de nadruk gelegd op de werkingsprincipes, het gedrag, het gebruik en de verscheidene toepassingen van elektrische machines. De applicatiecolleges zijn een combinatie van hoor- en oefencolleges, waarin theorie, oefeningen en toepassingen elkaar afwisselen.
- Herhaling elektromagnetisme: in functie van de elektrische machines
- Transformators: opbouw, werking, basisformules en equivalent schema
- DC-machines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Inductiemachines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Synchroon machines: werkingsprincipe, gedrag, gebruik en toepassingen
- Vermogen-elektronica: in functie van de sturing van de machines
|
Labo elektrische machines: Tijdens deze labo's leert de student hoe de verschillende elektrische machines en meettoestellen aan te sluiten, metingen uit te voeren en de resultaten te interpreteren. De meetresultaten of gelijkaardige informatie worden daarna verwerkt in de responsiecolleges.
Labo-examen voor de normale examenperiode: De student moet in staat zijn om een schakeling op te bouwen, de gevraagde metingen uit te voeren en blijk geven van het nodige inzicht bij het interpreteren van de meetresultaten.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Extra info | Tijdens het schriftelijk examen mag de student gebruik maken van een formularium (voorzien tijdens het examen) en van een grafisch rekenmachine.
Bij ongewettigde afwezigheid voor een labo of onvoldoende inzet tijdens het labo wordt er gebruik gemaakt van een PEf (permanente evaluatie factor). Deze factor PEf is 1 bij aanvang van het semester en wordt verminderd met 100/6 % bij ongewettigde afwezigheid of onvoldoende inzet tijdens het labo. De behaalde punten van het labo-examen worden met deze factor vermenigvuldigd (punten labo examen = PEf x beoordeling labo examen).
Er is geen vervangende opdracht voor het labo-examen voor de 2de examenkans. De score/evaluatie uit de 1ste examenkans blijft behouden. Er is verder ook geen overdracht van het labocijfer naar een volgend academiejaar mogelijk. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Cursus Elektrische Machines |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra informatie is terug te vinden op Toledo.
Grafisch rekenmachine. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek en werkveld:
De elektrische machines komen nog uitgebreid aan bod in de industriële aandrijving, automatisatie en elektrische voertuigen. In dit vak wordt de basis gelegd voor het begrip over deze machines en het maken van een onderbouwde keuze voor het type machine.
Contacten met onderzoek en industrie zorgen voor een engagerende cursus die up-to-date gehouden wordt met de nieuwste ontwikkelingen en toepassingen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|