Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Celcommunicatie en biochemie (3905)
|
11.0 stptn |
|
|
Hoofd en hals (4027)
|
11.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Borst, buik en bekken (3903)
|
11.0 stptn |
|
|
Histologie en genetica (3814)
|
11.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de geneeskunde | Verplicht | 297 | 11,0 | 297 | 11,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de beschikbare evidentie. | | - DC
| DC1.1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cellen en weefsels in normale en pathologische omstandigheden. | | - DC
| DC1.2 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de organen en het menselijk lichaam in normale en pathologische omstandigheden. | | - DC
| DC1.4 De bachelor in de geneeskunde past de kennis uit de klinische en biomedische wetenschappen toe om veelvoorkomende medische problemen te identificeren, diagnosticeren en behandelen. | | - DC
| DC1.5 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken. | - EC
| EC2 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, onder begeleiding, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden en een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven. | | - DC
| DC2.1 De bachelor in de geneeskunde neemt een patiënt-georiënteerde klinische anamnese af en voert lichamelijk onderzoek uit voor de meest voorkomende ziektebeelden. | | - DC
| DC2.1 De bachelor in de geneeskunde neemt een patiënt-georiënteerde klinische anamnese af en voert lichamelijk onderzoek uit voor de meest voorkomende ziektebeelden. | - EC
| EC5 De bachelor in de geneeskunde kan in academische context en in het werkveld doeltreffend communiceren met andere spelers. | | - DC
| DC5.1 De bachelor in de geneeskunde communiceert schriftelijk en mondeling op een begrijpelijke, volledige, correcte en overzichtelijke manier in de academische context. | - EC
| EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk. | | - DC
| DC10.1 De bachelor in de geneeskunde onderkent het belang van de (ethische) principes en de rol van wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg. | | - DC
| DC10.2 De bachelor in de geneeskunde kan wetenschappelijke informatie kritisch analyseren. | | - DC
| DC10.3 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste kennisbronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:
- Histologie en genetica
- Borst, buik en bekken
- Celcommunicatie en biochemie
- Hoofd en hals
|
|
|
Het leven van een mens wordt grotendeels bepaald door zijn interacties met de omgeving. Deze interacties houden in dat de mens kan reageren op signalen uit de omgeving en ook zelf signalen kan uitsturen. Algemeen impliceert de term omgeving zowel de externe omgeving (de wereld buiten het lichaam) als de inwendige omgeving (inhoud van het lichaam). Het zenuwstelsel bevat sensorische componenten die prikkels uit de omgeving detecteren, integrerende componenten die sensorische en andere gegevens geleiden en opslaan, en de motorische componenten die beweging en orgaanfuncties genereren. De hersencortex is bovendien verantwoordelijk voor de hogere functies die specifiek zijn voor de mens.
In dit blok maakt de student(e) kennis met diverse neurowetenschappen. Het voornaamste doel is tot een geïntegreerd inzicht tussen bouw en functie te komen. Enkel op deze wijze is het mogelijk de achtergronden van het pathologisch functioneren van deze structuren te begrijpen. Hierbij zullen ook technieken en onderzoeksmethodes ter sprake komen, in zoverre deze van belang zijn voor het verwerven van inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de neurowetenschappen.
Doelstellingen
- De student(e) heeft inzicht in de microscopische en macroscopische bouw en in de functie van het centrale zenuwstel en van de zintuigen.
- De student(e) herkent de normale structuren van het centrale zenuwstelsel en van de zintuigen op histologische en anatomische preparaten, en op beeldvormingmateriaal uit de kliniek.
- De student(e) kan op basis van neuroanatomische, neurofysiologische en neurofarmacologische gegevens een aantal klinische aandoeningen interpreteren.
- De student(e) kan een aantal klinische casussen over het centrale zenuwstelsel en de zintuigen analyseren.
- De student(e) kent de belangrijkste technische mogelijkheden die in de kliniek worden gebruikt om anatomische structuren van het centrale zenuwstelsel en de zintuigen in beeld te brengen.
- De student(e) heeft inzicht in de technieken die gebruikt worden voor klinisch onderzoek van het centraal zenuwstelsel en de zintuigen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 11,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 18 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel de onderdelen (kennis- en/of kwartieltoets) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 82 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel de onderdelen (kennis- en/of kwartieltoets) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Actieve deelname aan de integratiecasussen is verplicht.
De evaluatie van het kwartiel bestaat uit verschillende onderdelen. Voor alle onderdelen (de gewogen kennistoetsen en de kwartieltoets) dient de student minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student gewettigd afwezig is op de integratiecasus neemt de student contact op met de coördinerend verantwoordelijke om een ad hoc regeling uit te werken. Een student die ongewettigd afwezig is op de integratiecasus maakt een alternatieve opdracht en dient deze uiterlijk in op de dag van het examen. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student ‘F’ (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode.
Een student die op een onderdeel van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier ‘F’ (fail). Dit eindcijfer is niet tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Dit eindcijfer is tolereerbaar.
Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student contact op met de coördinator van het opleidingsonderdeel om na te gaan welke onderdelen hij/zij moet hernemen. |
|
|
|
Extra info | De schriftelijke toets tijdens het blok bestaat uit één kennistoets (2sp) die de domeinspecifieke kennis bevraagt. Een tweede kennistoets (2sp) wordt afgenomen in de examenperiode. Aan de kennistoetsen wordt één gewogen deelcijfer toegekend (4sp). De kwartieltoets (7sp) wordt afgenomen in de examenperiode.
De herkansing kan op een andere locatie dan de campus plaatsvinden.
De kennistoetsen worden afgenomen in Docimo/Ans met zekerheidsgraden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De examenvorm kan verschillend zijn van de 1ste examenkans als het geval is, zal het duidelijk gecommuniceerd met de student. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Fitzgerald's clinical neuroanatomy and neuroscience,Estomih Mtui Gregory Gruener,8th Revised edition,Elsevier Health Sciences,9780702079092
- Medical Physiology: Principles for clinical medicine,R.A. Rhoades & D.R. Bell,6e editie,Wolters Kluwer,9781975160432
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Human Histology,A. Stevens, J. Lowe,Elsevier
- Grant's Atlas of Anatomy,A. Agur & A. Dalley,Wolters Kluwer
- Neuroscience, Exploring the Brain,Bear M., Paradiso M, Connors B. W.,Lippincott Williams&Wilk
- Before we are born: Essentials of embryology and birth defects,K. Moore, T.V.N. Persaud, M. Torchia,Elsevier
- Medical Physiology,Boron, W.F. & Boulpaep, E.L.,Elsevier
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Online studieleidraad 'Neurowetenschappen' |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|