Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P3 SBU | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de rechten | Verplicht | 81 | 3,0 | 20 | 20 | 20 | 21 | 3,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan, op basis, van een analyse van eerdere rechtspraak en de wijzigingen in de rechtspraak die zelf dienen te worden opgezocht keuzes maken voor welbepaalde belangenverdediging en voor een welbepaalde aanpak. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student is in staat kritisch te reflecteren over de wijze waarop een concrete casus in de praktijk wordt benaderd en deze aanpak te vergelijken met aanpak van casussen waarmee hij heeft kennis gemaakt in het PGO-systeem | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker, hierover kritisch reflecteren en rapporteren. | | - DC
| De student kan zelf een originele, juridisch relevante probleemstelling en juridische relevante onderzoeksvragen bepalen en deze helder en ondubbelzinnig formuleren. De student kan de relevantie van zijn onderzoek overbrengen op een niet-gespecialiseerde lezer. De student kan een relevante methodologie kiezen voor de onderzoeksvragen en deze correct toepassen. Hij kan de keuzes in zijn onderzoeksproces verantwoorden en heeft respect voor de onderzoeksdeontologie. De student kan een nieuw element aanbrengen in het wetenschappelijk debat. | | - DC
| De student kan een praktijkprobleem vertalen in een wetenschappelijk verantwoorde probleemstelling. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft de vaardigheid om juridische teksten, zowel in het Nederlands als in het Frans, te lezen, te begrijpen en daar vragen bij te stellen. De student is in staat om en bereid tot het voeren van een inhoudelijk relevant gesprek over een hem voorgelegd juridisch vraagstuk of casus.
De student is geslaagd voor de opleidingsonderdelen van de Bachelor Rechten.
De student kan vonnissen en arresten, uitgesproken in het Nederlands, het Frans of het Engels door Belgische of Europese rechtsolleges, begrijpen en op correcte wijze ontleden in: (1) de belangrijkste feitelijke elementen; (2) de relevante rechtsvragen; (3) de toepasselijke rechtsregels; (4) de argumenten van de verschillende partijen; en (5) de juridische beoordeling door het rechtscollege. De student is in staat om deze onderdelen met eigen woorden in het Nederlands samen te vatten.
|
|
|
De student werkt gedurende 10 dagen op de hem toegewezen stageplaats (voorkeuren moeten gemotiveerd worden doorgegeven). Daar maakt hij of zij kennis met de toepassing van één of meer rechtstakken op concrete casussen. Dit moet de student toelaten om enerzijds te reflecteren over een onderwerp voor een masterpoef (en hierrond een onderzoeksvoorstel te schrijven) en anderzijds te reflecteren over de wijze waarop concrete casussen worden benaderd in de praktijk (en hierrond een verslag te schrijven).
Deze nationale stage van 10 dagen, gevaloriseerd ten belope van 3 studiepunten, kan worden vervangen door een internationale stage van 20 dagen, gevaloriseerd ten belope van 6 studiepunten (zie hiervoor opleidingsonderdeel (4265) Methodologie 2bis voor masterproef: Internationale stage).
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | Onderzoeksvoorstel |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het presteren van de 10 werkdagen stage is een voorwaarde om een cijfer te behalen voor dit opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Het presteren van de 10 werkdagen stage is een voorwaarde om een cijfer te behalen voor dit opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | De evaluatie van het opleidingsonderdeel stage gebeurt door een beoordeling door de coördinerend verantwoordelijke van het stageverslag en een mondelinge toelichting daarbij van de student. De inhoud van stageverslag wordt bij het begin van het academiejaar meegedeeld via Blackboard.
De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|