Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1e masterjaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1: De afgestudeerde past kennis toe op een zelfstandige en zelfsturende manier. De afgestudeerde is in staat om kritisch de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| DC1: De student toont op individuele basis initiatief, creëert kansen door te anticiperen en stelt zich flexibel op. | | - DC
| DC3: De student heeft een gevorderd niveau van kennis en inzicht eigen aan het wetenschappelijk functioneren in het domein van de mobiliteitswetenschappen. | - EC
| EC2: De afgestudeerde heeft diepgaande kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat en zelfstandig toe. | | - DC
| DC3: De student kan op basis van een bepaalde context zelfstandig de juiste concepten, methoden of technieken voor wetenschappelijk onderzoek selecteren en verantwoorden. | | - DC
| DC4: De student past de geselecteerde concepten, methoden of technieken voor wetenschappelijk onderzoek zelfstandig toe en interpreteert op een adequate wijze. | - EC
| EC3: De afgestudeerde voert zelfstandig een onderzoek uit in de mobiliteitswetenschappen en reikt realistische en duurzame oplossingen aan voor complexe mobiliteitsproblemen door het aanwenden van relevante theorieën en/of modellen uit het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en uit gerelateerde vakgebieden. | | - DC
| DC1: De student kan relevante mobiliteitsproblemen identificeren in het vakgebied van mobiliteitswetenschappen. | | - DC
| DC2: De student biedt een realistische duurzame oplossing aan voor een bepaald probleem op basis van verworven kennis en inzichten uit zijn/haar academische opleiding. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. Hierbij streeft de master onder andere naar een duurzame impact op de regio. | | - DC
| DC2: De student kan zich inleven in en rekening houden met de standpunten van verschillende stakeholders bij het beoordelen en uitwerken van verschillende oplossingsmogelijkheden. | | - DC
| DC3: De student kan op basis van het uitgevoerde onderzoek aanbevelingen opstellen die praktisch relevant zijn voor de stakeholders en die bijdragen aan een duurzame impact op de regio. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De master wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | | - DC
| DC2: De student onderzoekt welke onderdelen van een (inter)nationaal beleidskader op uiteenlopende regio''s toepasbaar zijn en bepaalt hierbij de kritische succesfactoren en het systeem waarin dit moet functioneren. | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen en anderen hierbij te overtuigen. | | - DC
| DC1: De student is in staat om schriftelijk op een logisch gestructureerde en duidelijk begrijpbare manier het proces, de resultaten alsook zijn/haar standpunten kenbaar te maken en hierover van mening te wisselen. | | - DC
| DC2: De student is in staat om mondeling op een logisch gestructureerde en duidelijk begrijpbare manier het proces, de resultaten alsook zijn/haar standpunten kenbaar te maken en hierover van mening te wisselen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Er is geen specifieke voorkennis vereist.
|
|
|
- Inleiding tot collectief vervoer. Definitie en voorbeelden. Kenmerken van goed openbaar vervoer.
- Beleidscontext en organisatiestructuur van openbaar vervoer. Van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid in Vlaanderen. Voorbeelden van buitenlandse organisatievormen.
- Netwerkontwikkeling. Hoe bouw je een optimaal openbaar vervoer netwerk? Je leert welke dilemma's hierbij komen kijken en wat de gevolgen zijn van de gemaakte keuzes op reizigers en kosten. Je gaat ook zelf aan de slag met het uittekenen van een netwerk.
- Combimobiliteit en Hoppinpunten. Hoe kunnen verschillende modi elkaar versterken? Uitwerken van een Hoppinpunt.
- Vlotte doorstroming openbaar vervoer. Wat is het belang? Hoe kan je de doorstroming verbeteren?
- Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) & Bus Rapid Transit (BRT). Wanneer kan je spreken van hoogwaardig openbaar vervoer? Je gaat zelf aan de slag om conceptueel een HOV corridor te ontwerpen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van de opdracht blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student hiervoor een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van de presentatie blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student hiervoor een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 70 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het examen blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student hiervoor een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het tijdig inleveren van de opdracht en het geven van de presentatie (evaluatie tijdens onderwijsperiode) is verplicht. |
|
|
|
Gevolg | Indien de opdracht en/of presentatie (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd/gegeven wordt, kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het OPO. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studiemateriaal wordt via Blackboard ter beschikking gesteld aan de student. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|