Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Milieuchemie (4670)
|
4.0 stptn |
|
|
Milieuproblematiek (4479)
|
4.0 stptn |
|
|
Radiobiologie en stralingsbescherming (2686)
|
3.0 stptn |
|
|
Stralingsbescherming & dosimetrie (2801)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC3 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie beschikt over gevorderde toepassingsgerichte deskundigheid in stralingsbescherming en stralingshygiëne. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| kent de belangrijkste radioactieve blootstellingsbronnen in de omgeving. | | | - BC
| kan de theoretisch grondslag die aan de basis ligt van het gedrag van een specifiek radionuclide in het milieu uitleggen. | | | - BC
| kan de belangrijkste parameters die de mobiliteit en de verspreiding van radionucliden in verschillende ecosystemen beïnvloeden beschrijven. | | | - BC
| kan voor specifieke blootstellingsscenario's de verspreiding van radionucliden en de impact op mens en omgeving beschrijven. | | | - BC
| kan het verband tussen dosis en effect bespreken. | | | - BC
| kan beschermingscriteria voor fauna, flora en ecosystemen beschrijven. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt het transport en verspreiding van radionucliden in verschillende ecosystemen. | | | - BC
| begrijpt de basis van milieuimpact- en risicoanalyse. | | | - BC
| begrijpt de relatie tussen de effecten geïnduceerd in het leefmilieu en de dosis. | | | - BC
| begrijpt de basis van de stralingsbescherming voor fauna en flora en ecosystemen. | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| kan problemen gerelateerd met besmetting door radionucliden herkennen en een evaluatiebenadering voorstellen voor bepaalde blootstellingscases. | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan informatie opzoeken voor uitwerken en presenteren van een case rond milieubelasting door radionucliden. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan voor een gegeven blootstellingsscenario de impact op mens en milieu analyseren. | | | - BC
| kan herstelmaatregelen of tegenmaatregelen evalueren . | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan de voorgestelde basissoftwarepakketten gebruiken om een preliminaire inschatting te maken van de impact van een gegeven blootstellingsscenario op mens en milieu. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan aan de hand van een specifieke case kritisch reflecteren over de verspreiding van radioactiviteit in de omgeving en de mogelijk impact en risico voor mens en milieu. | - EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie (afstudeerrichting "milieu"), heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in milieutechnologische domeinen zoals milieuanalyse, de aanpak en preventie van milieuproblemen, milieuprocestechnologie, milieureglementering en duurzaam materialen- en energiebeheer. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| kan voor specifieke blootstellingsscenario's de verspreiding van radionucliden en de impact op mens en omgeving beschrijven. | | | - BC
| kan verschillende tegenmaatregelen en herstelmaatregelen voor de impact van radioactieve vervuiling op mens en milieu te verminderen beschrijven. | | | - BC
| kent de verschillende stralingstypes en hun effect op mens en milieu. | | | - BC
| kent de conceptuele modellen voor mengselblootstellingen en hun afwijkingen. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt het transport en verspreiding van radionucliden in verschillende ecosystemen en de basis van milieuimpact en risicoanalyse. | | | - BC
| begrijpt de basis van preventie, herstel- en tegenmaatregelen voor specifieke blootstellingsscenario's. | | | - BC
| begrijpt de relatie tussen verschillende radiologische en chemische componenten. | | | - BC
| begrijpt de verschillen en de uitdagingen om het radiologisch risico in te schatten voor het milieu in vergelijking met deze voor de mens. | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan analyseresultaten correct weergeven en op een wetenschappelijke en gestructureerde manier zowel schriftelijk als mondeling rapporteren. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan voor een gegeven blootstellingsscenario de impact op mens en milieu analyseren. | | | - BC
| kan herstelmaatregelen of tegenmaatregelen evalueren. | | | - BC
| kan de verkregen analyseresultaten kritisch evalueren in context van regelgeving. | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan de voorgestelde basis softwarepakketten gebruiken om een preliminaire inschatting te maken van de impact van een gegeven blootstellingsscenario op mens en milieu. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan aan de hand van een specifieke case kritisch reflecteren over de verspreiding van radioactiviteit in de omgeving en de mogelijk impact en risico voor mens en milieu. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basisbegrippen stralingsbescherming; stralingsgrootheden; algemene kennis van inwendige en externe dosimetrie; chemische basisbegrippen, structuren; de student kent de achterliggende van chemische eigenschappen van chemische verbindingen om gedrag van polluenten in bodems, waters en atmosfeer te kunnen verklaren.
|
|
|
Radioecologie behelst de ecologie van de radioactieve substanties. Deze multidisciplinaire wetenschap vergaart kennis over de mechanismen die het gedrag van radionucliden bepalen en ontwikkelt modellen om de verspreiding van radioactiviteit in de omgeving te verklaren en te voorspellen. Dit biedt dan weer de basis voor het inschatten van de dosisbelasting en de geassocieerde effecten en het risisco voor mens en milieu. Op het einde van deze cursus zullen de studenten een algemeen begrip hebben van radioecologie en het gedrag van radionucliden in het leefmilieu en hun overdracht naar de mens en fauna en flora begrijpen. Ze zullen inzicht krijgen in milieu- en humane impactanalyses en de basisexpertise ontwikkelen om preliminaire milieu- en humane impactstudies uit te voeren.
Theoretisch
- Radioactieve bronnen en vervuiling
- Transport van radionucliden in verschillende ecosystemen (terrestrieel, aquatisch, atmosferisch) en beïnvloedende factoren
- Opname van radioactiviteit in voedselketen en invloed van milieufactoren op beschikbaarheid en opname
- Dosisbelasting voor mens en milieu van radioactieve vervuiling
- Effecten van radioactieve blootstelling op mens en milieu
- Impact en risicoanalyse van radioactieve blootstelling voor mens en milieu
- Het gebruik van ecotoxtesten voor radiologische risicoperceptie en het opstellen van species sensitivity distributies
- Radiologisch risico inschatting in een multipoluente omgeving
Praktisch
- Basisexpertise ontwikkelen om preliminaire milieu- en humane impactstudies uit te voeren
- Uitrekenen van mengsel effecten van radiologische en chemische risico’s voor mens en milieu
De verschillende inhouden worden verdiept door casestudies en opdrachten.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten zullen behouden blijven bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Ondersteuning van de theorie aan de hand van ppt slides; softwarepakketten in publieke domein en vereiste literatuur zullen tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Aanbevolen literatuur zal tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Aanbevolen studiemateriaal (softwarepakketten, rapporten… ) zal tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen leerdomein: Het opleidingsonderdeel maakt een ingenieur nucleaire technologie, specialisatie Milieu, vertrouwd met de problematiek van radioactieve polluenten in het milieu ten gevolge van nucleaire en niet nucleaire toepassingen. Het is een essentieel onderdeel van de algemene stralingsbescherming en stelt de student in staat om het gedrag van radionucliden in het leefmilieu te begrijpen en de impact op mens en milieu in te schatten.
Relatie met onderzoek: Onderzoek gerelateerde artikels en onderwerpen zullen verwerkt worden in de hoorcolleges en in de opdrachten.
Relatie met werkveld: Competenties verworven in radioecologie worden toegepast in het latere beroepsleven in het verklaren en voorspellen van het gedrag van radioactieve substanties in het leefmilieu en het inschatten van de impact op mens en milieu (e.g. radiologische MER). |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| ENG&TECH 2. De educatieve master heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. | - EC
| ENG&TECH 3. De educatieve master heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor zijn specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basisbegrippen stralingsbescherming; stralingsgrootheden; algemene kennis van inwendige en externe dosimetrie; chemische basisbegrippen, structuren; de student kent de achterliggende van chemische eigenschappen van chemische verbindingen om gedrag van polluenten in bodems, waters en atmosfeer te kunnen verklaren.
|
|
|
Radioecologie behelst de ecologie van de radioactieve substanties. Deze multidisciplinaire wetenschap vergaart kennis over de mechanismen die het gedrag van radionucliden bepalen en ontwikkelt modellen om de verspreiding van radioactiviteit in de omgeving te verklaren en te voorspellen. Dit biedt dan weer de basis voor het inschatten van de dosisbelasting en de geassocieerde effecten en het risisco voor mens en milieu. Op het einde van deze cursus zullen de studenten een algemeen begrip hebben van radioecologie en het gedrag van radionucliden in het leefmilieu en hun overdracht naar de mens en fauna en flora begrijpen. Ze zullen inzicht krijgen in milieu- en humane impactanalyses en de basisexpertise ontwikkelen om preliminaire milieu- en humane impactstudies uit te voeren.
Theoretisch
- Radioactieve bronnen en vervuiling
- Transport van radionucliden in verschillende ecosystemen (terrestrieel, aquatisch, atmosferisch) en beïnvloedende factoren
- Opname van radioactiviteit in voedselketen en invloed van milieufactoren op beschikbaarheid en opname
- Dosisbelasting voor mens en milieu van radioactieve vervuiling
- Effecten van radioactieve blootstelling op mens en milieu
- Impact en risicoanalyse van radioactieve blootstelling voor mens en milieu
- Het gebruik van ecotoxtesten voor radiologische risicoperceptie en het opstellen van species sensitivity distributies
- Radiologisch risico inschatting in een multipoluente omgeving
Praktisch
- Basisexpertise ontwikkelen om preliminaire milieu- en humane impactstudies uit te voeren
- Uitrekenen van mengsel effecten van radiologische en chemische risico’s voor mens en milieu
De verschillende inhouden worden verdiept door casestudies en opdrachten.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten zullen behouden blijven bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Ondersteuning van de theorie aan de hand van ppt slides; softwarepakketten in publieke domein en vereiste literatuur zullen tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Aanbevolen literatuur zal tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Aanbevolen studiemateriaal (softwarepakketten, rapporten… ) zal tijdig aan de studenten worden overgemaakt via Toledo. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen leerdomein: Het opleidingsonderdeel maakt een ingenieur nucleaire technologie, specialisatie Milieu, vertrouwd met de problematiek van radioactieve polluenten in het milieu ten gevolge van nucleaire en niet nucleaire toepassingen. Het is een essentieel onderdeel van de algemene stralingsbescherming en stelt de student in staat om het gedrag van radionucliden in het leefmilieu te begrijpen en de impact op mens en milieu in te schatten.
Relatie met onderzoek: Onderzoek gerelateerde artikels en onderwerpen zullen verwerkt worden in de hoorcolleges en in de opdrachten.
Relatie met werkveld: Competenties verworven in radioecologie worden toegepast in het latere beroepsleven in het verklaren en voorspellen van het gedrag van radioactieve substanties in het leefmilieu en het inschatten van de impact op mens en milieu (e.g. radiologische MER). |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|