Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Chemische labotechnieken (2564)
|
3.0 stptn |
|
|
Chemische labotechnieken (2564)
|
3.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Er wordt in dit opleidingsonderdeel gewerkt met risicohoudende stoffen ( o.a. toxische, corrosieve, sterk oxiderende, ontvlambare producten) en met risicovolle opstellingen. De veiligheid van de medestudenten en de gebouwen gebruikt door de gezamenlijke opleiding (UHasselt en KU Leuven) komen in gevaar indien de student de nodige labovaardigheden niet beheerst.
|
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Algemene chemie 1 (3830)
|
6.0 stptn |
|
|
Elektriciteit (3824)
|
4.0 stptn |
|
|
Fysische chemie en transportverschijnselen (4466)
|
6.0 stptn |
|
|
Industriële proceschemie (2512)
|
3.0 stptn |
|
|
Organische chemie en procestechnologie (4088)
|
4.0 stptn |
|
|
Scheidingsprocessen (4335)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie - optie duurzame procestechologie, farma en fijnchemie | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| CE 1.3 De student kent de kernbegrippen, werkingsprincipes, denkkaders en berekeningswijzen van eenheidsbewerkingen, courante installaties en procesregelingen in de (bio)chemische industrie. | | | - BC
| De student kent de levenscyclus en benodigdheden voor een chemical plant
en de verschillende apparatuurtekeningen en benamingen in een chemisch proces. | | | - BC
| De student kent de verschillen tussen blokdiagram, PFD, P&ID. | | | - BC
| De student kent de juiste tekening en codering van apparatuur, sensoren en pijpleidingen in een chemisch proces. | | | - BC
| De student kent kernbegrippen van absorptie en adsorptie. | | | - BC
| De student toont aan dat hij/zij de basisbegrippen inzake de geziene scheidingstechnieken kent door stellingen op hun juistheid te beoordelen, dit te motiveren en indien nodig aan te passen. | | - DC
| EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| GA1C : De student kan beschrijven hoe een PLC sturing opgebouwd is en kan de basisinstructies voor de programmatie uitleggen. | | | - BC
| GA1C : De student kent de regels voor het opbouwen van een PLC sturing en kent de basisinstructie voor de programmatie ervan. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| CE 2.3 De student kan kernbegrippen, denkkaders en berekeningswijzen van diverse eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie herkennen en toepassen. | | | - BC
| De student kan het procesverloop in de aanwezige opstellingen (destillatiekolom, filtratie-unit,... ) verklaren. | | | - BC
| De student kan het verloop van de proef en proces en de uitgevoerde/ uit te voeren handelingen tijdens de laboproeven op elk moment toelichten aan de begeleider (formatief). | | | - BC
| De student onderbouwt het verloop van bekomen grafieken uit metingen. | | | - BC
| De student analyseert tussentijdse resultaten en stuurt processen gericht bij aan de hand van de bevindingen. | | | - BC
| De student kan een processchema lezen en aanpassingen formuleren aan procesinstellingen om bepaalde specificaties te halen. | | | - BC
| De student kan de invloed van fysische ( bv dampspanning,..) en chemische eigenschappen op geziene eenheidsbewerkingen aantonen, dit oa ahv formules,grafieken (voorstellingspunten aanduiden) en tabellen. | | | - BC
| De student begrijpt de analogie in methode en denkkaders tussen de verschillende behandelde scheidingsprocessen, legt verbanden doorheen de cursus en kan daardoor de gebruikte methodes onderling vergelijken. | | - DC
| CE 2.6 De student kan proces- en regelschema's opstellen, lezen en begrijpen. | | | - BC
| De student kan gepaste apparatuur, sensoren en pijpleidingen selecteren/aanduiden in een chemisch processchema. | | | - BC
| De student kan chemische processchema's zelfstandig lezen en interpreteren. | | | - BC
| GA1-C. De student kan onder begeleiding uitgaande van een automatiseringsvraagstuk een logisch programma opbouwen om deze opdracht te realiseren. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| CE 3.1 De student kan een oplossingsstrategie of plan van aanpak omzetten in een concreet werkplan. | | | - BC
| De student werkt een kwaliteitsvolle en volledige planning en taakverdeling uit voor de laboproeven aan te vangen. Dit omvat eveneens het op voorhand uitwerken van excel sheets bij vb. de destillatieproeven om berekeningen tijdens het labo te versnellen en zo een vlot verloop van de proef te garanderen. | | | - BC
| GA1_C:GA: De student kan uitgaande van het probleem inschatten welk en hoeveel werk er gedaan moet worden om een optimaal resultaat af te leveren. | | - DC
| 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen. | | | - BC
| De student kan de nodige data verwerven door het systematisch en onderbouwd uitvoeren van verschillende labo experimenten. | | | - BC
| GA1C: De student kan uitgaande van het probleem inschatten welk en hoeveel werk er gedaan moet worden om een optimaal resultaat af te leveren. | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan ontbrekende gegevens zelfstandig identificeren en terugvinden in tabellen, grafieken, appendices, die beschikbaar zijn op het examen o.a. deze uit de cursus zelf gezien het oefeningenexamen open boek is. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| CE 5.1 De student kan bestaande processen, technieken of reacties uit de (bio)chemie, materiaalkunde of microbiologie doelgericht analyseren | | | - BC
| De student kan experimentele data fitten om een wiskundige model op te stellen. | | | - BC
| De student kan een bestaand industrieel scheidingsproces analyseren om de nodige aanpassingen te doen op basis van afwijkende productspecificaties. | | - DC
| EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren. | | | - BC
| de student kan voor een automatiseringsprobleem beslissen welke de optimale programmatorische stappen zijn een sturing op te bouwen. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan complexe processen opdelen in relevante stukken. | | - DC
| 5.5 De student kan chemisch-technische problemen analyseren. | | | - BC
| De student kan modelvergelijkingen opstellen en voor de behandelde scheidingstechnieken nieuwe, gelijkaardige systemen analyseren op basis van een gegeven veranderende omstandigheid of optredend probleem. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| CE 6.1 De student kan onderbouwde keuzes maken inzake productiemethode, analysetechniek, materialen, apparatuur en/of procesparameters. | | | - BC
| De student kan een reële installatie bijsturen door het veranderen van procesparameters om een opgelegd doel vb. zuiverheid van een stroom te behalen. | | - DC
| 6.5 De student kan chemisch-technische problemen oplossen. | | | - BC
| De student kan een processchema (blokdiagram, PFD of P&ID) ontwerpen
en gebruikt de juiste symbolen en codering bij apparatuur, sensoren en pijpleidingen. | | | - BC
| De student gebruikt de correcte indeling bij ontwerp van een processchema (blokdagram, P&ID,PFD) en ontwerpt het proces volgens de vooropgestelde normen. | | | - BC
| GA1C: De student kan zelfstandig een automatiseringsvraagstuk begrijpen, analyseren, uitwerken en programmeren tot een afgewerkte sturing. | | - DC
| CE 6.4 De student kan voor een gegeven probleem modelvergelijkingen opstellen en oplossen. | | | - BC
| De student kan de aangeleerde procedures voor de dimensionering zelfstandig toepassen op nieuwe situaties. Dit omvat wijzigingen in een bestaand proces of een niet gezien scheidingsproces op basis van analogie met behandelde processen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| CE 7.1 De student kan een (zelfgemaakt) werkplan van een proces of analyse implementeren, valideren en optimaliseren. | | | - BC
| De student kan volgens geijkte procedures en veiligheidsmaatregelen destillatiekolommen, pompen, warmtewisselaar en reactoren opstarten, bijregelen en stoppen. | | | - BC
| De student kan de juiste apparatuur, sensoren en pijpleiding implementeren en dimensioneren in een processchema. | | | - BC
| GA: De student kan een afgewerkt stuurprogramma implementeren in een automatisch werkende machine. | | | - BC
| De student kan in een voor hem/haar nieuw productieproces o.b.v. processchema en een korte procesbeschrijving een niet gezien proces bijsturen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student reflecteert over de haalbaarheid van bekomen resultaten op basis van theoretische grondslagen en inschatting van de praktische haalbaarheid. | | | - BC
| De student kan kritisch reflecteren over een uitgewerkt chemisch processchema. | | | - BC
| De student kan aan de hand van processchema's de invloed op het proces verklaren voor veranderende procesparameters. | | | - BC
| GA: De student kan zijn oplossingen testen, beoordelen en bijsturen tot de optimale automatische sturing ontwikkeld is. | | | - BC
| De student toets het bekomen resultaat aan de verwachting op basis van inzicht in het scheidingsproces en de werkingsparameters (stijging, daling,...) en beoordeelt het tevens met voeling voor de realiteit. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| CE 9.1 De student kan de gekozen/gevolgde strategie onderbouwd motiveren en gestructureerd voorstellen. | | | - BC
| De student kan het verloop van de proef en proces en de uitgevoerde/ uit te voeren handelingen tijdens de laboproeven of simulaties op elk moment toelichten aan de begeleider (formatief). | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan zijn gedachtengang gestructureerd neerschrijven, communiceert met gepast technisch jargon en communiceert resultaten van de laboproeven op onderbouwde wijze. | | | - BC
| De student gebruikt de juiste terminologie en kan op een adequate manier een verslag opstellen. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student stelt bekomen resultaten na proeven correct grafisch voor en houdt rekening met beduidende cijfers. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| Gezien de complexiteit en grootte van sommige opstellingen o.a. continue destillatie dienen tot 4 personen gericht samen te werken om de opdracht tot een goed einde te brengen. De groep werkt hier dan ook een plan voor uit op voorhand en verdeelt de taken tijdens de proef (zie EC3). | | | - BC
| De student werkt samen in groep om vragen over een chemisch proces correct te kunnen interpreteren en te beantwoorden. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| BC De student werkt resultaatgericht in groep een taakverdeling uit waarbij iedereen een individuele bijdrage heeft en roteert tijdens het experiment. | | | - BC
| De student kan in groep een verslag verdelen, maken en op tijd indienen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student zoekt op voorhand de risico's op op die verbonden zijn aan de stoffen die in het labo gebruikt worden (H en P zinnen) | | | - BC
| De student respecteert de afgesproken deadlines voor indienen van verslagen en komt voorbereid naar het labo. | | | - BC
| De student werkt taakgericht, veilig en nauwkeurig tijdens de labosessies. | | | - BC
| e student zorgt dat hij/zij over de nodige aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikt gedurende de laboproeven. | | | - BC
| De student kan een zo duurzaam mogelijk proces ontwerpen
rekening houdend met opgegeven beperkingen voor de veiligheid, milieu en economie. | | - DC
| 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding. | | | - BC
| GA1C: De student is in staat om volledig zelfstandig een volledige machine sturing te ontwerpen, uit te testen en te optimaliseren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De inhoud van dit vak bestaat uit de volgende onderdelen die in onderstaande paragrafen kort worden toegelicht.
- Uitbreiding scheidingsprocessen (1,3 ECTS)
- Labo chemische ingenieurstechnieken (1,2 ECTS)
- Process Design (0,5 ECTS)
- Automatisatie en sturingen (GA1-C) (2 ECTS)
Uitbreiding scheidingsprocessen
- Destillatie: Methode Ponchot-Savarit
- Absorptie
- Adsorptie
- Case study's met schemalezen omtrent destillatie en absorptie
Labo chemische ingenieurstechnieken
Proeven en opstellingen in verband met destillatie, menging, filtratie en warmtewisseling
Process Design
Concepten van een chemical plant
- Structuur van chemische industrie
- Unit-operations (fysische, chemische en mechanische)
- Symbolen en codering apparatuur, sensoren, leidingen en componenten (vessels, kolommen, warmtewisselaars, pompen, compressoren,
sensoren, bochten, kleppen,…)
- Schema’s van chemical plants (Block diagram, PFD, P&ID, apparatuur, 3D-modellen,..)
Levenscyclus van een chemical plant
- Procesontwikkeling
- Investeringsproject
- Exploitatie en onderhoud
Automatisatie en sturing (GA1-C)
1. Algemene stuurprincipes 2. Programmeerbare automatisering (PLC, ProcesComputer based) 3. Communicatietechnologie 4. Geautomatiseerde pneumatica
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 55 % |
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student kan enkel slagen voor het vak indien op elk onderdeel min. 6/20 wordt behaald. |
|
|
|
Gevolg | Indien op een van de delen minder dan 6/20 wordt gehaald, bedraagt het eindcijfer maximaal 7/20. In de andere gevallen wordt opgeteld volgens de verhouding van de ECTS punten van de verschillende onderdelen. |
|
|
|
Extra info | Overzicht per onderdeel:
Scheidingsprocessen uitbreiding (1,25 ECTS of 25% geheel): schriftelijk examen, open boek (oefeningen) en gesloten boek (theorie) tijdens examenperiode GA1C (2ECTS of 40% geheel): schriftelijk examen deel Hoorcollege tijdens afsluitende zitting tijdens de onderwijsperiode (40%), permanente evaluatie (10%) en Labo-examen: oefening uitwerken, ingeven op PC en testen met PLC simulator (50%).
Process Design (0,5 ECTS of 10%): Verslag van groepswerk
Labo proceshal (1,2 ECTS of 25%): Verslag (60%), beoordeling van voorbereiding (20%) en attitudes inclusief opvolgen van laboreglement en veiligheidsvoorschriften (20%) door de begeleider. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Scheidingsprocessen: idem eerste kans - 25%, schriftelijk examen tijdens examenperiode
Automatische sturing (GA1-C - 40%) is de tweede kans als volgt: - Schriftelijk examen: deel Hoorcollege (50%) - Labo-examen: oefening uitwerken, ingeven op PC en testen met PLC simulator (50%)
Schemalezen (10%): geen tweede examenkans, punten blijven behouden.
Labo chemische ingenieurstechnieken (25%): geen tweede examenkans, punten blijven behouden |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Uitbreiding scheidingsprocessen |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Uitbreiding scheidingsprocessen
Slides beschikbaar via toledo
Labo chemische ingenieurstechnieken
Labotekst beschikbaar via toledo
Process Design
Slides en opdrachten ter beschikking via toledo, processchema's mogelijk enkel tijdens de les beschikbaar.
GA1-C
Eigen cursus PLC-sturingen en labo met gesimuleerde industriële processen (LUCAS-NULLE).
De cursus bestaat uit volgende delen : Het eerste deel behandeld de algemene principes van geïntegreerde automatisering en zijn toepassingsmogelijkheden. Het tweede deel behandeld de hardware van automatische sturingen. Het derde deel houdt zich bezig met de industriële informatica en de norm IEC1131 die hierover handelt. Het vierde deel handelt over alle mogelijke communicatiemogelijkheden die gebruikt worden in een automatische besturing met gedistribueerde hardware en gedistribueerde intelligentie. Met name de norm PROFIBUS en PROFINET komen hierin aan bod. Het vijfde deel ten slotte handelt over hedendaagse pneumatische technieken in de automatiseringstechnologie. Studenten moeten in staat zijn over deze materie adequate antwoorden te formuleren op gerichte vragen. In het labo worden de studenten geconfronteerd met industriële automatiseringsapparatuur. Hiermee gaan zij projectmatig reële automatiseringsopgaven oplossen en laten functioneren.
PLC-sturingen en labo (3 ba IIW CE) (online beschikbaar) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum:
Het vak behoort tot de leerlijn Proces design en engineering.
Met de opleiding willen we ingenieurs vormen met voldoende voeling voor de praktijk. Het labo procestechnieken biedt de student de kans om op piloot- of laboschaal ervaring op te doen met opstarten, regelen en stoppen van verschillende units. het onderdeel proces design leert studenten vlot omgaan met veel gebruikte schema's in chemische plants en redeneren over een bestaande processen. Het deel scheidingsprocessen werkt nog enkele veel gebruikte scheidingstechnieken verder uit en behandeld enkele praktijkoefeningen waar studenten leren redeneren over effecten van veranderingen en het sturen van de gewenste kwaliteit.
Relatie met onderzoek en werkveld:
Het vakgebied Geïntegreerde Automatisering (GA1C) heeft tot doel om de kennis, nodig voor het ontwerpen, onderhouden en beheren van automatisch gestuurde processen te verwerven, verdiepen en verbreden. De automatiseringstechnieken duiken op alle mogelijke gebieden in onze maatschappij. Ondanks het feit dat automatiseringstechnologie een typisch ingenieursvak is, zijn de toepassingen en kennisgebieden waarin deze technologie gebruikt wordt, vakoverschrijdend, zelfs discipline-overschrijdend. Het vak GA1-C beoogt dat de student in deze disciplines basis inzicht, vaardigheid en competentie verwerft. Daardoor kan hij mensgericht en taakgericht geautomatiseerde systemen realiseren en hierover overleggen, rapporteren en nieuwe inzichten verwerven om alzo zichzelf continue te reflecteren. Het realiseren van automatische systemen begint bij het correct definiëren van het automatiseringsontwerp. In het ontwerpstadium moeten we ook rekening houden met de betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid en beschikbaarheid van automatische installaties. Nieuwe technieken en standaardisaties laten ons toe om de doorlooptijd van nieuwe projecten drastisch in te korten, zonder daarbij de sociale en economische aspecten van deze technologie uit het oog te verliezen. Dit deel beoogt ook het ingenieurs-denken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen. Een automatiseringsontwerp vereist het afwegen tussen de verschillende gestelde eisen maar ook het afwegen van de meest geschikte ontwerptechniek |
|
|
|
|
|
| schakel IW Chemie: optie duurzame procestechnologie of farma en fijnchemie - deel 1 | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De inhoud van dit vak bestaat uit de volgende onderdelen die in onderstaande paragrafen kort worden toegelicht.
- Uitbreiding scheidingsprocessen (1,3 ECTS)
- Labo chemische ingenieurstechnieken (1,2 ECTS)
- Process Design (0,5 ECTS)
- Automatisatie en sturingen (GA1-C) (2 ECTS)
Uitbreiding scheidingsprocessen
- Destillatie: methode van Ponchot Savarit
- Absorptie
- Adsorptie
- Case study's met schemalezen omtrent destillatie en absorptie
Labo chemische ingenieurstechnieken
Proeven en opstellingen in verband met destillatie, menging, (mini)flowreactoren en warmtewisseling
Process Design
Concepten van een chemical plant
- Structuur van chemische industrie
- Unit-operations (fysische, chemische en mechanische)
- Symbolen en codering apparatuur, sensoren, leidingen en componenten (vessels, kolommen, warmtewisselaars, pompen, compressoren,
sensoren, bochten, kleppen,…)
- Schema’s van chemical plants (Block diagram, PFD, P&ID, apparatuur, 3D-modellen,..)
Levenscyclus van een chemical plant
- Procesontwikkeling
- Investeringsproject
- Exploitatie en onderhoud
Automatisatie en sturing (GA1-C)
1. Algemene stuurprincipes 2. Programmeerbare automatisering (PLC, ProcesComputer based) 3. Communicatietechnologie 4. Geautomatiseerde pneumatica
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 55 % |
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student kan enkel slagen voor het vak indien op elk onderdeel min. 6/20 wordt behaald. |
|
|
|
Gevolg | Indien op een van de delen minder dan 6/20 wordt gehaald, bedraagt het eindcijfer maximaal 7/20. In de andere gevallen wordt opgeteld volgens de verhouding van de ECTS punten van de verschillende onderdelen. |
|
|
|
Extra info | Overzicht per onderdeel:
Scheidingsprocessen uitbreiding (1,25 ECTS of 25% geheel): schriftelijk examen, open boek (oefeningen) en gesloten boek (theorie) tijdens examenperiode GA1C (2ECTS of 40% geheel): schriftelijk examen deel Hoorcollege tijdens afsluitende zitting tijdens de onderwijsperiode (40%), permanente evaluatie (10%) en Labo-examen: oefening uitwerken, ingeven op PC en testen met PLC simulator (50%).
Process Design (0,5 ECTS of 10%): Verslag van groepswerk
Labo proceshal (1,2 ECTS of 25%): Verslag (60%), beoordeling van voorbereiding (20%) en attitudes inclusief opvolgen van laboreglement en veiligheidsvoorschriften (20%) door de begeleider. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Scheidingsprocessen: idem eerste kans - 25%, schriftelijk examen tijdens examenperiode
Automatische sturing (GA1-C - 40%) is de tweede kans als volgt: - Schriftelijk examen: deel Hoorcollege (50%) - Labo-examen: oefening uitwerken, ingeven op PC en testen met PLC simulator (50%)
Schemalezen (10%): geen tweede examenkans, punten blijven behouden.
Labo chemische ingenieurstechnieken (25%): geen tweede examenkans, punten blijven behouden |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Uitbreiding scheidingsprocessen |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Uitbreiding scheidingsprocessen
Slides beschikbaar via toledo
Labo chemische ingenieurstechnieken
Labotekst beschikbaar via toledo
Process Design
Slides en opdrachten ter beschikking via toledo, processchema's mogelijk enkel tijdens de les beschikbaar.
GA1-C
Eigen cursus PLC-sturingen en labo met gesimuleerde industriële processen (LUCAS-NULLE).
De cursus bestaat uit volgende delen : Het eerste deel behandeld de algemene principes van geïntegreerde automatisering en zijn toepassingsmogelijkheden. Het tweede deel behandeld de hardware van automatische sturingen. Het derde deel houdt zich bezig met de industriële informatica en de norm IEC1131 die hierover handelt. Het vierde deel handelt over alle mogelijke communicatiemogelijkheden die gebruikt worden in een automatische besturing met gedistribueerde hardware en gedistribueerde intelligentie. Met name de norm PROFIBUS en PROFINET komen hierin aan bod. Het vijfde deel ten slotte handelt over hedendaagse pneumatische technieken in de automatiseringstechnologie. Studenten moeten in staat zijn over deze materie adequate antwoorden te formuleren op gerichte vragen. In het labo worden de studenten geconfronteerd met industriële automatiseringsapparatuur. Hiermee gaan zij projectmatig reële automatiseringsopgaven oplossen en laten functioneren.
PLC-sturingen en labo (3 ba IIW CE) (online beschikbaar) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum:
Het vak behoort tot de leerlijn Proces design en engineering.
Met de opleiding willen we ingenieurs vormen met voldoende voeling voor de praktijk. Het labo procestechnieken biedt de student de kans om op piloot- of laboschaal ervaring op te doen met opstarten, regelen en stoppen van verschillende units. het onderdeel proces design leert studenten vlot omgaan met veel gebruikte schema's in chemische plants en redeneren over een bestaande processen. Het deel scheidingsprocessen werkt nog enkele veel gebruikte scheidingstechnieken verder uit en behandeld enkele praktijkoefeningen waar studenten leren redeneren over effecten van veranderingen en het sturen van de gewenste kwaliteit.
Relatie met onderzoek en werkveld:
Het vakgebied Geïntegreerde Automatisering (GA1C) heeft tot doel om de kennis, nodig voor het ontwerpen, onderhouden en beheren van automatisch gestuurde processen te verwerven, verdiepen en verbreden. De automatiseringstechnieken duiken op alle mogelijke gebieden in onze maatschappij. Ondanks het feit dat automatiseringstechnologie een typisch ingenieursvak is, zijn de toepassingen en kennisgebieden waarin deze technologie gebruikt wordt, vakoverschrijdend, zelfs discipline-overschrijdend. Het vak GA1-C beoogt dat de student in deze disciplines basis inzicht, vaardigheid en competentie verwerft. Daardoor kan hij mensgericht en taakgericht geautomatiseerde systemen realiseren en hierover overleggen, rapporteren en nieuwe inzichten verwerven om alzo zichzelf continue te reflecteren. Het realiseren van automatische systemen begint bij het correct definiëren van het automatiseringsontwerp. In het ontwerpstadium moeten we ook rekening houden met de betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid en beschikbaarheid van automatische installaties. Nieuwe technieken en standaardisaties laten ons toe om de doorlooptijd van nieuwe projecten drastisch in te korten, zonder daarbij de sociale en economische aspecten van deze technologie uit het oog te verliezen. Dit deel beoogt ook het ingenieurs-denken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen. Een automatiseringsontwerp vereist het afwegen tussen de verschillende gestelde eisen maar ook het afwegen van de meest geschikte ontwerptechniek |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|