Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Thermodynamica (4086)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Verplicht | 180 | 4,0 | 180 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.6 De student heeft kennis van de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen. | | | - BC
| De student kan begrippen zoals verbrandingsreacties, warmtebalans, karakteristieke koppel-toerental, tussenkoeling, herverhitting, stoominjectie, WKK, STEG ... verklaren, kaderen en
hun onderlinge relatie bespreken. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.6 De student kan de karakteristieken van thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen verklaren aan de hand van basisprincipes uit de thermodynamica en (stromings)mechanica. | | | - BC
| De student kan begrippen zoals verbrandingsreacties, warmtebalans, koppel-toerental karakteristieken, tussenkoeling, herverhitting, stoominjectie ... gebruiken om warmtewisselaars, verbrandingsinstallaties en - motoren, gasturbines, stoominstallaties en gecombineerde technieken te bespreken | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.3 De student kan karakteristieken en prestaties van welomschreven thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen analyseren. | | | - BC
| De student(e) kan een vraagstuk oplossen betreffende verbrandingsinstallaties, verbrandingsmotoren, gasturbines, stoominstallaties en gecombineerde technieken | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.3 De student kan componenten van welomschreven thermotechnische energieconversiesystemen selecteren of dimensioneren. | | | - BC
| De student(e) kan voor een welomschreven toepassing op een onderbouwde manier een verbrandingsproces of -motor, gasturbine, stoominstallatie of gecombineerde techniek dimensioneren en hiervoor de geschikte componenten kiezen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student(e) kan resultaten bekomen uit een vraagstuk betreffende verbrandingsinstallaties, -motoren, gasturbines, stoominstallaties of gecombineerde technieken kritisch bekijken. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beschikt over basiskennis thermodynamica (o.m. ideale gassen en vloeistoffen, enthalpie, volumearbeid , stromingsarbeid, technische arbeid) en kan thermodynamische processen grafisch voorstellen en berekenen. Verder beschikt de student over kennis rond stromingsmechanica en stromingsmachines.
|
|
|
Verbrandingsmotoren zullen in de voorzienbare toekomst dé voornaamste krachtbron blijven voor het aandrijven van voertuigen, vliegtuigen en vaartuigen. Reden hiervan zijn onder meer de relatief hoge compactheid van de machines, het relatief hoge rendement, en de hoge energie-densiteit en van chemische brandstoffen. Verbrandingsmotoren doen eveneens dienst als aandrijving van noodstroomgeneratoren, piekstroomgeneratoren, en allerhande mechanische machines (hydraulische pompen, compressoren, landbouwwerktuigen, ). Daarnaast worden verbrandingsmotoren gebruikt in systemen voor het simultaan opwekken van warmte en elektriciteit (WKK oftewel co-generatie genoemd). Ingenieurs elektromechanica moeten voldoende kennis hebben van de werking en technologie van verbrandingsmotoren voor een doeltreffend gebruik in de praktijk. Thermische centrales daarentegen produceren nog steeds het hoofddeel van de elektrische energie die in België wordt verbruikt. De verschillende types van elektriciteitscentrales verdienen daarom een grondige analyse binnen de opleiding industrieel ingenieur elektromechanica.
Dit opleidingsonderdeel omvat:
* Verbrandingstechniek
* Warmwaterketels
* Verbrandingsmotoren
* Gasturbines
* Stoomcentrales
* Gecombineerde technieken
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Toegepaste Energietechniek,Joop Ouwehand, Trynke Papa, Egbert Post en Arie Taal,vijfde druk,Boom uitgevers Amsterdam,9789024415687 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|