Methodologie 1 voor masterproef: Interdisciplinaire onderzoeksmethoden (4395) | Contactpersoon : | Prof. dr. Tim WUYTS |
Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Methodologie 4: Bachelorscriptie (2126)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de rechten | Verplicht | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student houdt rekening met de maatschappelijke context waarin rechtswetenschappelijk onderzoek gevoerd wordt. Hij is in staat om ook andere dan zuiver judirisch-technische onderzoeksvragen te beantwoorden en kan normatieve en evaluatieve onderzoeksvragen op gepaste gronden onderzoeken en hierbij zo nodig de ethische aspecten van de juridische vraagstelling in rekening nemen. De student is in staat de resultaten van de diverse sociale hulpwetenschappen in zijn juridisch onderzoek te integreren, hetgeen onder meer vereist dat hij de sterktes en zwakten van de daarin gehanteerde onderzoeksmethoden kan onderscheiden, tabellen correct kan interpreteren en dergelijke onderzoeksverslagen kritisch kan beoordelen. | | - DC
| De student is zich bewust van zijn verantwoordelijkheden als jurist bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student kan in een situatie verschillende dimensies onderkennen en betrekken in zijn analyse en zijn overtuigingsstrategie. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan samenwerken met andere studenten aan gemeenschappelijke schrijfopdrachten die uitmonden in een rechtswetenschappelijke bijdrage waarop een concreet antwoord wordt geformuleerd op een bepaalde onderzoeksvraag. | | - DC
| De student kan op actieve en constructieve wijze feedback formuleren op het schrijfproces van andere studenten in de vorm van peer reviews en dit op basis van vooraf bepaalde objectieve criteria. | | - DC
| De student kan mondeling in debat treden met andere studenten over de stappen in het onderzoek dat zij hebben uitgevoerd en hen uitnodigen bepaalde aspecten van dit onderzoek bij te sturen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student gebruikt in zijn schrijfopdracht een rechtswetenschappelijke schrijfstijl waarbij hij o.a. rekening houdt met vakjargon, een onpersoonlijk taalgebruik, een objectief taalgebruik en een verstaanbare en overtuigende schrijfstijl. | | - DC
| De student hanteert een correcte spelling, woordenschat en grammatica en respecteert de vormelijke vereisten. | | - DC
| De student kan een omvangrijke juridische tekst logisch en coherent opbouwen volgens de macrostructuur van een rechtswetenschappelijke tekst. | | - DC
| De student kan zijn onderzoeksresultaten op een heldere en overtuigende wijze mondeling toelichten met behulp van didactische werkvormen en dit voor een ruim publiek. Hij kan daarover vragen beantwoorden en in debat treden. | | - DC
| De student kan schriftelijk en mondeling zijn oplossingsstrategie, zijn oplossingsmethode en zijn effectieve redenering toelichten voor juristen en leken. De student is in staat om kritisch te reflecteren, na debat, over de concrete formuleringswijze van de eigen standpunten en van deze van collega's. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | | - DC
| De student kan zelfstandig relevante literatuur identificeren, deze verwerken en zijn leerproces evalueren aan de hand van de feedback van medestudenten en docenten tijdens de onderwijsgroepen. | | - DC
| De student kan zijn werkzaamheden zo plannen dat hij, in samenwerking met een medestudent, tegen vooraf bepaalde data schrijfopdrachten en peer reviews kan uitvoeren over een rechtswetenschappelijke bijdrage en daarover kan rapporteren. | | - DC
| De student is in staat om zijn eigen aanpak en leerproces kritisch te evalueren en bij te sturen door zijn sterkte- en zwaktepunten te detecteren aan de hand van ontvangen feedback. | | - DC
| De student kan zelf oplossingen zoeken voor problemen die zich gaandeweg een juridisch onderzoek kunnen stellen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student is in staat om het kader waarbinnen hij zijn onderzoek uitvoert in kaart te brengen. Daarbij heeft hij oog voor de verschillende juridische bronnen en standpunten die er bestaan over het onderwerp van zijn onderzoek. | | - DC
| De student kan kritisch reflecteren over het door hem gehanteerde bronnenmateriaal en de gehanteerde onderzoeksmethode. | | - DC
| De student is in staat om op een duidelijke en overtuigende wijze te redeneren, zijn redeneringen juridisch te onderbouwen met aannemelijke argumenten en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel over een bepaald discussiepunt. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student is in staat om zelfstandig en in functie van de gestelde onderzoeksvragen (digitale) bronnen van het juridisch vakgebied van het onderwerp te selecteren. | | - DC
| De student is in staat om kwaliteitsvolle bronnen te selecteren, gebruik te maken van anderstalige bronnen en zijn keuze van bronnen te verantwoorden. | | - DC
| De student kan de geselecteerde bronnen op een analytische en synthetische wijze verwerken in een rechtswetenschappelijke bijdrage zonder daarbij plagiaat te plegen en door gebruik te maken van verwijzingen overeenkomstig de V&A-regels. | | - DC
| De student krijgt zowel Nederlandstalig als Frans- en Engelstalig bronnenmateriaal aangereikt via het blokboek en Blackboard. De student moet deze teksten zelfstandig lezen/verwerken met het oog op de voorbereiding van het hoorcollege en de OG's. De inhoud van de tekst behoort tot leerstof die moet kunnen worden toegepast. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker, hierover kritisch reflecteren en rapporteren. | | - DC
| De student kan zelf een originele, juridisch relevante probleemstelling en juridische relevante onderzoeksvragen bepalen en deze helder en ondubbelzinnig formuleren. De student kan de relevantie van zijn onderzoek overbrengen op een niet-gespecialiseerde lezer. De student kan een relevante methodologie kiezen voor de onderzoeksvragen en deze correct toepassen. Hij kan de keuzes in zijn onderzoeksproces verantwoorden en heeft respect voor de onderzoeksdeontologie. De student kan een nieuw element aanbrengen in het wetenschappelijk debat. | | - DC
| De student kan een praktijkprobleem vertalen in een wetenschappelijk verantwoorde probleemstelling. | | - DC
| De student kan theoretische concepten, dimensies en concrete items onderscheiden. | | - DC
| De student kan de resultaten van kwantitatief en kwalitatief onderzoek op een wetenschappelijk verantwoorde wijze interpreteren. | | - DC
| De student kent de sterktes als de zwaktes van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. | | - DC
| De student kan over een bepaald onderwerp zelfstandig een onderzoeksplan uitwerken, hierover een onderzoek uitvoeren en kritisch reflecteren, dit onderzoek neerschrijven in de vorm van een rechtswetenschappelijke bijdrage en hierover rapporteren in de vorm van een presentatie met ruimte voor debat. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student is in staat om de juridische kennis, inzichten en systematiek van de verschillende rechtsgebieden in het kader van een rechtswetenschappelijk onderzoek toe te passen vanuit een Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan rechtsvergelijkende onderzoeksvragen op een methodologisch onderbouwde wijze beantwoorden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. - De student toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. - De student kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en rechtsregels detecteren. - De student kan zowel Nederlandstalige als Franse en Engelse (digitale) rechtsbronnen verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. - De student kan een rechtswetenschappelijk onderzoek waarbij een antwoord moet worden geformuleerd op een beschrijvende, rechtsvergelijkende of definiërende onderzoeksvraag correct plannen, uitvoeren en neerschrijven. - De student kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, interpretaties, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. - De student kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context. - De student is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren. - De student kan een werkstuk schrijven en verdedigen met betrekking tot een probleem of onderwerp dat aansluit bij één van de opleidingsonderdelen van de bacheloropleiding rechten van de Universiteit Hasselt.
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel omvat de methodologische onderbouw voor het opstellen van de masterscriptie in het tweede masterjaar. Het reikt daartoe de studenten de vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het opstellen van wetenschappelijk onderbouwde juridische teksten en oefent deze vaardigheden met de studenten in. Daarbij worden de studenten vertrouwd gemaakt met de diverse vormen die modern rechtswetenschappelijk onderzoek kan aannemen, als op het ontrafelen van het rechtswetenschappelijk schrijfproces in verschillende praktische stappen (opstellen van een onderzoeksplan, bronnenonderzoek, uitschrijven van de resultaten van het onderzoek). Deze stappen zullen de studenten immers ook moeten zetten bij het schrijven van hun masterscriptie in hun tweede masterjaar.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan het interdisciplinair en multidisciplinair onderzoek dat binnen de onderzoekswereld aan belang wint. Bij een multidisciplinair onderzoek worden verschillende academische disciplines naast elkaar gebruikt, terwijl een interdisciplinair onderzoek de disciplines integreert. De studenten maken in dit opleidingsonderdeel uitgebreid kennis met deze beide vormen van onderzoek naast het monodisciplinair onderzoek. Het opleidingsonderdeel besteedt daarom ook uitgebreid aandacht aan het aanleren van de nodige vaardigheden vereist om de resultaten van de diverse sociale hulpwetenschappen te kunnen integreren in een rechtswetenschappelijk onderzoek. Hierop wordt immers steeds vaker beroep gedaan bij het beantwoorden van evaluatieve en normatieve onderzoeksvragen met betrekking tot het recht. De studenten zullen ook worden ingeschakeld bij het opzetten en uitvoeren van een sociaal-wetenschappelijk onderzoek (bv. interviews en enquête) om de mogelijkheden en beperkingen daarvan aan den lijve te ondervinden. De resultaten van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek zullen worden geïntegreerd in het rechtswetenschappelijk onderzoek.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 55 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Aanwezigheid en deelname aan onderwijsgroep 1 (Rechtswetenschappelijk onderzoek) en 1 & 2 (sociaal-wetenschappelijk onderzoek). Tijdig indienen van schrijfopdrachten (waaronder het interview) zoals bepaald in het blokboek. Afname van enquêtes zoals bepaald in het blokboek. |
|
|
|
Gevolg | Geen deelname aan eerste examenkans. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. De evaluatievorm kan verschillen tussen studenten afhankelijk van het feit of zij voldeden aan de voorwaarden om deel te nemen aan de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Rechtwetenschappelijk schrijven,Kestemont, Schoukens, Hendrickx en Terryn,2017,Acco,9789033487958
- Kennis maken. Methodologie voor sociale wetenschappers.,Bart Meuleman, Henk Roose,Skirbis,9789463969710
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Blokboek masterproef: methodologie |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|