Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| keuze master voor corporate (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
keuze master voor private (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
master rechten OR | Keuze | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student is in staat de persoonlijke kwaliteiten (bv. praktische wijsheid) te ontwikkelen die hem in staat stellen zich rekenschap te geven van alle belangen die spelen, en deze te integreren in een rechtvaardige oplossing. Ook niet materiële (niet in geld waardeerbare) belangen krijgen hierbij een plaats (welzijn van de betrokkenen, een gevoel van zinvolheid voor de betrokkenen, …). Hij is in staat vanuit een ruim bewustzijn een juridische kwestie te bekijken, in het bijzonder vanuit de gezichtspunten van alle betrokkenen | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student is in staat om de ethische probleempunten in een situatie te herkennen en te benoemen, kan er kritisch over reflecteren en erover in gesprek gaan met anderen (bv. cliënten). Hij kan zich op een beargumenteerde wijze een eigen mening vormen. Hij weet zijn morele intuïties te verhelderen. De student is in staat zijn persoonlijke morele voorkeuren en neigingen te begrijpen, en deze bij te sturen waar hij dit wenselijk acht. Hij is in staat om vanuit zorgzaamheid, dienstbaarheid en met het oog op het welzijn van alle betrokkenen te handelen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan samenwerken met anderen om een antwoord te zoeken op morele vraagstukken. Hij kan samenwerken met mensen van wie de belangen en opvattingen tegengesteld zijn aan de zijne. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student kan mondeling en schriftelijk toelichten vanuit welke waarden, beweegredenen en persoonlijke kwaliteiten hij handelt en waarom hij bepaalde morele keuzes maakt. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | | - DC
| De student is in staat te leren over zichzelf en zichzelf bij te sturen teneinde de menselijke kwaliteiten (verder) te ontwikkelen die hem in staat stellen ethisch verantwoord te handelen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een ingesteldheid tot levenslang leren. | | - DC
| De student kweekt een bereidheid om als jurist voortdurend te evolueren en groeien. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student betrekt bij zijn kritische attitude ook de ethische dimensie van zijn beoordeling en handelwijze. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student beschikt over de persoonlijke kwaliteiten en ethische inzichten om een ethisch verantwoorde oplossingsstrategie te kiezen en deze daadwerkelijk toe te passen en te verantwoorden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de juridische kennis van de verschillende rechtsgebieden vervolledigen met kennis die toelaat tot ethisch verantwoorde keuzes te komen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent en begrijpt de basisprincipes en elementaire begrippen van het recht
De student kan een zienswijze onderbouwen op basis van redelijke argumenten
De student is in staat en bereid om een gesprek te voeren met medestudenten en met de lesgever over morele thema's en dilemma's.
|
|
|
1. In het opleidingsonderdeel komen theoretische kennis en inzichten, toepassingsvaardigheden, zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling aan bod.
2. Kernthema’s zijn: wat betekent ethisch verantwoord handelen voor de jurist? Hoe kunnen we daartoe komen? Waarom is dit van belang?
3. Het verwerven van theoretische kennis en inzichten over:
- basisbegrippen (moraal, ethiek, waarden, normen);
- de voornaamste ethische stromingen (plichtethiek, de gevolgethiek, de zorgethiek, deugdethiek) die de jurist een (denk)kader bieden om ethische dilemma’s te benaderen;
- de waarden van waaruit het juridisch beroep kan worden uitgeoefend: dienstbaarheid, integriteit, tolerantie, rechtvaardigheid, …;
- elementaire basisprincipes, onderliggende waarden en gemeenschappelijkheden van de belangrijkste deontologische codes;
- de unieke positie van de jurist (onafhankelijkheid);
- verband tussen persoonlijke en professionele ethiek;
- redenen waarom ethisch verantwoord handelen belangrijk is. Welke verschuivingen in de maatschappij, het rechtssysteem en de rechtspraktijk nodigen uit tot nieuwe, ethische vormen van beroepsuitoefening van de jurist? Aan welke ethische uitdagingen in de rechtspraktijk kan worden tegemoet gekomen?
- concrete mogelijkheden om ethisch te handelen op verschillende domeinen van het recht. Bijvoorbeeld: humane benaderingen in het strafrecht, duurzaam contracteren, oplossingsgerichte rechtspraak, nieuwe vormen van burgerschap, werkmethodes gericht op samenwerking, leiderschap voor juristen, preventief werken, creatieve methodes van probleemoplossing, procedurele rechtvaardigheid, ethiek in de relatie met de cliënt of opdrachtgever, …;
- de nieuwe professionele identiteit van de jurist (de jurist 2.0);
- inspirerende teksten van juristen die voor grote maatschappelijke verandering hebben gezorgd (bv. Mandela, Martin Luther King, …), en analyse van deze verandering.
4. Het ontwikkelen van vaardigheden zoals:
- kritisch reflecteren over de aanpak van concrete zaken en over bestaande werkwijzen in de juridische praktijk (bv. wat is er goed en minder goed aan de wijze waarop contracten worden gesloten, procedures worden gevoerd, …);
- verhelderen van morele intuïties;
- het houden van een moreel beraad (met medestudenten) over een concrete casus;
- het voeren van een gesprek over ethische kwesties (bv. met de cliënt of opdrachtgever).
5. Het ontwikkelen van menselijke kwaliteiten zoals empathie, altruïsme, mededogen, tolerantie, creativiteit, praktische wijsheid, dienstbaarheid, fairness, samenwerkingsvermogen, integriteit, respect, moed, zorgvuldigheid, en nog vele andere. Moreel verantwoord handelen gebeurt vanuit het hoofd, het hart en de bezieling van mensen.
Sleutelwoorden
- dienstbaarheid
- (ontwikkeling van) menselijke kwaliteiten
- deontologie
- ethische benaderingswijzen
- concrete toepassingsmogelijkheden van ethiek in een juridische context
- nieuwe professionele identiteit jurist
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Student kan deelcijfer overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaalde |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Juridische beroepsethiek 2.0. Professionaliteit door menselijkheid.,Eric Lancksweerdt,Eerste editie,Gompel&Svacina,9789463712200 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|