|
EC | EC 3 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan, in functie van een efficiënt verloop van het kinesitherapeutisch handelen en met respect voor de identiteit/privacy van de cliënt, het resultaat van elke fase van het kinesitherapeutisch handelen, schriftelijk en mondeling communiceren, met inbegrip van het dossier. |
| DC | De student kan de communicatievaardigheden die relevant zijn voor de kinesitherapeut in de kinesitherapeut-patiënt relatie toepassen. |
| | BC | De student kan actief luisteren in de klinische praktijk. |
| | BC | De student hanteert professioneel en correct taalgebruik aangepast aan het niveau van de patiënt. |
| | BC | De student kan verbale en non-verbale communicatie op elkaar afstemmen. |
| | BC | De student bezit de attitudes die relevant zijn voor de kinesitherapeut-patiënt relatie in de klinische praktijk, i.e. empathie, respect, positieve gezindheid, echtheid en transparantie. |
| DC | De student kan een anamnese-gesprek voeren. |
| | BC | De student kan zich voldoende voorbereiden op het anamnesegesprek. |
| | BC | De student opent het anamnesegesprek op gepaste wijze. |
| | BC | De student bevraagt op adequate wijze de hulpvraag van de patiënt. |
| | BC | De student bevraagt op adequate wijze de voorgeschiedenis van de patiënt. |
| | BC | De student bevraagt op adequate wijze het huidige functioneren van de patiënt. |
| | BC | De student hanteert professioneel en correct taalgebruik aangepast aan het niveau van de patiënt. |
| DC | De student kan op een gepaste wijze communiceren met een patiënt in moeilijke situaties. |
| | BC | De student kan op een gepaste wijze omgaan met de emoties van een patiënt. |
| | BC | De student kan op een gepaste wijze communiceren met een patiënt met een psychiatrische problematiek. |
| | BC | De student kan op gepaste wijze omgaan met conflictsituaties in de kinesitherapeut-patiënt relatie. |
| DC | De student kan op gepaste wijze communiceren over en tijdens de kinesitherapeutische behandeling. |
| | BC | De student kan op een heldere manier en éénduidige manier instructies en/of uitleg geven tijdens de kinesitherapeutische behandeling, aangepast aan het niveau van de patiënt. |
| DC | De student beheerst de didactische principes die horen bij het geven van instructies aan individuen en groepen in de kinesitherapeutische context. |
| | BC | De student kent de didactische principes die horen bij het geven van instructies aan individuen. |
| | BC | De student kent de didactische principes die horen bij het geven van instructies aan groepen. |
| | BC | De student kan deze didactische principes toepassen in de klinische praktijk bij collega-studenten. |
| | BC | De student kan deze didactische principes toepassen in de klinische praktijk bij verschillende doelgroepen. |
| DC | De student kan correcte feedback geven over de communicatievaardigheden en het kinesitherapeutisch handelen van collega-studenten. |
| | BC | De student kan zijn feedback op een constructieve manier formuleren. |
| | BC | De student kan het concrete gedrag en het effect ervan benoemen. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen leerproces aangaande zijn communicatievaardigheden. |
| | BC | De student past een juiste structuur toe bij het schrijven van een reflectieverslag rekening houdend met het doel ervan. |
| | BC | De student toont inzicht in zijn eigen werkpunten en kan concreet formuleren op welke manier hij hier aan kan werken. |
| DC | De student kan op een adequate en professionele wijze schriftelijk rapporteren. |
| | BC | De student schrijft grammaticaal juist en met een correcte spelling. |
| | BC | De student hanteert een zakelijk en professioneel taalgebruik, afgestemd op de doelgroep. |
| | BC | De student kan een bondige en gestructureerde tekst schrijven. |
| DC | De student kan op een adequate en professionele wijze mondeling rapporteren. |
| | BC | De student spreekt duidelijk en op een aangenaam tempo. |
| | BC | De student hanteert een professioneel en correct taalgebruik, afgestemd op de doelgroep. |
| | BC | De student hanteert een professioneel en correct taalgebruik, afgestemd op de verschillende actoren binnen een interdisciplinair overleg. |
| | BC | De student hanteert een gepaste non-verbale communicatie (bv. oogcontact, lichaamshouding). |
| | BC | De student kan duidelijk, vloeiend en correct mondeling communiceren. |
| | BC | De student rapporteert bondig en gestructureerd. |
EC | EC 4 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan onder begeleiding functioneren in teamverband binnen een multidisciplinaire context. |
| DC | De student neemt op een democratische manier een actieve rol op binnen het team. |
| | BC | De student kan samen met het team afspraken maken en deze nakomen in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student komt voorbereid naar teambijeenkomsten in een groep van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student draagt bij aan een aangenaam werkklimaat in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student houdt rekening met de opvattingen en meningen van de andere teamleden in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student stelt zich voldoende flexibel op in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student stelt zich open en eerlijk op t.o.v. de andere teamleden. |
| | BC | De student kan actief luisteren, interpreteren, samenvatten en antwoorden. |
| DC | De student kan in samenwerking met anderen een gemeenschappelijke opdracht uitvoeren. |
| | BC | De student neemt zijn verantwoordelijkheid in het behalen van de gezamenlijke doelstellingen geformuleerd binnen het team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student helpt de andere teamleden in functie van de gezamenlijke opdracht in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student komt taak gerelateerde afspraken binnen het team van medestudenten/professionals tijdig na. |
| | BC | De student deelt zijn kennis met de andere groepsleden en geeft accuraat relevante informatie door in een team (met input) van medestudenten/professionals rekening houdend met de perspectieven van de verschillende teamleden. |
| | BC | De student bespreekt in team mogelijke oplossingen en komt tot een gedragen besluit. |
| | BC | De student kan samen met teamleden reflecteren over de kwaliteit van de uitgevoerde taak en eventuele werkpunten meenemen naar de toekomst in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student kan reflecteren over de betekenis en relevantie van de gezamenlijke taak in functie van theorie en praktijk in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| DC | De student is in staat de verschillende kwaliteiten binnen een groep te detecteren en actief er op in te spelen. |
| | BC | De student heeft kennis van de kwaliteiten van elk groepslid binnen het team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student bekrachtigt de kwaliteiten van andere groepsleden in een team (met input) van medestudenten/professionals op een inspirerende manier. |
| | BC | De student streeft er naar kwaliteiten binnen een groep complementair in te zetten in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student kan taken delegeren afhankelijk van de kwaliteiten van andere groepsleden in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen functioneren en het functioneren van de groepsleden binnen het team. |
| | BC | De student detecteert en formuleert sterke en zwakke punten wat betreft de eigen bijdrage in het groepswerk in een team met (input van) medestudenten/professionals. |
| | BC | De student detecteert en formuleert sterke en zwakke punten betreffende de bijdrage van de groepsleden aan het groepswerk in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student kan correcte feedback geven over de samenwerkingsvaardigheden van teamleden in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student kan suggesties geven over mogelijke verbeteringen m.b.t. samenwerkingsvaardigheden binnen het team in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
EC | EC 5 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan zijn/haar werk doelmatig en tijdsefficiënt organiseren en hierop reflecteren. |
| DC | De student kan zijn eigen functioneren doelgericht organiseren. |
| | BC | De student levert opdrachten in volgens vooraf vastgelegde richtlijnen. |
| DC | De student kan eigen werkzaamheden tijdsefficiënt organiseren. |
| | BC | De student levert opdrachten tijdig in. |
| | BC | De student is tijdig aanwezig op gemaakte afspraken. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen functioneren. |
| | BC | De student detecteert sterke en zwakke punten binnen het organiseren van eigen werk en schrijft dit neer in een reflectieverslag. |
| | BC | De student formuleert werkpunten in het kader van optimaliseren van de organisatie van eigen werk. |
EC | EC 6 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft kennis van de algemene organisatie van de gezondheidszorg en van de verschillende stakeholders. |
| DC | De student (h)erkent diverse beroepspecifieke bevoegdheden binnen een interprofessioneel team. |
| | BC | De student (h)erkent voorbeelden van interprofessionele werking binnen de gezondheidszorg. |
| | BC | De student kan voorbeelden van interprofessionele werking binnen de gezondheidszorg aangeven. |
EC | EC 7 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft inzichten in de algemene gezondheidsproblemen en mogelijke preventie in een diversiteitscontext. |
| DC | De student kan mensen motiveren tot gedragsverandering. |
| | BC | De student kan op basis van een aantal theoretische modellen voor gedragsverandering mensen motiveren tot actie. |
| DC | De student heeft inzicht in de principes van bewegingscoaching en kan deze toepassen. |
| | BC | De student kan verschillende doelgroepen motiveren om te bewegen (bv. medestudenten, patiënten). |
EC | EC 10 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie gaat in elke fase van het kinesitherapeutisch handelen (niveau gesimuleerde patiënt/cliënt) op ethisch verantwoorde wijze te werk. |
| DC | De student kan de gedragsregels voor de stagiair - kinesitherapeut van de nationale raad voor de kinesitherapie toepassen. |
| | BC | De student schikt zich naar alle voor hem relevante gedragsregels voor de erkende kinesitherapeut. |
| | BC | De student maakt zich als stagiair kenbaar aan de patiënt. |
| | BC | De student erkent het eigen karakter van de stageplaats. |
| | BC | De student houdt zich aan de bepalingen die zijn vastgelegd in de stageovereenkomst. |
| | BC | De student stelt zich begeleidbaar op. |
| | BC | De student houdt zich nauwgezet aan de afspraken die met de stagementor inzake zijn vrijheid van functioneren zijn gemaakt. |