Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
Advies
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma in een voorgaande periode: functioneren bij pediatrische aandoeningen (4112).
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 2 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - op basis van een kinesitherapeutische diagnose evidence based en op ethisch verantwoorde wijze een preventie- en behandelingsplan opstellen voor een gesimuleerde patiënt/cliënt, dit bespreken met de patiënt/cliënt, de preventieve/curatieve behandeling uitvoeren en de resultaten van deze behandeling evalueren en rapporteren. | | - DC
| De student kent de behandelingsprincipes voor courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen, verstandelijke beperkingen en incontinentie bij kinderen en jongeren. | | | - BC
| De student kent courante behandelingsconcepten en specifieke behandelingsprincipes op de drie niveaus van het ICF-CY model. | | - DC
| De student kan evidence-based behandelingsprincipes toepassen bij courante pediatrische aandoeningen. | | | - BC
| De studenten heeft vaardigheden in het uitvoeren evidence-based behandelstrategieën bij courante pediatrische aandoeningen. | | - DC
| De student kan op basis van hulpvraag, anamnese en kinesitherapeutisch onderzoek een evidence-based behandelingsplan opstellen. | | | - BC
| De student kan vertrekkend vanuit de hulpvraag aan de hand van klinisch redeneren op basis van informatie uit anamnese en kinesitherapeutisch onderzoek een evidence-based behandelingsplan opstellen. | | - DC
| De student kan de effecten van zijn behandeling evalueren op de drie niveaus van het ICF-CY model. | | | - BC
| De student kan vanuit de generieke en conditie-specifieke meetinstrumenten op de verschillende niveaus van het ICF-CY model een selectie maken van de geschikte meetinstrumenten voor het evalueren van de effecten van zijn behandeling. | - EC
| EC 8 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan relevante onderzoeksbevindingen in het domein van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie opzoeken, beoordelen, interpreteren en communiceren in functie van de kinesitherapeutische praktijk. | | - DC
| De student kan wetenschappelijke literatuur interpreteren en beoordelen. | | | - BC
| De student kan op basis van een wetenschappelijk artikel (inclusief systematische reviews, meta-analyses en richtlijnen) een onderbouwd en genuanceerd antwoord formuleren op een klinische casus. | - EC
| EC 10 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie gaat in elke fase van het kinesitherapeutisch handelen (niveau gesimuleerde patiënt/cliënt) op ethisch verantwoorde wijze te werk. | | - DC
| De student definieert het ethisch probleem correct. | | | - BC
| De student identificeert correct conflicterende waarden. | | - DC
| De student kan kritisch argumenteren met betrekking tot een ethisch probleem. | | | - BC
| De student gebruikt correcte argumenten. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent het natuurlijke en afwijkende beloop van courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen en verstandelijke beperkingen bij kinderen en jongeren.
|
De student kent de rode vlaggen die doorverwijzing naar een specialist nodig maken bij courante pediatrische aandoeningen.
|
De student kan een kinesitherapeutisch onderzoek uitvoeren bij courante pediatrische aandoeningen en de resultaten kaderen binnen een breder ontwikkelingsbeeld.
|
De student kan op basis van klinisch redeneren vanuit de hulpvraag, de anamnese en het kinesitherapeutisch onderzoek een kinesitherapeutische diagnose stellen.
|
|
|
Binnen pediatrische aandoeningen focussen we ons op volgende doelgroepen: kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met courante neuromotorische, orthopedische en pulmonale aandoeningen, gedrags‑ en ontwikkelingsstoornissen, syndromen, verstandelijke beperkingen en incontinentie. Voor deze aandoeningen komen de behandelingsstrategieën aan bod. Enerzijds verwerven de studenten inzicht in behandelingsconcepten, anderzijds verwerven ze vaardigheden in het toepassen van behandelingsprincipes. Tenslotte leren ze op basis van klinisch redeneren de hulpvraag omzetten naar behandelingsdoelen en een behandelingsplan opstellen en uitvoeren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op ‘schriftelijk examen’ wordt gecompenseerd door een 12/20 op ‘mondeling examen’). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers. |
|
|
|
Gevolg | Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken.
Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Kinderfysiotherapie,Van Empelen,4e editie,Bohn Stafleu van Loghum,9789036815918
- Psychiatrie: een inleiding,Nevid JS, Rathus SA, Greene B,9e editie,Pearson Benelux,9789043033541
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokwijzer: Revalidatie bij pediatrische aandoeningen, Klingels K, Verbecque E, Acco, ISBN 978-94-6467-315-9 |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma revalidatiewetenschappen en kinesitherapie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student kent het natuurlijke en afwijkende beloop van courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen en verstandelijke beperkingen bij kinderen en jongeren.
|
De student kent de rode vlaggen die doorverwijzing naar een specialist nodig maken bij courante pediatrische aandoeningen.
|
De student kan een kinesitherapeutisch onderzoek uitvoeren bij courante pediatrische aandoeningen en de resultaten kaderen binnen een breder ontwikkelingsbeeld.
|
De student kan op basis van klinisch redeneren vanuit de hulpvraag, de anamnese en het kinesitherapeutisch onderzoek een kinesitherapeutische diagnose stellen.
|
|
|
Binnen pediatrische aandoeningen focussen we ons op volgende doelgroepen: kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met courante neuromotorische, orthopedische en pulmonale aandoeningen, gedrags‑ en ontwikkelingsstoornissen, syndromen, verstandelijke beperkingen en incontinentie. Voor deze aandoeningen komen de behandelingsstrategieën aan bod. Enerzijds verwerven de studenten inzicht in behandelingsconcepten, anderzijds verwerven ze vaardigheden in het toepassen van behandelingsprincipes. Tenslotte leren ze op basis van klinisch redeneren de hulpvraag omzetten naar behandelingsdoelen en een behandelingsplan opstellen en uitvoeren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op ‘schriftelijk examen’ wordt gecompenseerd door een 12/20 op ‘mondeling examen’). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers. |
|
|
|
Gevolg | Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken.
Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Kinderfysiotherapie,Van Empelen,4e editie,Bohn Stafleu van Loghum,9789036815918
- Psychiatrie: een inleiding,Nevid JS, Rathus SA, Greene B,9e editie,Pearson Benelux,9789043033541
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokwijzer: Revalidatie bij pediatrische aandoeningen, Klingels K, Verbecque E, Acco, ISBN 978-94-6467-315-9 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|