Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Biologie van de ongewervelde dieren: deel 1 (4117)
|
5.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Genetica, evolutie en de Tree of Life (2921)
|
7.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de biologie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Biologie heeft een grondige kennis en inzicht verworven in de levende wereld op moleculair, cellulair , functioneel, organismaal, populatie en ecosysteemniveau. | - EC
| EC 2: De bachelor Biologie heeft inzicht in de processen die de grondslag vormen van de evolutie van het leven. Hij/zij kan nieuwe kennis verzameld op de verschillende biologische niveaus integreren in de evolutietheorie. | - EC
| EC 5: De bachelor Biologie kan met inzicht metingen verrichten en observeren waarbij hij/zij de hoogst mogelijke precisie nastreeft en integer handelt in zijn/haar observaties en metingen. | - EC
| EC 7: De bachelor Biologie kan onder begeleiding onderzoeksmethodes en interpretaties kritisch evalueren en de intrinsieke onzekerheden en beperkingen plaatsen.
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student(e) heeft kennis van basisbegrippen van evolutiebiologie (monofylie, parafylie, polyfylie, cladogram) en kenmerkevolutie (primaire homologie, homoplasie, autapomorfie, synapomorfie, plesiomorfie).
2. De student(e) kent het algemeen bouwplan en de levenswijze van de belangrijkste taxa van ongewervelde niet-Bilateria en Protostomia: niet-Ecydsozoa ("phyla") en de belangrijkste subtaxa ("classes"), zoals deze behandeld worden in 'Biologie van de Ongewervelde Dieren: deel 1' (4117).
3. De student(e) kent de fylogenetische verwantschappen tussen bovengenoemde taxa.
|
|
|
De student(e) kent het algemeen bouwplan van de belangrijkste taxa ("fyla") van Protostomia: Ecdysozoa en de ongewervelde Deuterostomia, en van de belangrijkste subtaxa ("classes" e.d.).
De student(e) kent de nodige histologische en elektronenmicroscopische details van deze taxa.
De student(e) heeft inzicht in de fylogenetische verwantschappen van deze taxa en kan deze bespreken en funderen.
De student(e) kan de algemene bouwplannen herkennen en interpreteren op reële dieren (doelstelling van de praktische oefeningen).
De student(e) heeft begrip van de fysiologie, de levenswijze en de levenscycli van enkele voorname vertegenwoordigers van de verschillende taxa.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Mondeling examen | 100 % |
|
Andere: | Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (tijdens het mondeling examen wordt ook over de inhoud van de practica ondervraagd) |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Cursustekst "Biologie van de ongewervelde dieren II"
- Practicumhandleiding "Biologie van de ongewervelde dieren II"
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Illustraties op het internet (toegankelijk via Blackboard). |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Invertebrate Zoology. A functional evolutionary approach,Ruppert, Fox and Barnes,7de editie,Cengage Learning |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|