Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
3D-analyse en differentiaalvergelijkingen (3829)
|
6.0 stptn |
|
|
Algemene chemie 1 (3830)
|
6.0 stptn |
|
|
Fysica: golven (3832)
|
6.0 stptn |
|
|
Lineaire algebra en 2D-analyse (3822)
|
5.0 stptn |
|
|
Organische chemie en procestechnologie (4088)
|
4.0 stptn |
|
|
Thermodynamica (4086)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| CE 1.1 De student heeft kennis van relevante grootheden en eenheden waarmee materialen, verbindingen, mengsels en (bio)chemische processen gekwantificeerd worden. | | | - BC
| De student kent de betekenis van begrippen als balansvergelijking, overdrachtsvergelijking, enthalpie, de verschillende soorten massa en warmte overdracht en de bijhorende coëfficiënten en past deze kennis toe in opdrachten. | | | - BC
| De student kan op het examen thermodynamische grootheden zoals chemische potentiaal, Gibbs vrije energie, enthalpie, .. verklaren. | | - DC
| CE 1.2 De student heeft een ruime chemische basiskennis over de fysico-chemische eigenschappen en reactiviteit van (an)organische moleculen. | | | - BC
| De student kent de vergelijkingen voor fase-evenwicht en chemisch evenwicht en de achterliggende betekenis. | | - DC
| CE 1.3 De student kent de kernbegrippen, werkingsprincipes, denkkaders en berekeningswijzen van eenheidsbewerkingen, courante installaties en procesregelingen in de (bio)chemische industrie. | | | - BC
| De student kent de werking en berekeningswijze van de voornaamste warmtewisselaars. | | | - BC
| De student kent het fase-evenwicht en het chemisch evenwicht. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| CE 2.2 De student kan fysico-chemische eigenschappen en reactiviteit van (an)organische verbindingen voorspellen en verklaren. | | | - BC
| De student kan een fasenevenwicht en een chemisch evenwicht berekenen en zo voorspellen/verklaren in welke toestand de materie zal zijn. | | - DC
| CE 2.3 De student kan kernbegrippen, denkkaders en berekeningswijzen van diverse eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie herkennen en toepassen. | | | - BC
| De student toont inzicht in begrippen als balansvergelijking, overdrachtsvergelijking, enthalpie, de verschillende soorten massa en warmte overdracht en de bijhorende coëfficiënten en gebruikt dit inzicht om conceptuele vragen te beantwoorden en oefeningen op te lossen. | | | - BC
| De student kan binaire en ternaire fasediagrammen aflezen. | | | - BC
| De student kan het voorkomen van een fase-evenwicht en reactie-evenwicht herkennen in een opdracht/probleem en toepassen. | | - DC
| CE 2.5 De student kan de toepasbaarheid van eenheidsbewerkingen in een (bio)chemisch productieproces inschatten. | | | - BC
| De student kan inschatten welk type warmtewisselaar geschikt is en wat het warmtewisselend oppervlak moet zijn. | | - DC
| CE 2.6 De student kan proces- en regelschema's opstellen, lezen en begrijpen. | | | - BC
| De student kan bij de interpretatie van opgaven blokschema's tekenen. | | - DC
| 2.7 De student heeft inzicht de basisprincipes van de thermodynamica. | | | - BC
| De student kan deze principes toepassen in berekeningen. | | | - BC
| De student kan concepten verklaren en inzichtsvragen beantwoorden. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student zoekt bij oefeningen zelf de nodige gegevens in formularium en/of tabellen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student is in staat om Engelstalige eenheden / grafieken/ tabellen te interpreteren en te gebruiken. | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| De student kiest, op beargumenteerde wijze, de nodige formules. | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| De student kan voor een gegeven probleemstelling de juiste balans en overdrachtsvergelijkingen schrijven. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan op het examen een complexe opgave herleiden tot deelvragen die oplosbaar zijn met de in het vak bestudeerde vergelijkingen. | | - DC
| 5.5 De student kan chemisch-technische problemen analyseren. | | | - BC
| De student maakt de interpretatie van een opgave met een schets van de situatie met interpretatie van vakgebonden begrippen en van de gevraagde grootheden. | | - DC
| CE 5.1 De student kan bestaande processen, technieken of reacties uit de (bio)chemie, materiaalkunde of microbiologie doelgericht analyseren | | | - BC
| De student kan de concepten en vergelijkingen uit de thermodynamica gebruiken om de invloed van gewijzigde parameters te analyseren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student kiest, op beargumenteerde wijze, de geschikte oplossingsmethode. | | | - BC
| De student kiest bij een opgave op het examen de gepaste thermodynamische vergelijkingen en de strategie om deze te combineren/ in te vullen. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student kan de gekozen thermodynamische vergelijkingen correct combineren en de juist gegeven gebruiken. | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| De student kan de door hem/haar geformuleerde balans/overdrachtsvergelijkingen correct oplossen, rekening houdend met randvoorwaarden en nodige aannames. | | - DC
| CE 6.4 De student kan voor een gegeven probleem modelvergelijkingen opstellen en oplossen. | | | - BC
| De student kan voor een gegeven probleemstelling de juiste balans en overdrachtsvergelijkingen schrijven. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student toetst op het examen zijn resultaten aan de gemaakte inschatting. De inschatting wordt gebaseerd op logisch redenen en/of waardes uit de literatuur. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student toont op het examen een kritische ingesteldheid ten opzichte van zijn eigen berekeningen en stuurt bij wanneer blijkt dat de gekozen methode niet optimaal is. | | - DC
| CE 8.1 De student kan kritisch reflecteren over bekomen resultaten, modellen en vergelijkingen. | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over de correctheid van aannames en bekomen resultaten. | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over de betekenis van bekomen formuleringen en het verloop van bepaalde parameters dat uit opgestelde modellen volgt. | | | - BC
| De student reflecteert op het examen kritisch over een door de docent gegeven oplossing. | | | - BC
| De student kan oefeningen oplossen met oog voor de fysische mogelijkheid van het resultaat en de eenheden. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan zijn gekozen strategie onderbouwd motiveren en gestructureerd voorstellen. | | | - BC
| De student beargumenteert zijn gekozen strategie op basis van de behandelde thermodynamische concepten. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan gestructureerd figuren, grafieken, oplossingsmethodes en bekomen resultaten toelichten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student kan op het examen de nodige grafieken/schetsen opstellen en/of interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan (chemische) reactievergelijkingen schrijven.
De student kan eenvoudige differentiaalvergelijkingen oplossen.
De student kent de eerste hoofdswet van de thermodynamica en kan deze toepassen.
De student kent het begrip warmtecapaciteit en kan dit toepassen.
De student kan stoomtabellen aflezen.
|
|
|
Algemene beschrijving:
Dit vak is onderdeel van de leerlijn 'Proces and engineering' en behandelt de basisconcepten nodig voor de berekening van onder andere eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemische processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie. De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp‑ en gebruiksproblemen gerelateerd aan het behoud en het transport van massa en warmte op te lossen.
Inhoud deel 1 (transportverschijnselen)
Macroscopische materiaalbalansen
Macroscopische enthalpiebalansen
Warmtewisseling als gevolg van een temperatuursverschil
Warmte‑overdracht van naderbij bekeken
Warmtewisselaars
Massa‑overdracht
Niet‑stationaire massa‑ en warmte‑overdracht
Deel 2 (fysische chemie)
Het gedeelte fysische chemie behandelt toestandsvergelijkingen en de thermodynamische potentiaalfuncties, met bijzondere aandacht voor de Gibbs vrije energie en de chemische potentiaal. Vertrekkende van deze potentiaalfunctie beschrijven we onder meer het fasenevenwicht, het (bio)chemisch evenwicht en het elektrochemische evenwicht.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Think-pair-share ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Het cijfer blijft behouden naar tweede kans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het examen mag het boekje 'Formules, tabellen en grafieken' gebruikt worden, op voorwaarde dat hier niet in geschreven is. Voor het deel fysische chemie mag een formularium gebruikt worden. Een grafisch rekenmachine mag gebruikt worden voor beide delen op voorwaarde dat het geheugen leeg is. Ander materiaal mag niet gebruikt worden. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Dit OPO bestaat uit twee delen Fysische chemie (3STP) en Transportverschijnselen (3STP). De student moet op beide onderdelen minimum 8.0/20 behalen om een tolereerbaar cijfer te halen voor het volledige vak. |
|
|
|
Gevolg | Als op één van beide onderdelen minder dan 8.0/20 wordt gehaald, is het eindcijfer maximum 9/20 ongeacht het gemiddelde. |
|
|
|
Extra info | Dit OPO bestaat uit twee delen: Fysische chemie (3STP): 100% schriftelijk examen tijdens examenperiode Transportverschijnselen (3STP): 30% evaluatie tijdens onderwijsperiode, 70% schriftelijk examen tijdens examenperiode. Deeloverdracht naar tweede examenkans en volgend academiejaar van het cijfer op één van beide delen is mogelijk vanaf 10/20. Deelcijfers binnen een deel worden niet behouden naar het volgende academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie in tweede kans is gelijkaardig aan de evaluatie tijdens examenperiode. Het resultaat op de schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode blijft behouden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Materie en energie in chemische processen: formules, tabellen en grafieken
- Materie en energie in chemische processen: theorie
- Materie en energie in chemische processen: voorbeelden
- Chemische thermodynamica,(enkel voor studenten die het volledige OPO volgen (6 studiepunten))
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Heat and mass transfer: Fundamentals and applications (SI units),Y. Cengel,6,McGraw-Hill Education,9789813158962
- Transport Processes and Separation Process Principles (Includes Unit Operations),Christie John Geankoplis,4,Pearson,9780131013674
- Chemical Process Design and Integration,Robin Smith,2,Wiley,9781119990147
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: Dit vak is onderdeel van de leerlijn Proces Design and Engineering en behandelt de fysische chemie en transportverschijnselen die de basis zijn voor eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie.
Relatie met onderzoek: Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel komen onderzoekscompetenties zoals het analyseren van een probleem uitgebreid aan bod bij de oefeningen. Waar mogelijk worden voor oefeningen, toepassingen of voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Relatie met werkveld: Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie. |
|
|
|
|
|
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| CE 1.1 De student heeft kennis van relevante grootheden en eenheden waarmee materialen, verbindingen, mengsels en (bio)chemische processen gekwantificeerd worden. | | | - BC
| De student kent de betekenis van begrippen als balansvergelijking, overdrachtsvergelijking, enthalpie, de verschillende soorten massa en warmte overdracht en de bijhorende coëfficiënten en past deze kennis toe in opdrachten. | | - DC
| CE 1.3 De student kent de kernbegrippen, werkingsprincipes, denkkaders en berekeningswijzen van eenheidsbewerkingen, courante installaties en procesregelingen in de (bio)chemische industrie. | | | - BC
| De student kent de werking en berekeningswijze van de voornaamste warmtewisselaars. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| CE 2.3 De student kan kernbegrippen, denkkaders en berekeningswijzen van diverse eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie herkennen en toepassen. | | | - BC
| De student toont inzicht in begrippen als balansvergelijking, overdrachtsvergelijking, enthalpie, de verschillende soorten massa en warmte overdracht en de bijhorende coëfficiënten en gebruikt dit inzicht om conceptuele vragen te beantwoorden en oefeningen op te lossen. | | - DC
| CE 2.5 De student kan de toepasbaarheid van eenheidsbewerkingen in een (bio)chemisch productieproces inschatten. | | | - BC
| De student kan inschatten welk type warmtewisselaar geschikt is en wat het warmtewisselend oppervlak moet zijn. | | - DC
| CE 2.6 De student kan proces- en regelschema's opstellen, lezen en begrijpen. | | | - BC
| De student kan bij de interpretatie van opgaven blokschema's tekenen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student zoekt bij oefeningen zelf de nodige gegevens in formularium en/of tabellen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| De student kiest, op beargumenteerde wijze, de nodige formules. | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| De student kan voor een gegeven probleemstelling de juiste balans en overdrachtsvergelijkingen schrijven. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan op het examen een complexe opgave herleiden tot deelvragen die oplosbaar zijn met de in het vak bestudeerde vergelijkingen. | | - DC
| 5.5 De student kan chemisch-technische problemen analyseren. | | | - BC
| De student maakt de interpretatie van een opgave met een schets van de situatie met interpretatie van vakgebonden begrippen en van de gevraagde grootheden. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student kiest, op beargumenteerde wijze, de geschikte oplossingsmethode. | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| De student kan de door hem/haar geformuleerde balans/overdrachtsvergelijkingen correct oplossen, rekening houdend met randvoorwaarden en nodige aannames. | | - DC
| CE 6.4 De student kan voor een gegeven probleem modelvergelijkingen opstellen en oplossen. | | | - BC
| De student kan voor een gegeven probleemstelling de juiste balans en overdrachtsvergelijkingen schrijven. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student toetst op het examen zijn resultaten aan de gemaakte inschatting. De inschatting wordt gebaseerd op logisch redenen en/of waardes uit de literatuur. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student toont op het examen een kritische ingesteldheid ten opzichte van zijn eigen berekeningen en stuurt bij wanneer blijkt dat de gekozen methode niet optimaal is. | | - DC
| CE 8.1 De student kan kritisch reflecteren over bekomen resultaten, modellen en vergelijkingen. | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over de correctheid van aannames en bekomen resultaten. | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over de betekenis van bekomen formuleringen en het verloop van bepaalde parameters dat uit opgestelde modellen volgt. | | | - BC
| De student reflecteert op het examen kritisch over een door de docent gegeven oplossing. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan zijn gekozen strategie onderbouwd motiveren en gestructureerd voorstellen. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan tijdens het mondelinge gedeelte op het examen zijn antwoord gestructureerd beargumenteren. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student kan op het examen de nodige grafieken/schetsen opstellen en/of interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan (chemische) reactievergelijkingen schrijven.
De student kan eenvoudige differentiaalvergelijkingen oplossen.
De student kent de eerste hoofdswet van de thermodynamica en kan deze toepassen.
De student kent het begrip warmtecapaciteit en kan dit toepassen.
De student kan stoomtabellen aflezen.
|
|
|
Algemene beschrijving:
Dit vak is onderdeel van de leerlijn 'Proces and engineering' en behandelt de basisconcepten nodig voor de berekening van onder andere eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemische processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie. De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp‑ en gebruiksproblemen gerelateerd aan het behoud en het transport van massa en warmte op te lossen.
Inhoud:
Macroscopische materiaalbalansen
Macroscopische enthalpiebalansen
Warmtewisseling als gevolg van een temperartuursverschil
Warmte‑overdracht van naderbij bekeken
Warmtewisselaars
Massa‑overdracht
Niet‑stationaire massa‑ en warmte‑overdracht
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Think-pair-share ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Het cijfer blijft behouden naar tweede kans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het examen mag het boekje 'Formules, tabellen en grafieken' gebruikt worden, op voorwaarde dat hier niet in geschreven is. Een grafisch rekenmachine mag gebruikt worden op voorwaarde dat het geheugen leeg is. Ander materiaal mag niet gebruikt worden. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie in tweede kans is gelijkaardig aan de evaluatie tijdens examenperiode. Het resultaat op de schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode blijft behouden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Materie en energie in chemische processen: formules, tabellen en grafieken
- Materie en energie in chemische processen: theorie
- Materie en energie in chemische processen: voorbeelden
- Chemische thermodynamica,(enkel voor studenten die het volledige OPO volgen (6 studiepunten))
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Heat and mass transfer: Fundamentals and applications (SI units),Y. Cengel,6,McGraw-Hill Education,9789813158962
- Transport Processes and Separation Process Principles (Includes Unit Operations),Christie John Geankoplis,4,Pearson,9780131013674
- Chemical Process Design and Integration,Robin Smith,2,Wiley,9781119990147
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: Dit vak is onderdeel van de leerlijn Proces Design and Engineering en behandelt de fysische chemie en transportverschijnselen die de basis zijn voor eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie.
Relatie met onderzoek: Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel komen onderzoekscompetenties zoals het analyseren van een probleem uitgebreid aan bod bij de oefeningen. Waar mogelijk worden voor oefeningen, toepassingen of voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Relatie met werkveld: Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Chemie - gemeenschappelijk | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student kan (chemische) reactievergelijkingen schrijven.
De student kan eenvoudige differentiaalvergelijkingen oplossen.
De student kent de eerste hoofdswet van de thermodynamica en kan deze toepassen.
De student kent het begrip warmtecapaciteit en kan dit toepassen.
De student kan stoomtabellen aflezen.
|
|
|
Algemene beschrijving:
Dit vak is onderdeel van de leerlijn 'Proces and engineering' en behandelt de basisconcepten nodig voor de berekening van onder andere eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemische processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie. De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp‑ en gebruiksproblemen gerelateerd aan het behoud en het transport van massa en warmte op te lossen.
Inhoud deel 1 (transportverschijnselen)
Macroscopische materiaalbalansen
Macroscopische enthalpiebalansen
Warmtewisseling als gevolg van een temperartuursverschil
Warmte‑overdracht van naderbij bekeken
Warmtewisselaars
Massa‑overdracht
Niet‑stationaire massa‑ en warmte‑overdracht
Deel 2 (fysische chemie)
Het gedeelte fysische chemie behandelt toestandsvergelijkingen en de thermodynamische potentiaalfuncties, met bijzondere aandacht voor de Gibbs vrije energie en de chemische potentiaal. Vertrekkende van deze potentiaalfunctie beschrijven we onder meer het fasenevenwicht, het (bio)chemisch evenwicht en het elektrochemische evenwicht.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Think-pair-share ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Het cijfer blijft behouden naar tweede kans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het examen mag het boekje 'Formules, tabellen en grafieken' gebruikt worden, op voorwaarde dat hier niet in geschreven is. Voor het deel fysische chemie mag een formularium gebruikt worden. Een grafisch rekenmachine mag gebruikt worden voor beide delen op voorwaarde dat het geheugen leeg is. Ander materiaal mag niet gebruikt worden. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Dit OPO bestaat uit twee delen Fysische chemie (3STP) en Transportverschijnselen (3STP). De student moet op beide onderdelen minimum 8.0/20 behalen om een tolereerbaar cijfer te halen voor het volledige vak. |
|
|
|
Gevolg | Als op één van beide onderdelen minder dan 8.0/20 wordt gehaald, is het eindcijfer maximum 9/20 ongeacht het gemiddelde. |
|
|
|
Extra info | Dit OPO bestaat uit twee delen: Fysische chemie (3STP): 100% schriftelijk examen tijdens examenperiode Transportverschijnselen (3STP): 30% evaluatie tijdens onderwijsperiode, 70% schriftelijk examen tijdens examenperiode. Deeloverdracht naar tweede examenkans en volgend academiejaar van het cijfer op één van beide delen is mogelijk vanaf 10/20. Deelcijfers binnen een deel worden niet behouden naar het volgende academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie in tweede kans is gelijkaardig aan de evaluatie tijdens examenperiode. Het resultaat op de schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode blijft behouden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Materie en energie in chemische processen: formules, tabellen en grafieken
- Materie en energie in chemische processen: theorie
- Materie en energie in chemische processen: voorbeelden
- Chemische thermodynamica,(enkel voor studenten die het volledige OPO volgen (6 studiepunten))
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Heat and mass transfer: Fundamentals and applications (SI units),Y. Cengel,6,McGraw-Hill Education,9789813158962
- Transport Processes and Separation Process Principles (Includes Unit Operations),Christie John Geankoplis,4,Pearson,9780131013674
- Chemical Process Design and Integration,Robin Smith,2,Wiley,9781119990147
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: Dit vak is onderdeel van de leerlijn Proces Design and Engineering en behandelt de fysische chemie en transportverschijnselen die de basis zijn voor eenheidsbewerkingen uit de chemische industrie.
Relatie met onderzoek: Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel komen onderzoekscompetenties zoals het analyseren van een probleem uitgebreid aan bod bij de oefeningen. Waar mogelijk worden voor oefeningen, toepassingen of voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Relatie met werkveld: Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|