Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Industriële biotechnologie (4031)
|
4.0 stptn |
|
|
Practicum Voeding en Verpakking (4337)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Project INGenieur – Industriële biotechnologie (4039)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: chemie optie voeding en packaging | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan zijn/haar kennis van en inzichten in voedselconservering kritisch reflecteren in het streven naar behoud van hygiënische kwaliteit, organoleptische kwaliteit en nutritionele kwaliteit van het voedingsproduct. De student kan de toepassing van de theorie linken met de bekomen informatie tijdens bedrijfsbezoeken. | | | - BC
| kan zich op korte tijd inwerken in actuele thema's van de microbiële en chemische stabiliteit en veiligheid van levensmiddelen en informatie opzoeken in de wetenschappelijke literatuur. Hij/zij kan verschillende topics uit de cursus integreren en toepassen op een bepaald voedingsmiddel. Hij/zij kan deze informatie analyseren, kritisch beoordelen en schriftelijk samenvatten en/of mondeling toelichten aan medestudenten. | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| kan zich op korte tijd inwerken in actuele thema's van de microbiële en chemische stabiliteit en veiligheid van levensmiddelen en informatie opzoeken in de wetenschappelijke literatuur. Hij/zij kan verschillende topics uit de cursus integreren en toepassen op een bepaald voedingsmiddel. Hij/zij kan deze informatie analyseren, kritisch beoordelen en schriftelijk samenvatten en/of mondeling toelichten aan medestudenten. | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| kan de onderdelen van de voedingsmiddelenketen toelichten en ziet de onderlinge verbanden. | | | - BC
| kent de link tussen de conserveringstechnieken en voedselverliezen. | | | - BC
| heeft een basiskennis van diverse kwaliteitssystemen in de voedings- en verpakkingssector (o.a. HACCP, GMP, basisvoorwaarden, ISO 9001, ISO 22000, BRC, BRC-IoP, IFS, ...). | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse chemische industriële processen en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor selectie van materialen, verpakking, duurzaamheid,veiligheid, milieu en kringloopsluiting, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| heeft kennis van productie-, verpakkings- en conditioneringstechnieken voor levensmiddelen m.b.t het optimaliseren van de houdbaarheid en veiligheid van de levensmiddelen. | | | - BC
| kan de onderdelen van de voedingsmiddelenketen; diverse oorzaken van voedselbederf; belangrijke bederf-en pathogene micro-organismen; actuele voedselconserveringstechnieken en kwaliteitsborgingsystemen bespreken. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| heeft inzicht in productie-, verpakkings- en conditioneringstechnieken voor levensmiddelen m.b.t het optimaliseren van de houdbaarheid en veiligheid van de levensmiddelen. | | | - BC
| kan (on)gewenste fysische, (bio)chemische en (micro)biologische wijzigingen van voedingsproducten omschrijven. De student kan ook extrinsieke, intrinsieke en impliciete factoren die de kwaliteit van voedingsproducten beïnvloeden beschrijven, alsook het belang van de initiële kwaliteit van een product. | | | - BC
| kan diverse conditioneringstechnieken beschrijven en vergelijken (methode, principe, beperkingen) (bv. aseptisch verpakken, MAP verpakken, gebruik van additieven, hittebehandeling, koelen, vriezen, drogen, bestralen, hogedrukbehandeling, pulsed electrical field technologie, lichtpulsen, fermentatie, natuurlijke antimicrobiële componenten, combinatietechnologie, etc.). | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan zich op korte tijd inwerken in actuele thema's m.b.t. levensmiddelenconservering aan de hand van wetenschappelijke literatuur. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan op basis van het type product, eventueel aangevuld met meetgegevens, een keuze maken voor een bepaalde conditioneringstechniek, de verpakking en de bewaaromstandigheden, en deze keuze motiveren. De student kan de invloed van een bepaalde conditioneringstechniek op een product zowel kwalitatief als kwantitatief omschrijven, alsook de methoden om de kwaliteit te onderzoeken. | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan begrippen zoals D-waarde, z-waarde, 12D-concept en F-waarde omschrijven en toepassen voor het vergelijken van verschillende thermische processen. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan zelfstandig een conserveringscase voor een industrieel geproduceerd levensmiddel uitwerken (proces, afvullen, bewaring, …). | - EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van, inzicht en vaardigheden binnen een (bio)chemisch procestechnologisch, materiaalkundig of verpakkings- en voedingsgerelateerd specialisatiedomein naar keuze. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| heeft kennis van de theoretische grondslagen van levensmiddelenconservering. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| heeft inzicht in kwaliteitsverlies van levensmiddelen en in actuele voedselconserveringstechnieken. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent algemene microbiologie, bv. verschil groei bacteriën, gisten en schimmels, verschil tussen Gram-negatieve en Gram-positieve bacteriën; verschillende componenten in levensmiddelen (eiwitten, vetten, suikers, …) en hun opbouw (bv. eiwitten bestaan uit aminozuren, vetten bestaan uit glycerol + vetzuren).
De student kan basisberekeningen in Excel uitvoeren.
|
|
|
Inhoud
- Introductie in de voedingsindustrie.
- Eigenschappen van levensmiddelen (intrinsieke, extrinsieke en impliciete factoren).
- Microbieel kwaliteitsverlies.
- Kwaliteitsverlies van levensmiddelen door (bio)chemisch bederf.
- Methodes, werkingsprincipes, de voordelen en beperkingen van belangrijke chemische, fysische en biologische conserveringstechnieken (gasverpakken, gebruik van additieven, hittebehandeling, koelen, vriezen, drogen, bestralen, microgolftechnologie, hogedrukbehandeling, pulsed electrical field technologie, lichtpulsen, natuurlijke antimicrobiële componenten).
- Verpakkingsmaterialen en geautomatiseerde procestechnieken.
- Thermische processen en procesberekeningen (D-waarde, z-waarde, 12D-concept, F0-waarde, etc.).
- Combinatietechnologie aan de hand van voorspellende modellen (softwaretoepassingen).
- Houdbaarheidsdatum en relatie met voedselverlies.
- Voedselwetgeving(en)
- Veiligheids- en kwaliteitsborgingssystemen in de voedings- en verpakkingssector (o.a. HACCP, GMP, basisvoorwaarden, ISO 9001, ISO 22000, BRC, BRC-IoP, IFS, ...).
- Video’s en/of bedrijfsbezoek(en) ter illustratie van voedselconserveringstechnieken en kwaliteitssystemen in de praktijk.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Men dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie, presentaties en bedrijfsbezoeken. Elke afwezigheid dient gewettigd te worden. 2. Op elk van de 3 onderdelen (PE, OEF en theorie) dient minimaal 8/20 te worden behaald. |
|
|
|
Gevolg | 1. Indien men niet deelneemt aan een of meerdere onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt men een 0 voor dit onderdeel. 2. Indien op één van de 3 onderdelen (PE, OEF en theorie) minder dan 8/20 wordt gescoord, zal het gewogen gemiddelde begrensd worden tot maximaal 9/20. |
|
|
|
Extra info | De score voor PE is overdraagbaar naar een volgend academiejaar indien 12/20 of meer behaald werd. De score op het examen (OEF en theorie) is overdraagbaar indien op elk facet min 10/20 behaald werd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen vervangend examen voor permanente evaluatie. De punten PE van de 1e zittijd blijven behouden. De score voor PE is overdraagbaar naar een volgend academiejaar indien 12/20 of meer behaald werd. De score op het examen (OEF en theorie) is overdraagbaar indien op elk facet min 10/20 behaald werd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De hand-outs van de lessen worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld.
Interessante reviews, papers, opdrachten, weblinks en andere relevantie informatie kunnen aan de cursus toegevoegd worden; deze worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Microbial guidelines: support for interpretation of microbiological test results of foods.,De Loy Hendrickx Anja, Debevere Johan, Devlieghere Frank, Jacxsens Liesbeth, Uyttendaele Mieke, Vermeulen An,2018,Die Keure,9782874035036
- Levensmiddelenmicrobiologie en -conservering,Devlieghere Frank, Jacxsens Liesbeth, Uyttendaele Mieke, Vermeulen An, Debevere Johan,2016,Die Keure,9789048627745
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum:
Dit vak is een specialisatievak binnen de optie voeding en packaging en is onderdeel van de subleerlijn bioproceskunde en milieutechnologie binnen de leerlijn Industriële (bio)chemische processen. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| ENG&TECH 2. De educatieve master heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. | - EC
| ENG&TECH 3. De educatieve master heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor zijn specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent algemene microbiologie, bv. verschil groei bacteriën, gisten en schimmels, verschil tussen Gram-negatieve en Gram-positieve bacteriën; verschillende componenten in levensmiddelen (eiwitten, vetten, suikers, …) en hun opbouw (bv. eiwitten bestaan uit aminozuren, vetten bestaan uit glycerol + vetzuren).
De student kan basisberekeningen in Excel uitvoeren.
|
|
|
Inhoud
- Introductie in de voedingsindustrie.
- Eigenschappen van levensmiddelen (intrinsieke, extrinsieke en impliciete factoren).
- Microbieel kwaliteitsverlies.
- Kwaliteitsverlies van levensmiddelen door (bio)chemisch bederf.
- Methodes, werkingsprincipes, de voordelen en beperkingen van belangrijke chemische, fysische en biologische conserveringstechnieken (gasverpakken, gebruik van additieven, hittebehandeling, koelen, vriezen, drogen, bestralen, microgolftechnologie, hogedrukbehandeling, pulsed electrical field technologie, lichtpulsen, natuurlijke antimicrobiële componenten).
- Verpakkingsmaterialen en geautomatiseerde procestechnieken.
- Thermische processen en procesberekeningen (D-waarde, z-waarde, 12D-concept, F0-waarde, etc.).
- Combinatietechnologie aan de hand van voorspellende modellen (softwaretoepassingen).
- Houdbaarheidsdatum en relatie met voedselverlies.
- Voedselwetgeving(en)
- Veiligheids- en kwaliteitsborgingssystemen in de voedings- en verpakkingssector (o.a. HACCP, GMP, basisvoorwaarden, ISO 9001, ISO 22000, BRC, BRC-IoP, IFS, ...).
- Video’s en/of bedrijfsbezoek(en) ter illustratie van voedselconserveringstechnieken en kwaliteitssystemen in de praktijk.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Men dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie, presentaties en bedrijfsbezoeken. Elke afwezigheid dient gewettigd te worden. 2. Op elk van de 3 onderdelen (PE, OEF en theorie) dient minimaal 8/20 te worden behaald. |
|
|
|
Gevolg | 1. Indien men niet deelneemt aan een of meerdere onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt men een 0 voor dit onderdeel. 2. Indien op één van de 3 onderdelen (PE, OEF en theorie) minder dan 8/20 wordt gescoord, zal het gewogen gemiddelde begrensd worden tot maximaal 9/20. |
|
|
|
Extra info | De score voor PE is overdraagbaar naar een volgend academiejaar indien 12/20 of meer behaald werd. De score op het examen (OEF en theorie) is overdraagbaar indien op elk facet min 10/20 behaald werd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen vervangend examen voor permanente evaluatie. De punten PE van de 1e zittijd blijven behouden. De score voor PE is overdraagbaar naar een volgend academiejaar indien 12/20 of meer behaald werd. De score op het examen (OEF en theorie) is overdraagbaar indien op elk facet min 10/20 behaald werd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De hand-outs van de lessen worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld.
Interessante reviews, papers, opdrachten, weblinks en andere relevantie informatie kunnen aan de cursus toegevoegd worden; deze worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Microbial guidelines: support for interpretation of microbiological test results of foods.,De Loy Hendrickx Anja, Debevere Johan, Devlieghere Frank, Jacxsens Liesbeth, Uyttendaele Mieke, Vermeulen An,2018,Die Keure,9782874035036
- Levensmiddelenmicrobiologie en -conservering,Devlieghere Frank, Jacxsens Liesbeth, Uyttendaele Mieke, Vermeulen An, Debevere Johan,2016,Die Keure,9789048627745
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum:
Dit vak is een specialisatievak binnen de optie voeding en packaging en is onderdeel van de subleerlijn bioproceskunde en milieutechnologie binnen de leerlijn Industriële (bio)chemische processen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|