Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Kernfysica 1 (2592)
|
4.0 stptn |
|
|
Statistiek + (4084)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Kernfysica 1 (2592)
|
4.0 stptn |
|
|
Statistiek schakel (2915)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| NT 1.10 De student kent nucleaire meettechnieken, de gangbare types van stralingsdetectoren en radiochemische analysetechnieken hun opbouw en hun toepassingsgebieden. | | | - BC
| kan de basisprincipes van de werking van een breed gamma aan stralingsdetectoren reproduceren. | | | - BC
| kan de theoretische grondslagen van de signaalvorming in ladingsgevoelige detectoren toelichten. | | - DC
| NT 1.11 De student kent de interactiemechanismen van straling met materie. | | | - BC
| kan de theoretische grondslagen van de interactie van ioniserende straling met materie; in functie van de aard van de ioniserende straling en de aard van de materie uitleggen. | | | - BC
| kan de verschillende definities en concepten van werkzame doorsnede toelichten. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.11 De student heeft inzicht in de sleutelaspecten van onderzoeksmethodiek en projectmatig werken. | | | - BC
| kan verbanden leggen tussen de bouwwijze van een detector en de resulterende detectoreigenschappen. | | | - BC
| kan verbanden tussen de theoretische grondslagen van de interactie van ioniserende straling met materie; in functie van de aard van de ioniserende straling en de aard van de materie aantonen. | | | - BC
| kan de invloed van de verschillende interactiemechanismen van straling herkennen in meetgegevens zoals spectra. | | - DC
| NT 2.10 De student heeft inzicht in nucleaire meettechnieken, de gangbare types van stralingsdetectoren en radiochemische analysetechnieken. | | | - BC
| kan de voor en nadelen bij het gebruik verschillende types stralingsdetectoren afwegen, een geschikte keuze maken bij gestelde nucleaire meetproblemen en afschatten in welke mate vooropgestelde doelen hiermee bereikt worden. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| is in staat correct informatie te raadplegen, (meet)resultaten te verzamelen en interpreteren en weegt de relevantie van de informatiebronnen af. | | - DC
| 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen. | | | - BC
| verzamelt, meet en structureert relevante gegevens tijdens een labozitting. Deze gegevens worden op een wetenschappelijke manier verwerkt in een laborapport. | | | - BC
| kan typische nucleaire meettoestellen bedienen en kan de meetresultaten verwerven. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| is in staat correct te refereren van de de geraadpleegde informatiebronnen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| plaatst een probleemstelling in het juiste kader formuleert de juiste doelstellingen en selecteert de gepaste onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek. De verkregen gegevens worden op een wetenschappelijke manier geanalyseerd. | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| kan de experimentele data, bekomen gedurende labo opdrachten, analyseren en op een wetenschappelijke, gestructureerde manier rapporteren over de resultaten. | | | - BC
| kan op een nauwkeurige, veilige manier een oplossingsmethode selecteren en hanteren in labo om specifieke experimentele eigenschappen te bepalen. | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| De student kan de begrippen van nucleaire meettechniek, kernfysica, radiometrische en dosimetrische
grootheden berekenen en (her)formuleren. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student deelt domeinspecifieke problemen in deelproblemen op om gegevens op een wetenschappelijke manier te interpreteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| neemt initiatief bij het verder uitwerken van de labo-opdrachten. | | | - BC
| kan een gepaste oplossingsmethode selecteren om niet-vertrouwde domeinspecifieke problemen op te lossen. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| stelt een efficiënte planning voorop en houdt zich hieraan. | | | - BC
| kiest een oplossingsmethode en voert deze correct uit. | | - DC
| 6.3 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software selecteren. | | | - BC
| De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software op een gepaste manier gebruiken om een verslag uit te schrijven of om oefeningen op te lossen. | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| kan een gepaste oplossingsmethode selecteren om niet-vertrouwde domeinspecifieke problemen symbolisch/parametrisch op te lossen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren. | | | - BC
| De student bouwt in het practicum experimenten op en voert deze uit om meetresultaten te bekomen. | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | - BC
| kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software op een gepaste manier gebruiken. | | - DC
| NT 7.2 De student kan de basisprincipes van stralingsbescherming implementeren in specifieke cases. | | | - BC
| werkt veilig volgens de basisprincipes van stralingsbescherming en implementeert deze tijdens het uitvoeren van zijn labo. | | - DC
| NT 7.7 De student kan de meest gangbare types van stralingsdetectoren hanteren en deze gepast inzetten bij concrete stralingsmetingen. | | | - BC
| hanteert gangbare types van stralingsdetectoren gepast tijdens de labozittingen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| Tijdens (en na) de uitvoering van de practica kan de student de bekomen resultaten van een labo-opdracht kritisch interpreteren, eventuele fouten en problemen analyseren en zoekt verklaringen voor mogelijke afwijkingen van de verwachte waarde. Hij/zij stelt indien mogelijke oplossingen voor. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| kan onzekerheden van een labozitting berekenen. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| kan bondig, duidelijk in een gepast jargon resultaten argumenteren. | | | - BC
| kan een correct en volledig laboverslag schrijven: volledige beschrijving van het verloop van de proef, resultatenweergeven met correcte eenheden en beduidende cijfers en onzekerheidsanalyse. | | | - BC
| tijdens de uitvoering van een proef de theoretische beginselen van een praktische proef uitleggen en correct communiceren over de uitvoering van de proef en constatering en remediëring van eventuele problemen. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| Volledige weergave van berekeningen en grafieken en interpretatie over het eindresultaat / de conclusie. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| kan een werkzitting in teamverband uitvoeren om een praktische proef nauwkeurig, wetenschappelijk correct en veilig te organiseren. | | | - BC
| kan zelfstandig of in groep de practica in de gestelde termijn met succes (nauwkeurigheid, precisie, evaluatie...)afwerken met oog voor planning en veiligheid en kan zijn verslag binnen de gevraagde termijn afwerken. | | | - BC
| kan in teamverband werken en verantwoordelijkheden opnemen. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| is bereid om met anderen samen te werken, toont hulpvaardigheid en kan een goede verstandhouding bereiken. | | | - BC
| gedraagt zich professioneel ten opzichte van zijn teamgenoten, medestudenten, docenten en externen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student moet blijk geven van goed wetenschappelijk denken en handelen. Hij/zij bezit een goede basiskennis van algemene natuurkunde, numerieke wiskunde en statistiek. Daarnaast is voor de practica een verantwoordelijke attitude tot veilig werken belangrijk.
|
|
|
De student verwerft in het opleidingsonderdeel nucleaire meettechniek een breed inzicht in de fysische principes die aan de basis liggen van de interactie van ioniserende straling met materie in brede zin. De fysische processen worden uitgelegd in functie van de aard van de straling, de energie en het soort materie. Deze inzichten laten toe de werking van uiteenlopende meetapparatuur niet alleen te begrijpen, maar ook hun operationele kenmerken en toepassingsgebied te leren onderkennen.
Hoorcollege Het hoorcollege omvat:
- Het eerste deel beschrijft de interactie van straling met materie. Hierin worden de onderlinge verschillen in interactie met materie tussen fotonen, neutronen, elektronen en zwaardere geladen deeltjes behandeld.
- In het tweede deel wordt het Ramo theorema gebruikt om de pulsvorm van detectoren in het algemeen te beschrijven die werken op het principe van ionizatie. Dit theorema wordt toegespast op gasgevulde detectoren.
- De verschillende regimes waarin gasgevulde detectoren opereren worden besproken. Eigenschappen van drift en diffusie van elektronen en ionen in gassen worden behandeld. Een overzicht van de bestaande types gasgevulde detectoren en hun toepassingen wordt besproken, zoals de GMbuis, de MWPCdetector, de driftkamer, de TPC en de gasgevulde n-detectoren. De intrinsieke energie-resolutie van een detector wordt afgeleid uit statistische principes.
- De theorie rond de werking van halfgeleiderdetectoren wordt besproken en de de voornaamste halfgeleiderdetectoren met hun eigenschappen en toepassingen worden behandeld.
- De principiële werking van organische en anorganische scintillatoren wordt besproken, hun operationele kenmerken worden behandeld in toepassingsgebieden zoals fysische controle en stralingsbescherming, analyse, materiaalonderzoek en medische toepassingen.
Werkzitting Het labo kernfysica 1 vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van GMbuis; primaire dosimetrische analyse; elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; de interactie van straling en materie; bepalen van kernfysische grootheden; statistische verwerking van meetresultaten waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald; bepalen van fysische grootheden, operationele kenmerken van contaminatiemonitors.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het schriftelijk examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd)voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die op één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddelde behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Extra info | De studenten worden zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen.
Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokkendocent(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens de eerste ontmoeting met de docent navraag te doen naar het behaalde punt van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Labo nucleaire meettechniek en kernfysica, labotekst voor 2 en 3 aba |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics and Engineering of Radiation Detection,S. Ahmed,2nd Edition,Elsevier,9780128013632
- Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,Wiley,9780470131480
- Student Solutions Manual to accompany Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,4th,Wiley,9780470649725
- Particle Detection with Drift Chambers,W. Blum et al.,Springer,9783540766841,Beschikbaar als e-book: https://link.springer.com/book/10.1007%2F978-3-540-76684-1
- Practical Gamma-ray Spectroscopy,Gordon Gilmore,2nd Edition,Wiley,9780470861967,Beschikbaar als e-book: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/book/10.1002/9780470861981
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek: Het opleidingsonderdeel stelt resultaten van recent onderzoek voor door referenties en insluiten van wetenschappelijke artikels uit vaktijdschriften.
Relatie met werkveld: De besproken technieken worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het kunnen werken met meer geavanceerde technieken. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Nucleaire technologie - gemeenschappelijk - deel 1 | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student moet blijk geven van goed wetenschappelijk denken en handelen. Hij/zij bezit een goede basiskennis van algemene natuurkunde, numerieke wiskunde en statistiek. Daarnaast is voor de practica een verantwoordelijke attitude tot veilig werken belangrijk.
|
|
|
De student verwerft in het opleidingsonderdeel nucleaire meettechniek een breed inzicht in de fysische principes die aan de basis liggen van de interactie van ioniserende straling met materie in brede zin. De fysische processen worden uitgelegd in functie van de aard van de straling, de energie en het soort materie. Deze inzichten laten toe de werking van uiteenlopende meetapparatuur niet alleen te begrijpen, maar ook hun operationele kenmerken en toepassingsgebied te leren onderkennen.
Hoorcollege
Het hoorcollege omvat:
- Het eerste deel beschrijft de interactie van straling met materie. Hierin worden de onderlinge verschillen in interactie met materie tussen fotonen, neutronen, elektronen en zwaardere geladen deeltjes behandeld.
- In het tweede deel wordt het Ramo theorema gebruikt om de pulsvorm van detectoren in het algemeen te beschrijven die werken op het principe van ionizatie. Dit theorema wordt toegespast op gasgevulde detectoren.
- De verschillende regimes waarin gasgevulde detectoren opereren worden besproken. Eigenschappen van drift en diffusie van elektronen en ionen in gassen worden behandeld. Een overzicht van de bestaande types gasgevulde detectoren en hun toepassingen wordt besproken, zoals de GMbuis, de MWPCdetector, de driftkamer, de TPC en de gasgevulde n-detectoren. De intrinsieke energie-resolutie van een detector wordt afgeleid uit statistische principes.
- De theorie rond de werking van halfgeleiderdetectoren wordt besproken en de de voornaamste halfgeleiderdetectoren met hun eigenschappen en toepassingen worden behandeld.
- De principiële werking van organische en anorganische scintillatoren wordt besproken, hun operationele kenmerken worden behandeld in toepassingsgebieden zoals fysische controle en stralingsbescherming, analyse, materiaalonderzoek en medische toepassingen.
Werkzitting Het labo kernfysica 1 vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van GMbuis; primaire dosimetrische analyse; elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; de interactie van straling en materie; bepalen van kernfysische grootheden; statistische verwerking van meetresultaten waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald; bepalen van fysische grootheden, operationele kenmerken van contaminatiemonitors.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het schriftelijk examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd)voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die op één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddelde behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Extra info | De studenten worden zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen.
Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokkendocent(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens de eerste ontmoeting met de docent navraag te doen naar het behaalde punt van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Labo nucleaire meettechniek en kernfysica, labotekst voor 2 en 3 aba |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics and Engineering of Radiation Detection,S. Ahmed,2nd Edition,Elsevier,9780128013632
- Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,Wiley,9780470131480
- Student Solutions Manual to accompany Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,4th,Wiley,9780470649725
- Particle Detection with Drift Chambers,W. Blum et al.,Springer,9783540766841,Beschikbaar als e-book: https://link.springer.com/book/10.1007%2F978-3-540-76684-1
- Practical Gamma-ray Spectroscopy,Gordon Gilmore,2nd Edition,Wiley,9780470861967,Beschikbaar als e-book: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/book/10.1002/9780470861981
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek: Het opleidingsonderdeel stelt resultaten van recent onderzoek voor door referenties en insluiten van wetenschappelijke artikels uit vaktijdschriften.
Relatie met werkveld: De besproken technieken worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het kunnen werken met meer geavanceerde technieken. |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie afst.nucleair en medisch | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student moet blijk geven van goed wetenschappelijk denken en handelen. Hij/zij bezit een goede basiskennis van algemene natuurkunde, numerieke wiskunde en statistiek. Daarnaast is voor de practica een verantwoordelijke attitude tot veilig werken belangrijk.
|
|
|
De student verwerft in het opleidingsonderdeel nucleaire meettechniek een breed inzicht in de fysische principes die aan de basis liggen van de interactie van ioniserende straling met materie in brede zin. De fysische processen worden uitgelegd in functie van de aard van de straling, de energie en het soort materie. Deze inzichten laten toe de werking van uiteenlopende meetapparatuur niet alleen te begrijpen, maar ook hun operationele kenmerken en toepassingsgebied te leren onderkennen.
Hoorcollege Het hoorcollege omvat:
- Het eerste deel beschrijft de interactie van straling met materie. Hierin worden de onderlinge verschillen in interactie met materie tussen fotonen, neutronen, elektronen en zwaardere geladen deeltjes behandeld.
- In het tweede deel wordt het Ramo theorema gebruikt om de pulsvorm van detectoren in het algemeen te beschrijven die werken op het principe van ionizatie. Dit theorema wordt toegespast op gasgevulde detectoren.
- De verschillende regimes waarin gasgevulde detectoren opereren worden besproken. Eigenschappen van drift en diffusie van elektronen en ionen in gassen worden behandeld. Een overzicht van de bestaande types gasgevulde detectoren en hun toepassingen wordt besproken, zoals de GMbuis, de MWPCdetector, de driftkamer, de TPC en de gasgevulde n-detectoren. De intrinsieke energie-resolutie van een detector wordt afgeleid uit statistische principes.
- De theorie rond de werking van halfgeleiderdetectoren wordt besproken en de de voornaamste halfgeleiderdetectoren met hun eigenschappen en toepassingen worden behandeld.
- De principiële werking van organische en anorganische scintillatoren wordt besproken, hun operationele kenmerken worden behandeld in toepassingsgebieden zoals fysische controle en stralingsbescherming, analyse, materiaalonderzoek en medische toepassingen.
Werkzitting Het labo kernfysica 1 vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van GMbuis; primaire dosimetrische analyse; elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; de interactie van straling en materie; bepalen van kernfysische grootheden; statistische verwerking van meetresultaten waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald; bepalen van fysische grootheden, operationele kenmerken van contaminatiemonitors.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het schriftelijk examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd)voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die op één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddelde behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Extra info | De studenten worden zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen.
Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokkendocent(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens de eerste ontmoeting met de docent navraag te doen naar het behaalde punt van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Labo nucleaire meettechniek en kernfysica, labotekst voor 2 en 3 aba |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics and Engineering of Radiation Detection,S. Ahmed,2nd Edition,Elsevier,9780128013632
- Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,Wiley,9780470131480
- Student Solutions Manual to accompany Radiation Detection and Measurement,Glenn F. Knoll,4th,Wiley,9780470649725
- Particle Detection with Drift Chambers,W. Blum et al.,Springer,9783540766841,Beschikbaar als e-book: https://link.springer.com/book/10.1007%2F978-3-540-76684-1
- Practical Gamma-ray Spectroscopy,Gordon Gilmore,2nd Edition,Wiley,9780470861967,Beschikbaar als e-book: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/book/10.1002/9780470861981
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek: Het opleidingsonderdeel stelt resultaten van recent onderzoek voor door referenties en insluiten van wetenschappelijke artikels uit vaktijdschriften.
Relatie met werkveld: De besproken technieken worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het kunnen werken met meer geavanceerde technieken. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|