Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EA-INF 1.2 De student kan verschillende netwerkprotocollen en -architecturen beschrijven. | | | - BC
| is in staat om de werking van de belangrijkste netwerkprotcollen en -architecturen te doorgronden en kan de werking ervan uitleggen. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EA-INF 2.2 De student heeft inzicht in de verschillende netwerken en netwerktechnieken. | | | - BC
| kan de verschillen tussen verschillende netwerktechnologieën beschrijven en verklaren. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| kan de werking van tools die gerelateerd zijn aan netwerken opzoeken in bronmateriaal en/of zich de werking van protocollen eigen maken op basis van literatuur. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| INF 5.2 De student kan verschillende netwerkarchitecturen analyseren. | | | - BC
| is in staat om te bepalen welke netwerkarchitectuur voor een bepaald probleem relevant is. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EA-INF 6.1 De student kan verschillende netwerkarchitecturen ontwerpen. | | | - BC
| is in staat om voor een gegeven probleem een correcte architectuur voor te stellen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| EA-INF 7.1 De student kan verschillende netwerkarchitecturen implementeren. | | | - BC
| is in staat om een gegeven netwerkarchitectuur om te zetten in programmacode en een werkend geheel op te leveren. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| kan op basis van feedback op eerdere practica zijn werkwijze bijsturen/verbeteren. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| levert werkende programmacode op die voldoet aan de gestelde vereisten & de algemeen geldende normen voor softwareontwikkeling. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student kan een implementatie van een programma realiseren in Python
- De student is vetrouwd met de basisprincipes van een computer besturingssysteem
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel behandelt de basisprincipes van computernetwerken. Onder meer volgende onderwerpen komen aan bod:
- architectuur, ontwerpprincipes, algoritmiek en werking van computernetwerken
- het TCP/IP model en protocol suite voor computernetwerken en de principes van gelaagde netwerken
- realisatie van praktische implementaties van elementaire genetwerkte applicaties
- analyse van netwerktraces
Tijdens elk hoorcollege komt een (deel van een) hoofdstuk uit het handboek aan bod, waarbij de docent het onderwerp in kwestie in detail toelicht. Van de studenten wordt actieve participatie verwacht d.m.v. het stellen van vragen en antwoorden op vragen van de docent.
De theorie wordt verder aan de praktijk getoetst door het realiseren van kleine applicaties die de ontwerpprincipes van de belangrijkste netwerkarchitecturen illustreren. Dit gebeurt in Python en in het applicatiecollege. De analyse van netwerktraces gebeurt a.h.v. de Wireshark tool.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet een voldoende cijfer behaald hebben (minimaal 50%) op het geheel van de practica |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Computer Networking,James F. Kurose Keith Ross,8th edition,Pearson,9781292405469 |
|
|
|
|
|
| schakel IW informatica - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
- De student kan een implementatie van een programma realiseren in Python
- De student is vetrouwd met de basisprincipes van een computer besturingssysteem
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel behandelt de basisprincipes van computernetwerken. Onder meer volgende onderwerpen komen aan bod:
- architectuur, ontwerpprincipes, algoritmiek en werking van computernetwerken
- het TCP/IP model en protocol suite voor computernetwerken en de principes van gelaagde netwerken
- realisatie van praktische implementaties van elementaire genetwerkte applicaties
- analyse van netwerktraces
Tijdens elk hoorcollege komt een (deel van een) hoofdstuk uit het handboek aan bod, waarbij de docent het onderwerp in kwestie in detail toelicht. Van de studenten wordt actieve participatie verwacht d.m.v. het stellen van vragen en antwoorden op vragen van de docent.
De theorie wordt verder aan de praktijk getoetst door het realiseren van kleine applicaties die de ontwerpprincipes van de belangrijkste netwerkarchitecturen illustreren. Dit gebeurt in Python en in het applicatiecollege. De analyse van netwerktraces gebeurt a.h.v. de Wireshark tool.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet een voldoende cijfer behaald hebben (minimaal 50%) op het geheel van de practica |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Computer Networking,James F. Kurose Keith Ross,8th edition,Pearson,9781292405469 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|