EC3 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidsbevorderaar, wetenschapper en professional.

EC4 De bachelor in de geneeskunde kent de basisprincipes van de arts-patiënt gespreksvaardigheden en kan ze toepassen.

EC7 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.

DC7.2 De bachelor in de geneeskunde vertoont in groeiende mate zelfstandig probleemoplossend gedrag. 

EC8 De bachelor in de geneeskunde heeft als 'arts van morgen' inzicht in de brede organisatie (juridisch en financieel) van de gezondheidszorg, het kader, de ontwikkelingen en de maatschappelijke verwachtingen inzake kwaliteitsvolle zorg en het belang van samenwerken in interdisciplinaire teams.

DC8.1 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de organisatie van de gezondheidszorg.

DC8.2 De bachelor in de geneeskunde stelt de patiënt centraal in het denken over de organisatie en de verstrekking van zorg. 

DC8.3 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de juridische procedures die invloed hebben op de klinische praktijk.

EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk.

DC10.2 De bachelor in de geneeskunde kan wetenschappelijke informatie kritisch analyseren. 

EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.

EC13 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen. 

DC13.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en respecteert de ethische en juridische standaarden die binnen het domein van de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek gelden. 

DC13.4 De bachelor in de geneeskunde gaat respectvol om met culturele diversiteit.