Informatie opleidingsonderdeel

Medische psychologie (4596)
Contactpersoon :	Prof. dr. Hanne KINDERMANS


Coördinerend verantwoordelijke :	Prof. dr. Hanne KINDERMANS

Co-titularis :	Prof. dr. Wim PINXTEN

Met medewerking van :	dr. Evelien HOUBEN
	dr. ir. Quirine SWENNEN

Lid van het onderwijsteam :	Mevrouw Hanne VAN ERUM
	Mevrouw Kaatje VERSTRAETEN
	Mevrouw Karen VAN DEN BROECK
	Mevrouw Sandra SEELEN

Onderwijstaal : Nederlands

Volgtijdelijkheid

Geen volgtijdelijkheid

There is no data for this choice.
Change the language, year or choose another item in the dropdown list if it is available.

Studierichting

Studiebelastingsuren

Studiepunten

P3 SBU

P4 SBU

P4 SP

2^de Examenkans¹

Tolerantie²

Eindcijfer³

1ste bachelorjaar in de geneeskunde

Verplicht

108

4,0

Numeriek

Eindcompetenties

EC	EC1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de beschikbare evidentie.
	DC	DC1.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de invloed van omgevingsfactoren op de werking van het menselijk lichaam.
EC	EC3 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidsbevorderaar, wetenschapper en professional.
EC	EC5 De bachelor in de geneeskunde kan in academische context en in het werkveld doeltreffend communiceren met andere spelers.
	DC	DC5.1 De bachelor in de geneeskunde communiceert schriftelijk en mondeling op een begrijpelijke, volledige, correcte en overzichtelijke manier in de academische context.
EC	EC7 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren.
	DC	DC7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines.
	DC	DC7.2 De bachelor in de geneeskunde vertoont in groeiende mate zelfstandig probleemoplossend gedrag.
EC	EC9 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving.
	DC	DC9.1 De bachelor in de geneeskunde kent de individuele en collectieve determinanten van gezondheidsgerelateerd en hulpzoekend gedrag en past ze toe bij individuen en groepen.
	DC	DC9.2 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met specifieke thema's in de gezondheidsbevordering, waaronder problemen uit de volksgezondheid, leefstijlgerelateerde gezondheidsrisico's en gezonheidszorg voor kwetsbare groepen.
EC	EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk.
	DC	DC10.2 De bachelor in de geneeskunde kan wetenschappelijke informatie kritisch analyseren.
EC	EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie.
	DC	DC11.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschowen en te bevorderen.

EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria

Inhoud

De student(e) kent het verschil tussen state en trait persoonlijkheidskenmerken en weet welke rol deze spelen in de medische context.
De student(e) kan een aantal cognitieve processen (waarneming, aandacht, geheugen) beschrijven en uitleggen op welke manier deze relevant zijn voor de medische praktijk.
De student(e) kent de rol van zelf-concept en -regulatie alsook identiteitsprocessen in de medische context.
De student(e) kan de verschillende manieren waarop mensen ziekte en gezondheid beleven benoemen en herkennen, en uitleggen welke impact deze representaties hebben op de mentale en fysieke gezondheid.
De student(e) kan de verschillende componenten van een emotie benoemen.
De student(e) heeft inzicht in de invloed van emotie op gezondheid.
De student(e) weet hoe leerprocessen werken en op welke manier deze relevant zijn voor (gezondheids)gedrag.
De student(e) kent de placebo en nocebo effecten van een (medische) behandeling en de (medische) context.
De student(e) kent de placebo en nocebo effecten van communicatie en omgangsvormen.
De student(e) kent de definitie van stress en stress-gerelateerde concepten en kan de relatie tussen stress en gezondheid verklaren.
De student(e) weet welke stress-regulatie technieken effectief zijn.
De student(e) heeft inzicht in de manier waarop informatie verwerkt wordt en kan deze inzichten vertalen naar het optimaliseren van informatieverstrekking aan patiënten.
De student(e) kent de psychosociale ontwikkelingsprocessen doorheen de levensloop en heeft inzicht in de invloed van ziekte op deze processen.

Organisatie- / Werkvormen

Organisatievormen
	Hoorcollege ✔
	Responsiecollege ✔
	Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔

Evaluatie

Periode 4 Studiepunten 4,00

Evaluatievorm

Schriftelijk examen

100 %

Gesloten-boek

✔

Meerkeuzevragen

✔

Open vragen

✔

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans

Neen

Eerder aangekochte verplichte handboeken

[Psychology for Medicine & Healthcare],[S. Ayers & R. de Visser],[],[Sage PUblications Ltd.],[],[]
[Vaardig communiceren in de gezondheidszorg],[J. Silverman, S. Kurtz & J. Draper],[3e editie],[Boom Lemma Uitgevers],[9789024446674],[]

Verplicht studiemateriaal

De digitale studieleidraad 'Medische psychologie' en ander studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.

¹ Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.

² Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.

³ Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.

Legende
SBU : studiebelastingsuren	SP : studiepunten	N : Nederlands	E : Engels

Medische psychologie (4596)