Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Klinische vaardigheden en communicatie 2 (4702)
|
4.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Het bewegingsstelsel (4099)
|
11.0 stptn |
|
|
Hoofd en hals (4027)
|
11.0 stptn |
|
|
Neurowetenschappen (4101)
|
11.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Portfolio 2 (4106)
|
4.0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.1 (4440)
|
3.0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.3 (4442)
|
3.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Het bewegingsstelsel (4099)
|
11.0 stptn |
|
|
Hoofd en hals (4027)
|
11.0 stptn |
|
|
Neurowetenschappen (4101)
|
11.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
De veiligheid van de patiënt komt in het gevaar indien de basisvaardigheden voor de klinische stage niet verworven zijn.
|
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Hart en longen (4445)
|
11.0 stptn |
|
|
Zorgprofessional (4605)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P3 SBU | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de geneeskunde | Verplicht | 162 | 6,0 | 25 | 12 | 25 | 100 | 6,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de beschikbare evidentie. | | - DC
| DC1.2 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de organen en het menselijk lichaam in normale en pathologische omstandigheden. | | - DC
| DC1.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de invloed van omgevingsfactoren op de werking van het menselijk lichaam.
| | - DC
| DC1.4 De bachelor in de geneeskunde past de kennis uit de klinische en biomedische wetenschappen toe om veelvoorkomende medische problemen te identificeren, diagnosticeren en behandelen. | | - DC
| DC1.5 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met de principes van evidence based medicine en kan de passende richtlijnen opzoeken, kritisch beoordelen en gebruiken. | - EC
| EC2 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, onder begeleiding, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden en een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven. | | - DC
| DC2.1 De bachelor in de geneeskunde neemt een patiënt-georiënteerde klinische anamnese af en voert lichamelijk onderzoek uit voor de meest voorkomende ziektebeelden. | | - DC
| DC2.2 De bachelor in de geneeskunde kan een diagnostisch landschap uittekenen dat in lijn is met het voorkomen en het gedrag van de patiënt. | - EC
| EC3 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidsbevorderaar, wetenschapper en professional. | - EC
| EC4 De bachelor in de geneeskunde kent de basisprincipes van de arts-patiënt gespreksvaardigheden en kan ze toepassen. | | - DC
| DC4.1 De bachelor in de geneeskunde demonstreert geschikte gesprekstechnieken en verkrijgt doelmatig relevante patiënten-informatie. | | - DC
| DC4.2 De bachelor in de geneeskunde kan op een begrijpelijke manier communiceren met de patiënt en zijn familie. | - EC
| EC5 De bachelor in de geneeskunde kan in academische context en in het werkveld doeltreffend communiceren met andere spelers. | | - DC
| DC5.2 De bachelor in de geneeskunde kan een patiëntencasus mondeling correct en duidelijk toelichten aan artsen en andere zorgverstrekkers. | | - DC
| DC5.3 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de functies, principiële elementen en wettelijke vereisten van het invullen en bijhouden van een patiëntendossier en kan dit correct en duidelijk invullen. | - EC
| EC6 De bachelor in de geneeskunde kan functioneren in een bestaand team en erkent de meerwaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context. | | - DC
| DC6.1 De bachelor in de geneeskunde werkt effectief samen met medestudenten, artsen en andere zorgverleners. | | - DC
| DC6.3 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in het belang van interdisciplinair samenwerken om de continuïteit van de patiëntenzorg te garanderen. | - EC
| EC8 De bachelor in de geneeskunde heeft als 'arts van morgen' inzicht in de brede organisatie (juridisch en financieel) van de gezondheidszorg, het kader, de ontwikkelingen en de maatschappelijke verwachtingen inzake kwaliteitsvolle zorg en het belang van samenwerken in interdisciplinaire teams. | | - DC
| DC8.2 De bachelor in de geneeskunde stelt de patiënt centraal in het denken over de organisatie en de verstrekking van zorg. | | - DC
| DC8.5 De bachelor in de geneeskunde kent en herkent de elementen die van belang zijn voor patiëntveiligheid en past deze toe in praktijkgerelateerde situaties. | - EC
| EC9 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving. | | - DC
| DC9.1 De bachelor in de geneeskunde kent de individuele en collectieve determinanten van gezondheidsgerelateerd en hulpzoekend gedrag en past ze toe bij individuen en groepen. | - EC
| EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk. | | - DC
| DC10.1 De bachelor in de geneeskunde onderkent het belang van de (ethische) principes en de rol van wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg. | | - DC
| DC10.3 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste kennisbronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden. | - EC
| EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie. | | - DC
| DC11.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschowen en te bevorderen. | - EC
| EC12 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren. | | - DC
| DC12.1 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over persoonlijke en professionele doelen en kan deze in de bredere context van de geneeskunde en patiëntgerichte gezondheidszorg situeren. | | - DC
| DC12.3 De bachelor in de geneeskunde kan zichzelf positioneren ten aanzien van ethische dilemma''s en hierbij de eigen standpunten en emoties situeren ten aanzien van de belangen van de patiënt, de doelstellingen van de gezondheidszorg en de geldende ethische en juridische standaarden. | | - DC
| DC12.4 De bachelor in de geneeskunde handelt binnen de grenzen van zijn eigen competentie. | - EC
| EC13 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen. | | - DC
| DC13.1 De bachelor in de geneeskunde herkent medisch-ethische problemen in theorie en praktijk. | | - DC
| DC13.2 De bachelor in de geneeskunde kan een gepaste aanpak voor ethische dilemma''s formuleren, tegen de achtergrond van bestaande literatuur, richtlijnen en regelgeving. | | - DC
| DC13.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en respecteert de ethische en juridische standaarden die binnen het domein van de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek gelden. | | - DC
| DC13.4 De bachelor in de geneeskunde gaat respectvol om met culturele diversiteit. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Zie doelstellingen/inhoud van de OPO's:
- Klinische vaardigheden en communicatie 1
- Borst, buik en bekken
- Klinische vaardigheden en communicatie 2
- Hoofd en hals
- Neurowetenschappen
- Het bewegingsstelsel
- Zorgprofessional
- Hart en longen
|
|
|
Opzet klinische vaardigheden
Kwartiel 1: Oefensessies onder leiding van een specialist: aanleren van technieken Kwartiel 2: Oefensessies onder leiding van een huisarts: verder inoefenen van de aangeleerde technieken Kwartiel 3: Oefensessies onder leiding van een huisarts (mogelijks met echte patiënten): uitvoeren van de aangeleerde technieken Kwartiel 4: medische stage (2 weken huisartsenstage of 1 week huisartsenstage/1 week ziekenhuisstage)
Doelstellingen
- De student(e) kan een (brede en gerichte) anamnese afnemen.
- De student(e) kent de principes van een slechtnieuwsgesprek.
- De student(e) beschikt over de basisvaardigheden van motiverende gespreksvoering.
- De student(e) kan een klinisch onderzoek van abdomen, cardiovasculair stelsel, ademhalingsstelsel, locomotorisch stelsel en gynaecologisch stelsel uitvoeren.
- De student(e) kan een neurologisch en hoofd en halsonderzoek uitvoeren.
- De student(e) kan de CPR techniek toepassen.
- De student(e) kan een eenvoudige wonde hechten.
- De student(e) kan correcte handhygiëne toepassen.
- De student(e) kan de wasinstructies voor steriel staan correct opvolgen.
Kliniekstage in een regionaal ziekenhuis:
- De student(e) heeft inzicht in de verschillende aspecten van het medisch werk.
- De student(e) kan een klinisch onderzoek uitvoeren.
- De student(e) heeft inzicht in de samenhang tussen het medisch basisonderwijs en de klinische geneeskunde.
- De student(e) kan reflecteren op het functioneren van medici in een ziekenhuis inclusief het eigen functioneren en dit weergeven in een schriftelijk verslag.
- De student(e) kan voor een casus een diagnostisch landschap opstellen en hierover klinisch redeneren.
- De student(e) kan een relevante klinische vraag beantwoorden aan de hand van een PICO zoekopdracht.
Huisartsenstage:
- De student(e) heeft inzicht in de verschillende aspecten van de praktische huisartsgeneeskunde: consultatievoering, lichamelijk en technische onderzoeken en het sturen van de praktijk in alle aspecten.
- De student(e) kan lichamelijke en technische onderzoeken uitvoeren.
- De student(e) heeft inzicht in de samenhang tussen het medisch basisonderwijs en de huisartsgeneeskunde.
- De student(e) kan reflecteren op het functioneren van een huisarts inclusief het eigen functioneren en dit weergeven in een schriftelijk verslag.
- De student(e) kan voor een casus een diagnostisch landschap opstellen en hierover klinisch redeneren.
- De student(e) kan een relevante klinische vraag beantwoorden aan de hand van een PICO zoekopdracht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Rollenspel (simulatie) ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
Andere: | medische stage via Pass/Fail |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is. |
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkexamen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel die onderdelen hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Actieve deelname aan de werkzittingen communicatie is verplicht. Actieve deelname aan de stage is verplicht en enkel mogelijk wanneer de student in orde is met zijn/haar stagecontract en het medisch onderzoek. De student mag geen huisartsenstage aanvatten in een (groeps-)praktijk waarbij familie uit de eerste of tweede lijn werkzaam is. Deelname aan het simulatieonderwijs op campus LiZa levert 1 bonuspunt op voor het slechtst gescoorde station van de stationsproef. Plaatsen zijn beperkt. Dit opleidingsonderdeel komt niet in aanmerking voor tolerantie. De student moet op alle onderdelen (incl elk station van de stationsproef) minstens een tolereerbaar cijfer behalen om een eindbeoordeling te krijgen. Voor de stationsproef geldt dat de student max. 1 tolereerbaar cijfer op een station mag behalen. Wanneer de student op twee of meer stations van de stationsproef minder dan een 10 behaalt, moet de stationsproef herdaan worden. |
|
|
|
Gevolg | Medische stage: Als aan één van de voorwaarden niet voldaan is, is de stage niet geldig.
Communicatietrainingen: Indien de student afwezig is op een werkzitting maakt de student een alternatieve opdracht volgens de richtlijnen van de coördinator. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld, krijgt de student ‘F’ (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode.
Eindbeoordeling: Dit opleidingsonderdeel komt niet in aanmerking voor tolerantie. Een student die niet aan de voorwaarden voldoet, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier ‘F’ (fail). Bij onvoldoende resultaat moeten de delen worden hernomen waarvoor de student(e) niet is geslaagd. |
|
|
|
Extra info | Studenten die tijdens Q3.4 op buitenlandse stage gaan, nemen in dit blok verplicht 1 week huisartsenstage op.
De eindbeoordeling bestaat uit: - een theorie examen voor de klinische vaardigheden (20%) - een stationsproef (50%) - CPR (P/F) - een medische stage (P/F) - een stageopdracht (15%) - een eindverslag communicatie (15%)
Het theorie examen voor de klinische vaardigheden wordt afgenomen tijdens de examenperiode van kwartiel 1. Dit examen wordt afgenomen in Docimo/Ans met zekerheidsgraden.
Op het einde van het academiejaar vindt de stationsproef plaats. Tijdens dit evaluatiemoment doorloopt de student een aantal stations, waaronder ook een station ethisch redeneren. De doelstellingen/inhoud van dit station bouwen verder op de inhoud van het OPO 'Zorgprofessional'. Studenten die het OPO 'Zorgprofessional' dus niet samen opnemen met KVC3 of reeds hebben opgenomen, hebben mogelijks niet alle leerinhouden gezien die nodig zijn om dit station tot een goed einde te brengen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student een niet-tolereerbaar cijfer (<8/20) heeft behaald op één van de station of een onvoldoende (<10/20) op twee of meer stations, moet men de volledige stationsproef hernemen. Indien de student niet geslaagd is op de stageopdracht of het eindverslag communicatie, krijgt de student een aanvullende opdracht. Wordt de stage als onvoldoende beoordeeld, dient de student(e) een bijkomende stage te lopen in een vakantieperiode. Voor de tweede examenkans wordt de stageplaats voor zowel de ziekenhuisstage als de huisartsenstage door de opleiding bepaald. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Vaardig communiceren in de gezondheidszorg,J. Silverman, S. Kurtz & J. Draper,Boom Lemma Uitgevers
- Klinisch redeneren: Van model naar competentie,J. Van den Ende,Acco
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De digitale studieleidraad en ander studiemateriaal worden beschikbaar gesteld via Blackboard. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten dienen tijdens de vaardigheidstrainingen zowel de rol van arts als patiënt op te nemen.
De student mag geen huisartsenstage aanvatten in een (groeps-)praktijk waarbij familie uit de eerste of tweede lijn werkzaam is.
Studenten die het OPO 'Hart en longen'niet samen met KVC3 opnemen of reeds hebben opgenomen, mogen geen medische stage lopen op een afdeling gelinkt aan de inhoud van het OPO 'Hart en longen'.
De evaluatie van het OPO gebeurt oa. aan de hand van een stationsproef op het einde van het academiejaar. Tijdens de stationsproef doorloopt de student een aantal stations, waaronder ook een station ethisch redeneren. De doelstellingen/inhoud van dit station bouwen verder op de inhoud van het OPO 'Zorgprofessional'. Studenten die het OPO 'Zorgprofessional' dus niet samen opnemen met KVC3 of reeds hebben opgenomen, hebben mogelijks niet alle leerinhouden gezien die nodig zijn om dit station tot een goed einde te brengen.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|