Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Thermodynamica (4086)
|
5.0 stptn |
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica
|
|
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Thermodynamica (4086)
|
4.0 stptn |
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica
|
|
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Geïntegreerde automatisering 1 (4296)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakel IW Energie - deel 3 | Verplicht | 243 | 9,0 | 108 | 135 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
|
|
Concreet verwachte voorkennis:
- kennis van begrippen en inzicht in werking en berekeningsmethoden van componenten en systemen behandeld in de opleidingsonderdelen gerelateerd aan elektrotechniek, thermodynamica & stromingsmechanica en regeltechniek & automatisering
- inzicht in algebra, analyse, numerieke wiskunde en statistiek
- Python, Matlab
|
|
|
1. Ontwerp van een energiesysteem (project ) 36u
De student krijgt van de docenten een ontwerpopdracht. De opdracht focust op energie-installaties van bedrijven, tertiaire gebouwen, grote laadstations , … .
- thermische en elektrische energiebehoefte van een gebouw
- thermische gebouwinstallaties: ventilatiesystemen, warmteafgiftesystemen, warmteproductiesystemen (warmtepomp, zonneboiler), buffervaten, zonwering en koelsystemen.
- Fotovoltaische zonnepanelen, (optioneel gastsprekers voor topics als: wind, batterijen, laadinfrastructuur, …)
- Profielen (productie, afname) kunnen opstellen en gebruiken bij de dimensionering van een installatie (wind, zon, databases kunnen gebruiken, …)
2. Communicatie 6u
Het aandeel 'communicatie' ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van zowel academische vaardigheden als professionele competenties. De topics die aan bod komen zijn schrijfvaardigheid, presenteren en visualiseren.
3. Achtergronden en kadering van de ontwerpopdrachten elektriciteit & automatisering 6u
4. Ontwerp elektrische sturing (project) 15u
Het ontwerpen van de elektrische besturing van geautomatiseerde installaties is een zeer complex gegeven, waarin veel deelaspecten van een "automatiseringsontwerp" verweven zijn.
- Regels en normen aangaande het ontwerp van elektrische installaties voor geautomatiseerde processen
- Documenten gebruikt door ontwerpers, monteurs, onderhoudspersoneel
- Symboliek in gebruik bij elektrische schema's
- Dimensioneringsberekeningen voor kabels, automaten, beveiligingen
- Bedienpanelen , conventionele-, programmeerbare-, SCADA
- Sensoren en aansluitmogelijkheden
- Actuatoren besturings- en aansluitmogelijkheden
- Veiligheidskringen, regelgeving en bedradingen
- Vermogensturingen met relais, PLC en remote I/O
- LAN-netwerken en hun integratie in automatische sturingen
- Voorbeeldschema van geautomatiseerde installatie
Door het projectmatig werken aan een ontwerp in een kleine groep van twee à drie studenten die rapporteren aan de opdrachtgever leert men ook in team of als verantwoordelijke van een groep te functioneren.
5. Ontwerp automatische sturing (project) 15u
De student krijgt van de docent een ontwerpopdracht. Onder begeleiding van de begeleidende docenten en met de kennis van de technische vakken uit de academische bachelor moet hij komen tot een volledig afgewerkt, operationele automatische sturing van een industriële installatie.
- PLC configuratie
- IO configuratie
- Netwerkconfiguratie
- Safety
- Human Machine Interface
- Programmatie IEC61131-3
- De werking van de sturing wordt grondig getest door middel van een professionele simulatie van de industriële installatie.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
Andere: | Eindbespreking van het ontwerpdossier met jury (dossier + presentatie) |
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Andere: | evaluatie van de tekstuele, grafische en mondelinge output (ontwerpspecificatie, conceptspecificatie, oefenpresentatie, poster) |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. De student dient op elk van de afzonderlijke deeltaken minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. |
|
|
|
Gevolg | 1. Een student die op één of meerdere van de deeltaken minder dan 8/20 scoort kan maximaal een 9/20 behalen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. |
|
|
|
Extra info | Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen.
Overdracht van een deelcijfer naar volgend academiejaar: Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van één of meer van de subdelen naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde voor dit onderdeel. De student kan er voor kiezen om dit deel toch te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het subdeel opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. Voor het gedeelte Communicatie is er enkel een tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output. De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de evaluaties tijdens de contacturen.
2. Voor de andere delen (methodisch ontwerpen, energetisch ontwerp, elektrisch en automatiseringsontwerp) is de evaluatievorm tijdens de tweede examenkans volledig gelijk aan deze van de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het studiemateriaal wordt via TOLEDO ter beschikking gesteld. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit volgende delen:
- Energietechnisch ontwerp en simulatie: SEM1 - 36u project met ondersteuning van docenten - 4SP - verslag + mondelinge verdediging voor jury
- Communicatie: SEM2 - 6u werkcollege - 1SP - beoordeling van ontwerpspecificatie, conceptspecificatie, oefenpresentatie, poster
- Achtergronden en kadering van de ontwerpopdrachten elektriciteit & automatisering: SEM2 - 6u hoorcollege - 1SP - geen apart examen
- Elektrisch ontwerp:SEM2 - 15u project -1,5SP - geen apart examen
- Automatiseringsontwerp: SEM2 - 15u project - 1,5SP - verslag + mondelinge verdediging voor jury van laatste 3 delen
|
|
|
|
|
|
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica- optie energie | Verplicht | 243 | 9,0 | 108 | 135 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| Kent de regelgeving voor het bouwen van een veilige machine, kent de ontwerpregels voor een elektrische sturing, kent de installatieregels voor het opbouwen van een veldbus, kent de basisbeginselen van de pneumatiek. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.4 De student inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| Is in staat om voor een bestaande machine een industriële sturing (PLC / Netwerk / HMI) op te bouwen. | | - DC
| EM 2.13 De student heeft inzicht in algemene begrippen, concepten en berekeningsmethodes met betrekking tot energiesystemen. | | | - BC
| De student is in staat voor zijn ontwerpopdracht de gekozen concepten te onderbouwen en de gehanteerde berekeningsmethoden te verantwoorden en correct toe te passen. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen. | | | - BC
| De student moet de opdracht vertalen in een eisenpakket. | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student is in staat om het ontwerptraject te plannen en bij te stellen in de loop van het project zonder de einddatum uit het oog te verliezen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student moet zelfstandig informatie opzoeken over de verschillende mogelijke oplossingen. (zie EC5) | | | - BC
| De student is in staat om de relevante gegevens en parameters uit de machine te halen om een complete industriële sturing op te bouwen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren. | | | - BC
| Is in staat een correcte simulatie voor het in ontwerp zijnde proces op te bouwen. | | | - BC
| Is in staat de ontwerpopgave te analyseren, interpreteren op basis van een lastenboek, energie efficiëntie, kabelberekening, veiligheidseisen. | | - DC
| EM 5.2 De student kan een industriële elektrische installatie en een elektrische aandrijflijn analyseren. | | | - BC
| De student kan de opdracht ivm een energiesysteem vertalen naar een "meetbaar" technisch (elektrisch + thermodynamisch) eisenpakket. | | - DC
| EM 5.3 De student kan karakteristieken en prestaties van welomschreven thermotechnische energieconversieprocessen, -apparaten en -systemen analyseren. | | | - BC
| De student kan de opdracht i.v.m. een energiesysteem vertalen naar een "meetbaar" technisch (elektrisch + thermodynamisch) eisenpakket. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| Is in staat om zelfstandig een industriële sturing PLC / netwerk/ HMI te maken voor een industriële machine. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij de verschillende technologische opties vergeleken worden. (elektrische en thermodynamische systemen worden geïntegreerd) | | - DC
| 6.3 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software selecteren. | | | - BC
| De student kan een eisenpakket vertalen naar een morfologisch overzicht en een uitgewerkt concept waarbij de verschillende technologische opties vergeleken worden. (elektrische en thermodynamische systemen worden geïntegreerd) | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren. | | | - BC
| De student in staat om de ontworpen industriële sturing (PLC /Netwerk / HMI) te integreren in een bestaand industriële machine zodat deze kan werken zoals in de opdracht voorgeschreven is. | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | - BC
| De student is in staat zijn ontwerp/controlealgoritme te valideren met aangepaste softwaretools. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student moet mogelijke (deel)oplossingen kritisch evalueren. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| De student gaat proactief om met onzekerheden en/of ontbrekende informatie bij het eisenpakket, datasheets en/of omgevingsfactoren. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht, concept en/of ontwerp schriftelijk toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan op een vlotte en correcte wijze zijn probleemstelling, eisenpakket, morfologisch overzicht,concept en/of ontwerp mondeling toelichten richting docenten en/of medestudenten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student gebruikt moderne digitale tools om zijn projectcommunicatie te verduidelijken. | | | - BC
| De student visualiseert zijn project in een wetenschappelijke poster. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De student stelt in teamverband een werkwijze en planning op voor het tijdig afronden van de ontwerpopdracht. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De studenten kan werken in een team van meerdere personen, kan de rol van teamlid en of leider op zich nemen, heeft inzicht in zijn teamrol als functie van het geheel. | | - DC
| 10.4 De student kan samenwerken binnen een multidisciplinair team. | | | - BC
| De student moet samen met de collega studenten zorgen voor eindresultaat dat voldoet aan het eisenpakket. | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.1 De student heeft oog voor duurzaamheid in de verschillende fases van de innovatieketen. | | | - BC
| Alle keuzes binnen de verschillende stappen van het ontwerpproces dienen kritisch geëvalueerd te worden op technisch, economisch en eventueel ecologisch vlak. | | - DC
| 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student kent de verschillende stakeholders in de ontwerp- en productieketen en houdt rekening met hun belangen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student stuurt zijn aanpak, concept en ontwerp iteratief bij, al dan niet na formatieve feedback van de docenten. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student dient het ontwerptraject te plannen en de deadlines te respecteren. | | | - BC
| De student gaat nauwkeurig en met een kritische ingesteldheid te werk. | | | - BC
| Is in staat om volledig zelfstandig (maar ook in groep) en volledige machine sturing (PLC/Netwerk/HMI) te ontwerpen, uit te testen en te optimaliseren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Concreet verwachte voorkennis:
- kennis van begrippen en inzicht in werking en berekeningsmethoden van componenten en systemen behandeld in de opleidingsonderdelen gerelateerd aan elektrotechniek, thermodynamica & stromingsmechanica en regeltechniek & automatisering
- inzicht in algebra, analyse, numerieke wiskunde en statistiek
- Python, Matlab
|
|
|
1. Ontwerp van een energiesysteem (project ) 36u
De student krijgt van de docenten een ontwerpopdracht. De opdracht focust op energie-installaties van bedrijven, tertiaire gebouwen, grote laadstations , … .
- thermische en elektrische energiebehoefte van een gebouw
- thermische gebouwinstallaties: ventilatiesystemen, warmteafgiftesystemen, warmteproductiesystemen (warmtepomp, zonneboiler), buffervaten, zonwering en koelsystemen.
- Fotovoltaische zonnepanelen, (optioneel gastsprekers voor topics als: wind, batterijen, laadinfrastructuur, …)
- Profielen (productie, afname) kunnen opstellen en gebruiken bij de dimensionering van een installatie (wind, zon, databases kunnen gebruiken, …)
2. Communicatie 6u
Het aandeel 'communicatie' ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van zowel academische vaardigheden als professionele competenties. De topics die aan bod komen zijn schrijfvaardigheid, presenteren en visualiseren.
3. Achtergronden en kadering van de ontwerpopdrachten elektriciteit & automatisering 6u
4. Ontwerp elektrische sturing (project) 15u
Het ontwerpen van de elektrische besturing van geautomatiseerde installaties is een zeer complex gegeven, waarin veel deelaspecten van een "automatiseringsontwerp" verweven zijn.
- Regels en normen aangaande het ontwerp van elektrische installaties voor geautomatiseerde processen
- Documenten gebruikt door ontwerpers, monteurs, onderhoudspersoneel
- Symboliek in gebruik bij elektrische schema's
- Dimensioneringsberekeningen voor kabels, automaten, beveiligingen
- Bedienpanelen , conventionele-, programmeerbare-, SCADA
- Sensoren en aansluitmogelijkheden
- Actuatoren besturings- en aansluitmogelijkheden
- Veiligheidskringen, regelgeving en bedradingen
- Vermogensturingen met relais, PLC en remote I/O
- LAN-netwerken en hun integratie in automatische sturingen
- Voorbeeldschema van geautomatiseerde installatie
Door het projectmatig werken aan een ontwerp in een kleine groep van twee à drie studenten die rapporteren aan de opdrachtgever leert men ook in team of als verantwoordelijke van een groep te functioneren.
5. Ontwerp automatische sturing (project) 15u
De student krijgt van de docent een ontwerpopdracht. Onder begeleiding van de begeleidende docenten en met de kennis van de technische vakken uit de academische bachelor moet hij komen tot een volledig afgewerkt, operationele automatische sturing van een industriële installatie.
- PLC configuratie
- IO configuratie
- Netwerkconfiguratie
- Safety
- Human Machine Interface
- Programmatie IEC61131-3
- De werking van de sturing wordt grondig getest door middel van een professionele simulatie van de industriële installatie.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
Andere: | Eindbespreking van het ontwerpdossier met jury (dossier + presentatie) |
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Andere: | evaluatie van de tekstuele, grafische en mondelinge output (ontwerpspecificatie, conceptspecificatie, oefenpresentatie, poster) |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. De student dient op elk van de afzonderlijke deeltaken minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. |
|
|
|
Gevolg | 1. Een student die op één of meerdere van de deeltaken minder dan 8/20 scoort kan maximaal een 9/20 behalen voor het volledige opleidingsonderdeel. 2. Communicatie: Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. |
|
|
|
Extra info | Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen.
Overdracht van een deelcijfer naar volgend academiejaar: Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van één of meer van de subdelen naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde voor dit onderdeel. De student kan er voor kiezen om dit deel toch te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen het subdeel opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. Voor het gedeelte Communicatie is er enkel een tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output. De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de evaluaties tijdens de contacturen.
2. Voor de andere delen (methodisch ontwerpen, energetisch ontwerp, elektrisch en automatiseringsontwerp) is de evaluatievorm tijdens de tweede examenkans volledig gelijk aan deze van de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het studiemateriaal wordt via TOLEDO ter beschikking gesteld. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit volgende delen:
- Energietechnisch ontwerp en simulatie: SEM1 - 36u project met ondersteuning van docenten - 4SP - verslag + mondelinge verdediging voor jury
- Communicatie: SEM2 - 6u werkcollege - 1SP - beoordeling van ontwerpspecificatie, conceptspecificatie, oefenpresentatie, poster
- Achtergronden en kadering van de ontwerpopdrachten elektriciteit & automatisering: SEM2 - 6u hoorcollege - 1SP - geen apart examen
- Elektrisch ontwerp:SEM2 - 15u project -1,5SP - geen apart examen
- Automatiseringsontwerp: SEM2 - 15u project - 1,5SP - verslag + mondelinge verdediging voor jury van laatste 3 delen
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|