Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Visual computing (4491)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: informatica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De master in de industriële wetenschappen informatica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. [people, data literacy and essential software skills] | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| kan het geleverde werk mondeling presenteren, demonstreren en verdedigen (in discussievorm). | | | - BC
| kan het geleverde werk schriftelijk documenteren en rapporteren, met correcte vakterminologie. | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| kan het ontwikkelingsproces in team iteratief en incrementeel, exploratief en resultaatgericht doorlopen. | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| kan iteratief en incrementeel, exploratief en resultaatgericht werken. | - EC
| EC6 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van gespecialiseerde kennis en vaardigheden van generieke abstractietechnieken zoals virtualisatie en containerisatie om onderliggende hardware en softwaresystemen op een beveiligde, afgeschermde en efficiënte manier te benutten. [virtual world] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)
| | | - BC
| kent de voorgestelde AR/MR/VR-gerelateerde concepten, technologieën en tools, alsook hun eigenschappen en toepassingen. | | | - BC
| kent het AR/MR/VR ontwikkelingsproces en de voorgestelde ontwerprichtlijnen en principes inzake interaction design en usability. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt de AR/MR/VR-gerelateerde concepten, technologieën en tools, en kan hun werking en eigenschappen in eigen woorden uitleggen. | | | - BC
| begrijpt het belang van ontwerprichtlijnen en principes inzake interaction design en usability, en wanneer, hoe en waarom ze toe te passen. | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)
| | | - BC
| kan zelfstandig en exploratief werken rond een AR/MR/VR probleem volgens een iteratief en incrementeel plan. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)
| | | - BC
| kan zelfstandig AR/MR/VR-gerelateerde concepten, technologieën en tools opzoeken en exploreren. | | | - BC
| kan kwalitatieve en kwantitatieve data over een AR/MR/VR oplossing verzamelen en verwerken. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)
| | | - BC
| kan uit een omschrijving van een probleem de functionele en niet-functionele vereisten voor een AR/MR/VR oplossing afleiden. | | | - BC
| kan analyseren op welke manieren een geschikte AR/MR/VR oplossing ontworpen, geïmplementeerd en geëvalueerd kan worden. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| kan een geschikte interactieve AR/MR/VR oplossing ontwerpen, met inbegrip van passende concepten, technologieën en tools. | | | - BC
| kan hierbij gefundeerde keuzes maken en alternatieven afwegen op basis van relevante criteria, ontwerprichtlijnen en principes. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren)
| | | - BC
| kan de nodige AR/MR/VR-gerelateerde concepten, technologieën en tools aanwenden om een geschikte oplossing te implementeren. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan kritisch reflecteren over het geleverde werk, in het bijzonder over de sterktes, zwaktes en impact van een AR/MR/VR oplossing. | | | - BC
| kan een AR/MR/VR oplossing bijsturen op basis van kritisch reflecteren, kwalitatieve en kwantitatieve data, en feedback. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student is vertrouwd met basisconcepten zoals de graphics rendering pipeline, coördinatensystemen en transformaties. De student kan programmeertalen en aanverwante softwaretools en -bibliotheken aanwenden om oplossingen te realiseren, zoals OpenCV en Unity.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met het reality-virtuality continuum, waaronder augmented reality (AR), virtual reality (VR) en mixed reality (MR), gaande van het integreren van digitale informatie of virtuele objecten in de fysieke wereld tot het onderdompelen van een gebruiker in een immersieve virtuele wereld. Een aantal van de behandelde onderwerpen (in een niet-bindende lijst):
- toepassingen en uitdagingen binnen verschillende domeinen;
- hardware, concepten en methodes rond input/output, rendering, tracking, captatie;
- perceptie, modaliteiten (o.a. visueel, auditief, kinesthetisch), multimodale user interfaces;
- interactie (o.a. navigatie, selectie, manipulatie, systeemcontrole), usability, accessibility, interaction design;
- richtlijnen, technologieën en tools voor het ontwerpen, implementeren en evalueren van dergelijke toepassingen en interfaces.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 60 % |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Het aangereikte studiemateriaal mag gebruikt worden tijdens het mondeling examen. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Slides en overig lesmateriaal worden ter beschikking gesteld via de elektronische leeromgeving en/of tijdens de les verspreid.
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
3D User Interfaces: Theory and Practice,Joseph J. LaViola Jr., Ernst Kruijff, Doug A. Bowman, Ivan Poupyrev en Ryan P. McMahan,2nd edition,Addison-Wesley,9780134034461,e-book |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| ENG&TECH 2. De educatieve master heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. | - EC
| ENG&TECH 3. De educatieve master heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor zijn specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student is vertrouwd met basisconcepten zoals de graphics rendering pipeline, coördinatensystemen en transformaties. De student kan programmeertalen en aanverwante softwaretools en -bibliotheken aanwenden om oplossingen te realiseren, zoals OpenCV en Unity.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met het reality-virtuality continuum, waaronder augmented reality (AR), virtual reality (VR) en mixed reality (MR), gaande van het integreren van digitale informatie of virtuele objecten in de fysieke wereld tot het onderdompelen van een gebruiker in een immersieve virtuele wereld. Een aantal van de behandelde onderwerpen (in een niet-bindende lijst):
- toepassingen en uitdagingen binnen verschillende domeinen;
- hardware, concepten en methodes rond input/output, rendering, tracking, captatie;
- perceptie, modaliteiten (o.a. visueel, auditief, kinesthetisch), multimodale user interfaces;
- interactie (o.a. navigatie, selectie, manipulatie, systeemcontrole), usability, accessibility, interaction design;
- richtlijnen, technologieën en tools voor het ontwerpen, implementeren en evalueren van dergelijke toepassingen en interfaces.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 60 % |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Het aangereikte studiemateriaal mag gebruikt worden tijdens het mondeling examen. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Slides en overig lesmateriaal worden ter beschikking gesteld via de elektronische leeromgeving en/of tijdens de les verspreid.
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
3D User Interfaces: Theory and Practice,Joseph J. LaViola Jr., Ernst Kruijff, Doug A. Bowman, Ivan Poupyrev en Ryan P. McMahan,2nd edition,Addison-Wesley,9780134034461,e-book |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|