Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Objectgeoriënteerd programmeren (4488)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: informatica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC2 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van geïntegreerde, resilient softwaresystemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [systeemdenken] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| kan basiskennis reproduceren omtrent het ontwerpen van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| begrijpt basisbegrippen en methodes zodat geïnformeerde beslissingen genomen kunnen worden omtrent het ontwerpen van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| plant het ontwerp van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen en kan hierbij problemen identificeren en gepaste remediëringsacties ondernemen. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan parallelle en gedistribueerde softwaresystemen instrumenteren met het oog op data verzameling (bv. wat betreft performantie). | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan een analyse maken van een gesteld probleem en het ontwerp van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen hierop afstellen. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan basiskennis toepassen om te komen tot een gefundeerd ontwerp (en implementatie) van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| realiseert werkende parallelle en gedistribueerde softwaresystemen m.b.v. geïnformeerde geselecteerde methodes en hulpmiddelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| geeft blijk van capaciteiten tot het continu evalueren en bijsturen van het ontwerp en de implementatie van parallelle en gedistribueerde softwaresysteem. | - EC
| EC4 - De master in de industriële wetenschappen informatica heeft gevorderde kennis en inzicht in principes en toepassingen van hedendaagse draadloze en mobiele communicatienetwerken, en kan hierin autonoom initiëren, plannen, kritisch analyseren en gefundeerd oplossen met oog voor dataverwerving en implementatie en met behulp van simulatietechnieken of geavanceerde tools. [connected] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)
| | | - BC
| kan basiskennis reproduceren omtrent hedendaagse draadloze en mobiele communicatienetwerken in de context van gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)
| | | - BC
| begrijpt basisbegrippen en methodes van draadloze en mobiele communicatienetwerken zodat geïnformeerde beslissingen genomen kunnen worden omtrent het ontwerpen van gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)
| | | - BC
| kan gedistribueerde softwaresystemen instrumenteren met het oog op data verzameling (bv. wat betreft netwerk performantie). | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)
| | | - BC
| kan het ontwerp van een gedistribueerd softwaresysteem afstellen op een analyse van een gesteld netwerk probleem. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| kan een gepaste netwerk architectuur ontwerpen voor het realiseren van een gedistribueerd softwaresysteem. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren)
| | | - BC
| realiseert de netwerk architectuur van een gedistribueerd softwaresysteem m.b.v. geïnformeerd geselecteerde methodes en hulpmiddelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| geeft blijk van capaciteiten tot het continu evalueren en geïnformeerd bijsturen van het ontwerp en de implementatie van de netwerk architectuur van een gedistribueerd softwaresysteem. | - EC
| EC5 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van gespecialiseerde kennis en vaardigheden voor het ontwerpen van modulaire, geïntegreerde software-systemen die op basis van data-verwerving en data-analyse intelligente beslissingen kunnen nemen, die resilient zijn (veilig, robuust en schaalbaar) en dit binnen een multidisciplinair project met een toegepaste onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [intelligent & resilient systems] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten)
| | | - BC
| kan basiskennis reproduceren omtrent het ontwerpen van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen die resilient en intelligent zijn. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen)
| | | - BC
| begrijpt basisbegrippen en methodes zodat geïnformeerde beslissingen genomen kunnen worden omtrent het ontwerpen van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen die resilient en intelligent zijn. | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| kan problemen omtrent resilience en intelligentie herkennen en remediëren in het ontwerp van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven)
| | | - BC
| kan parallelle en gedistribueerde softwaresystemen instrumenteren met het oog op data verzameling (bv. wat betreft schaalbaarheid). | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren)
| | | - BC
| kan de schaalbaarheid van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen analyseren en interpreteren. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om de resilience van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen te optimaliseren. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren)
| | | - BC
| realiseert parallelle en gedistribueerde softwaresystemen die resilient en intelligent zijn m.b.v. geïnformeerde geselecteerde methodes en hulpmiddelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| geeft blijk van capaciteiten tot het continu evalueren en bijsturen van de resilience van parallelle en gedistribueerde softwaresystemen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van de programmeertalen C en C++.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel worden basisprincipes en algoritmen aangebracht in de context van parallelle en gedistribueerde systemen, met praktische focus op OpenMP, CUDA en MPI die typisch gebruikt worden op clusters/supercomputers. Via OpenMP wordt er gekeken naar multi-core systemen, waarbij via shared memory verschillende rekeneenheden samen een probleem in parallel kunnen oplossen. CUDA richt zich op GPU computing, een many-core context waarbij duizenden eenvoudigere rekenkernen van een grafische kaart ingezet kunnen worden om een hoge mate van parallellisme te verkrijgen. Verder dan één enkel systeem gaan we met MPI, dat via distributed computing toelaat om verschillende fysieke computers efficiënt samen te laten werken aan een berekening. Er wordt verder ook aandacht besteed aan typische patronen die gebruikt worden om deze mogelijkheden tot parallellisatie te benutten.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Andere: | Programmeeropdrachten op parallelle en gedistribueerde systemen, met zo nodig verslag en mondelinge toelichting bij de opdrachten |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Minstens 50% behalen op het geheel van de programmeeropdrachten |
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Minstens 50% behalen op dit onderdeel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De practicumopdrachten moeten correct en tijdig ingediend worden. |
|
|
|
Gevolg | Indien niet aan de voorwaarde is voldaan, krijgt de student geen cijfer (een "N") |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Bij de herkansing moet enkel dat deel (schriftelijk examen of programmeeropdrachten met mondelinge ondervraging) waarop de student geen 50% behaalde, worden herkanst. Als dit de programmeeropdrachten betreft, kan er een bijkomende opdracht worden opgelegd. Opgelet: indien voor een bepaald practicum specifieke apparatuur moet worden gebruikt, die tijdens de zomervakantieperiode niet beschikbaar is, dan kan dit practicum niet worden herkanst. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Slides van de hoorcolleges, uitgedeelde kopies van relevant studiemateriaal en on-line bronnen. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
An Introduction to Parallel Programming,Peter Pacheco, Matthew Malensek,2nd Edition,Morgan Kaufmann Publishers In.,eBook ISBN: 9780128046180 Paperback ISBN: 9780128046050 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|