Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen het domein van de sociale wetenschappen en kan deze duiden vanuit een sociaal-wetenschappelijk multidisciplinair perspectief. | | - DC
| De student heeft een basiskennis en -inzicht in een aantal fundamentele determinanten van menselijk gedrag. | | | - BC
| De student legt fundamentele begrippen theoretisch uit en legt mogelijke verbanden tussen deze begrippen. | | - DC
| De student heeft inzicht in de belangrijkste principes die menselijk (vooral sociaal) gedrag sturen. | | | - BC
| De student legt de fundamentele begrippen praktisch uit door het aanreiken van dagdagelijkse voorbeelden. | | - DC
| De student heeft een basisinzicht in de methodologie van psychologisch onderzoek. | | | - BC
| De student kan de belangrijkste onderzoeksmethodieken opsommen en vergelijken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan een valide sociaalwetenschappelijke onderzoeksvraag formuleren, door theorie(ën) toe te passen op een goed afgebakend maatschappelijk vraagstuk, dit te kaderen binnen de bredere maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie. | | - DC
| De student kan (sociaal)psychologische begrippen en theorieën toepassen op actuele voorbeelden. | | | - BC
| De student kan bepalen welke aspecten van de psychologie relevant zijn voor een bepaalde casus. | | | - BC
| De student kan aspecten van de psychologie toepassen op een bepaald sociaalmaatschappelijk probleem. | | - DC
| De student kan een duidelijke probleemstelling en relevante onderzoeksvragen formuleren vanuit de psychologie, toegepast op een goed afgebakend maatschappelijk vraagstuk op vlak van digitalisering, diversiteit en/of democratie. | | | - BC
| De student ontwikkelt een onderzoeksvraag volgens criteria van een goede onderzoeksvraag. | | - DC
| De student kan thema's die relevant zijn voor de sociale wetenschappen vanuit (sociaal-)psychologisch perspectief begrijpen en verklaren. | | | - BC
| De student kan tot een goed gestructureerde, helder geformuleerde en wetenschappelijk onderbouwde oplossing komen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | | - DC
| De student kan wetenschappelijke psychologie literatuur en bronnenmateriaal begrijpen, samenvatten en kritisch beoordelen. | | | - BC
| De student brengt voldoende relevante bronnen samen in een conceptueel kader. | | | - BC
| De student brengt kwaliteitsvolle bronnen samen in een conceptueel kader. | | | - BC
| De student is in staat om wetenschappelijke literatuur te verwerken, begrijpen en kritische beoordelen. | | | - BC
| De student kan wetenschappelijke literatuur helder en coherent samenvatten. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | - DC
| De student kan een helder (schriftelijk, mondeling en/of visueel) en genuanceerd wetenschappelijk betoog voeren. Hierbij hanteert de student een correct, academisch taalgebruik. | | | - BC
| De student rapporteert over wetenschappelijke onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze; op schriftelijke wijze, mondelinge wijze (presentatie), en visuele wijze (presentatie). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student kan constructief en oplossingsgericht met anderen naar een resultaat toewerken. | | | - BC
| De student toont voldoende inzet in de samenwerking met anderen. | | | - BC
| De student werkt constructief en oplossingsgericht samen met anderen. | | - DC
| De student kan wetenschappelijke psychologie literatuur en bronnenmateriaal begrijpen, samenvatten en helder communiceren. | | | - BC
| De student kan helder en beknopt wetenschappelijke informatie samenvatten en communiceren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten inzicht bij te brengen in een aantal belangrijke bevindingen uit de wetenschappelijke psychologie. In een eerste inleidend deel wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de psychologie als wetenschap en de onderzoeksmethodes. Vervolgens worden een aantal thema's voorgesteld uit de algemene psychologie (o.a. conditionering en leren, onthouden en vergeten, emotie en motivatie…). Een derde deel gaat dieper in op de sociale psychologie. Onder meer sociale cognitie en attitudes, interpersoonlijke- en groepsprocessen en intergroepsprocessen worden behandeld. Aansluitend bij de kernthema’s van de opleiding (digitalisering, diversiteit en democratie) gaat specifieke aandacht naar de impact van media en communicatie op attitudes en gedrag van mensen, de multiculturele samenleving en de relevantie van psychologie in de politieke wereld.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Studenten moeten deelnemen aan elke deelevaluatie. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode.
Een student moet minimum een 8/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Studenten die niet deelnemen aan alle deelevaluaties kunnen geen eindcijfer behalen voor het opleidingsonderdeel en krijgen een N.
Een student die op één (of meerdere) deelevaluaties minder dan 10/20 haalt, kan maximaal 9/20 als eindresultaat in het studentendossier krijgen, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Een 8/20 of 9/20 als eindcijfer is tolereerbaar. Bv. Een student die 14/20 haalt op het examen, maar slechts 8/20 haalde op de evaluaties tijdens de onderwijsperiode, krijgt 9/20 als eindresultaat voor het vak, dat cijfer is tolereerbaar. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode houdt in: participatie hoorcolleges en casussessies, tussentijdse voorbereidingen en/of aanwezigheidsgraad. Aanwezigheid tijdens en/of voorbereiding van de casussessies telt mee voor 5% van het eindresultaat. Studenten worden geacht op minstens 80% van de casussessies aanwezig te zijn. Bijkomende afwezigheid dient gewettigd te worden.
Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peerevaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peerevaluatie wordt verder uiteengezet in de studieleidraad/op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het opvolgproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Studenten die niet slagen voor de evaluatie tijdens de onderwijsperiode krijgen een vervangopdracht. De tweede examenkans blijft een schriftelijk examen. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Een inleiding in de psychologie in 11 3/4 hoofdstukken,Storms, G.,2021,Acco Uitgeverij,9789464143522,Ed: 2 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Slides, extra handouts en ondersteunend materiaal via Blackboard. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|