Grand Challenges: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen I (4740) | Contactpersoon : | Prof. dr. Jo PIERSON |
Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen het domein van de sociale wetenschappen en kan deze duiden vanuit een sociaal-wetenschappelijk multidisciplinair perspectief. | | - DC
| De student kent en begrijpt het verband tussen enerzijds welbepaalde theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen communicatiewetenschappen, sociologie en bestuurskunde en anderzijds de grand challenges digitalisering, diversiteit en democratie. | | | - BC
| De student kan verbanden leggen tussen enerzijds theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen communicatiewetenschappen en de grand challenge van digitalisering. | | | - BC
| De student kan verbanden leggen tussen enerzijds theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen sociologie en anderzijds de grand challenge van diversiteit. | | | - BC
| De student kan verbanden leggen tussen enerzijds theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen bestuurskunde en anderzijds de grand challenge van democratie. | | - DC
| De student is in staat om disciplinegebonden kennis binnen de sociale wetenschappen uit te diepen en toe te passen om grand challenges en gerelateerde casussen te analyseren. | | | - BC
| De student kan de wetenschappelijke theorievorming in communicatiewetenschappen toepassen op een casus omtrent digitalisering. | | | - BC
| De student kan de wetenschappelijke theorievorming in sociologie toepassen op een casus omtrent diversiteit. | | | - BC
| De student kan de wetenschappelijke theorievorming in bestuurskunde toepassen op een casus omtrent democratie. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | | - DC
| De student kent en begrijpt hoe welbepaalde maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen, zich voordoen in relatie tot de grand challenges digitalisering, diversiteit en democratie. | | | - BC
| De student maakt duidelijk hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën in publieke en private organisaties, media en gerelateerde stakeholders verband houden met de grand challenge digitalisering. | | | - BC
| De student maakt duidelijk hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën in publieke en private organisaties, sociale bewegingen en gerelateerde stakeholders verband houden met de grand challenge diversiteit. | | | - BC
| De student maakt duidelijk hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën in publieke en private organisaties, beleidsnetwerken en gerelateerde stakeholders verband houden met de grand challenge democratie. | | - DC
| De student kan het inzicht in welbepaalde maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën toepassen op casussen die verband houden met de grand challenges digitalisering, diversiteit en democratie. | | | - BC
| De student kan aanduiden hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën zich concreet manifesteren in een casus die verband houdt met de grand challenge digitalisering. | | | - BC
| De student kan aanduiden hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën zich concreet manifesteren in een casus die verband houdt met de grand challenge diversiteit. | | | - BC
| De student kan aanduiden hoe maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën zich concreet manifesteren in een casus die verband houdt met de grand challenges democratie. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen, onderzoekstradities en theoretische stromingen omtrent ‘grand challenges’, in het bijzonder op vlak van digitalisering, diversiteit en/of democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | - DC
| De student kent en begrijpt het concept 'grand challenges' en gerelateerde begrippen binnen de sociale wetenschappen. | | | - BC
| De student geeft blijk van kennis en inzicht in het concept 'grand challenges', mede op basis van voorbeelden. | | | - BC
| De student geeft aan hoe het begrip 'grand challenges' zich verhoudt tot gerelateerde sociaal-wetenschappelijke begrippen. | | - DC
| De student heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen, onderzoekstradities en theoretische stromingen omtrent de grand challenges digitalisering, diversiteit en democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | | - BC
| De student geeft blijk van basiskennis en -inzicht in de wetenschappelijke theorievorming omtrent de grand challenge digitalisering op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | | - BC
| De student geeft blijk van basiskennis en -inzicht in de wetenschappelijke theorievorming omtrent de grand challenge diversiteit op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | | - BC
| De student geeft blijk van basiskennis en -inzicht in de wetenschappelijke theorievorming omtrent de grand challenge democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | - DC
| De student kan op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges construeren en daarover op gepaste wijze schriftelijk en visueel rapporteren. | | | - BC
| De student is in staat om op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges te construeren en daarover op gepaste wijze schriftelijk en visueel individueel te rapporteren. | | | - BC
| De student is in staat om op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges te construeren en daarover op gepaste wijze schriftelijk en visueel in groep te rapporteren. | | - DC
| De student kan op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges te construeren en daarover op gepaste wijze mondeling rapporteren. | | | - BC
| De student is in staat om op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges te construeren en daarover op gepaste wijze mondeling individueel te rapporteren. | | | - BC
| De student is in staat om op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over verschillende grand challenges te construeren en daarover op gepaste wijze mondeling in groep te rapporteren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student kan de wetenschappelijke literatuur over grand challenges en gerelateerde casussen op een effectieve manier delen met medestudenten en op een vlotte en constructieve wijze tot een resultaat te komen, binnen een multidisciplinair en divers team. | | | - BC
| De student is in staat om wetenschappelijke literatuur over casussen aangaande grand challenges op een effectieve manier te vergelijken en uit te wisselen met medestudenten. | | | - BC
| De student is in staat om op een vlotte en constructieve wijze tot een kwalitatieve analyse en beschrijving van casussen aangaande grand challenges te komen, binnen een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student kan het eigen leerproces kritisch evalueren aan de hand van feedback van en dialoog met medestudenten en lesgevers tijdens de casussessies over grand challenges. | | | - BC
| De student evalueert het leerproces van medestudenten met betrekking tot de casussessies over grand challenges. | | | - BC
| De student evalueert het eigen leerproces aan de hand van input van en overleg met medestudenten en lesgevers wat betreft de casussessies over grand challenges. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in en houdt rekening met de veelzijdige beïnvloedende factoren en de belanghebbende partijen (stakeholders), alsook met de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van het realiseren van een opdracht. | | - DC
| De student kan veelzijdige beïnvloedende factoren en belanghebbende stakeholders benoemen en integreren, in overleg en debat met medestudenten. | | | - BC
| De student benoemt en beschrijft de veelzijdige beïnvloedende factoren omtrent de casussen aangaande grand challenges. | | | - BC
| De student benoemt en beschrijft de belanghebbende stakeholders omtrent de casussen aangaande grand challenges. | | - DC
| De student heeft inzicht in de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van de standpunten van stakeholders aangaande grand challenges in gerelateerde casussen. | | | - BC
| De student interpreteert en integreert de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van de standpunten van stakeholders omtrent de casussen aangaande grand challenges. | | | - BC
| De student vergelijkt en evalueert de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van de standpunten van stakeholders omtrent de casussen aangaande grand challenges. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit opleidingsonderdeel maken de studenten kennis met de theorievorming rond ‘grand challenges’ en aanverwante concepten in de relatie tussen samenleving, wetenschap en beleid. Daarbij wordt ook een basisinzicht gegeven in de drie centrale grand challenges die de kern van de opleiding vormen: digitalisering, diversiteit en democratie. In dat kader wordt ook aandacht besteed aan de verschillen en uitdagingen van monodisciplinair versus interdisciplinair onderzoek.
- Digitalisering verwijst naar digitale media die een essentieel onderdeel van de sociale omgeving en dagelijkse belevingswereld van individuen en gemeenschappen worden. Het samenvloeien van online en offline leven heeft diepgaande gevolgen voor de samenleving en de uitdagingen die dat met zich meebrengt, zoals op vlak van desinformatie, privacy, autonomie en digitale geletterdheid.
- Diversiteit vertrekt vanuit de vaststelling dat hedendaagse maatschappijen en hun instituties steunen op het principe van gelijkheid. Tegelijk is er meer publieke erkenning dan ooit tevoren voor verschillen tussen individuen en groepen, of diversiteit op basis van meervoudige kenmerken en identiteiten (gender, nationaliteit, religie, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap, enz.).
- Democratie heeft betrekking op hoe maatschappelijke ontwikkelingen op vlak van globalisering en supranationale instituties (EU, internationale markten) de macht en de bestuurbaarheid van nationale, regionale en lokale overheden onder druk zetten. Daarnaast groeien er dan nieuwe participatieve initiatieven door andere actoren (middenveld, bedrijven, burgers, enz.) en ontstaan er nieuwe vormen van besluitvorming, beleidsvoering en burgerschap.
Om deze theorievorming en concepten vanuit een casusgeoriënteerde wijze te benaderen, wordt gestart vanuit een jaarthema dat sterk verbonden is aan één bepaalde grand challenge. Dat thema fungeert als kader om dieper in te gaan op de relaties tussen de diverse grand challenges, telkens vertrekkende vanuit een welbepaalde discipline: communicatiewetenschappen voor digitalisering, sociologie voor diversiteit en bestuurskunde voor democratie.
De studenten gaan hiervoor individueel en in groep aan de slag, door een actualiteitsportfolio en case study voor te bereiden omtrent het jaarthema. Deze worden dan telkens gepresenteerd en bediscussieerd tijdens interactieve bijeenkomsten, volgens de methodiek van ‘wicked problems plaza’. Hiervoor analyseren en bespreken de studenten de sociale impact en creatieve oplossingsstrategieën vanuit het perspectief van verschillende stakeholders. Dit wordt geëvalueerd tijdens het academiejaar, met een gedeeltelijke herkansing in tweede zittijd.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 60 % |
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Student moet alle deelopdrachten indienen. |
|
|
|
Gevolg | Student krijgt enkel een eindcijfer wanneer alle deelopdrachten zijn ingediend. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode houdt in: participatie hoorcolleges en casussessies, tussentijdse voorbereidingen en/of aanwezigheidsgraad.
Aanwezigheid tijdens en/of voorbereiding van de casussessies telt mee voor 5% van het eindresultaat. Studenten worden geacht op minstens 80% van de casussessies aanwezig te zijn. Bijkomende afwezigheid dient gewettigd te worden.
Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peerevaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peerevaluatie wordt verder uiteengezet in de studieleidraad/op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het opvolgproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De deelpunten praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode worden overgenomen van eerste zittijd (15%). Voor het resterende deel (85%) wordt een individuele vervangingsopdracht voorzien, mede gebaseerd op de individuele en groepsopdrachten in eerste zittijd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het studiemateriaal zal via het leerplatform beschikbaar worden gesteld: * Reader met wetenschappelijke literatuur * Hand-out van de powerpointpresentaties van de lessen * Bijkomende materialen (links naar video’s, websites en andere materialen rond de ‘grand challenges’). |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Introduction to Digital Media,Delfanti, Alessandro & Arvidsson, Adam,1ste,Wiley,9781119276210 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|