Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Academisch professional - 1 (4832)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de verpleegkunde en de vroedkunde | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 7. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan communiceren op maat van alle actoren en belanghebbenden in de gezondheids- en welzijnszorg, en is daarbij in staat complexe zorginhoudelijke en wetenschappelijke informatie op een begrijpbare wijze te verstrekken gebruikmakend van diverse media. | | - DC
| De student ontwikkelt relevante interpersoonlijke vaardigheden. | | | - BC
| De student demonstreert interpersoonlijke vaardigheden zoals verbindende
communicatie en feedback geven. | | | - BC
| De student heeft kennis van conflictmodellen. | | | - BC
| De master kent de technieken om verbindend te communiceren en kan
deze toepassen bij zijn uitdagingen. | | - DC
| De student kent de basisprincipes van efficiënt feedback geven. | | | - BC
| De master kent het begrip maturiteit en weet op basis hiervan gepast feedback te geven aan al zijn stakeholders (leidinggevende, peers en medewerkers). | | | - BC
| De student kan gepast en opbouwend feedback geven. | | | - BC
| De student kan verbindend communiceren - zowel interpersoonlijk als
organisatorisch - inclusief elementen en kanalen, modellen en barrières. | - EC
| EC 8. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan kritisch reflecteren over de organisatie van gezondheidszorgsystemen, met inbegrip van de financiering en het wetgevend kader, en dit transponeren naar een operationeel niveau. | | - DC
| De student heeft inzicht in (inter)nationale organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg. | | | - BC
| De student kan organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg duiden en vergelijken. | | | - BC
| De student kan courante organisatiemodellen voor verpleegkundige en vroedkundige zorg duiden in de verschillende settings van gezondheidszorg. | | | - BC
| De student kan modellen voor systeem- en procesoptimalisatie (bv. Lean) in gezondheidszorg bespreken en toelichten met voorbeelden. | | - DC
| De student kan kwaliteits- en veiligheidsindicatoren voor verpleegkundigen en vroedvrouwen definiëren, conceptualiseren en operationaliseren en van daaruit het verpleegkundig en vroedkundig zorgproces aanpassen met focus op het realiseren van value-based healthcare. | | | - BC
| De student kan verpleeg- en vroedkundige werkbelasting op een systematische manier in kaart brengen, door gebruik te maken van wetenschappelijk gevalideerde instrumenten. | | | - BC
| De student kent de beleidsinstrumenten (bv. MVG, MKG) voor organisatie en financiering die (in)direct aan verpleegkunde en vroedkundige zorg gelinkt zijn. | | - DC
| De student kan een internationale taal voor het registreren, classificeren en rapporteren van verpleegkundige en vroedkundige activiteiten gebruiken en vertalen naar specifieke zorgsettingen. | | | - BC
| De student kan de (inter)nationale classificatiesystemen (bv. Nanda, NIC, NOC) voor verpleegkundige praktijkvoering duiden. | - EC
| EC 12. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan leidinggevende vaardigheden toepassen bij het opleiden, coachen en begeleiden van nieuwe en ervaren leden van het transdisciplinaire zorgteam. | | - DC
| De student kent de verschillende stadia van teamontwikkeling en kan een vergadering leiden in zijn/haar team. | | | - BC
| De student kent de verschillende ontwikkelstadia van een team. | | | - BC
| De student kent de kenmerken van een team. | | | - BC
| De student kent de verschillende leiderschapsstijlen voor medewerkers maar
ook voor teams in functie van motivatie en competenties van een team maar ook in functie van het ontwikkelstadium van een team. | | | - BC
| De student kent de verschillende stadia van een vergadering (voorbereiding – vergadering – verslaggeving en opvolging). | | | - BC
| De student kan efficiënt vergaderen en een vergadering leiden. | | - DC
| De student kent de technieken om te sturen op basis van cijfers. | | | - BC
| De student weet dat er ook gestuurd moet worden op cijfers en kent een systeem om dit uit te voeren. | | | - BC
| De student kent de techniek van een Balanced Score Card. | | - DC
| De student kent de stadia van verandermanagement en heeft notie van de politieke skills die hieraan te pas komen. | | | - BC
| De student kent de basisprincipes van verandermanagement. | | | - BC
| De student kan het 8-stappen model van verandering van Kotter omschrijven. | | | - BC
| De student kent de verschillende psychologische stappen die mensen doorlopen bij verandering. | | | - BC
| De student kan zijn/haar leiderschapsstijl steeds aanpassen in functie van de fase waarin mensen zich bevinden in een verandertraject. | - EC
| EC 14. De master in de verpleegkunde en vroedkunde draagt op een systematische en onderbouwde wijze bij aan de ontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van (zorg)innovaties in de verpleeg- of vroedkunde. | | - DC
| De student begrijpt het belang van het delen van kennis en ervaringen met betrekking tot (zorg)innovaties. Ze kunnen innovaties effectief communiceren naar diverse doelgroepen, waaronder collega's, beleidsmakers en patiënten, en dragen bij aan het verspreiden van best practices en het bevorderen van positieve veranderingen in de verpleeg- en vroedkundige zorgpraktijk. | | - DC
| De master kan leiderschapsvaardigheden aanwenden voor het facilteren van innovatie in de praktijk. | - EC
| EC 16. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorggerelateerde vraagstukken analyseren vanuit een breder maatschappelijk perspectief. | | - DC
| De student kan vanuit een probleemstelling in de gezondheidszorg een oplossing genereren, vanuit een verpleegkundig of vroedkundig perspectief. | | | - BC
| De student kan, rekening houdend met het wetgevend kader, een casus inzake organisatie oplossen. | | | - BC
| De master kan een organisatievraagstuk analyseren. | - EC
| EC 18. De master in de verpleegkunde en vroedkunde is zich bewust van zijn/haar rol in de gezondheidszorg en in een bredere maatschappelijke context. | | - DC
| / | | | - BC
| De student kan, vertrekkende vanuit een gedegen probleemanalyse, een onderbouwde oplossing communiceren naar relevante beleidsmakers. | | | - BC
| De student kan de maatschappelijke positie van de verpleegkundige en vroedkundige beroepsgroep op onderbouwde wijze duiden aan relevante stakeholders. | | | - BC
| De student kan arbeidsomstandigheden creëren die een gezond evenwicht tussen werk en privéleven bevorderen. | | | - BC
| De student kan de brug slaan tussen wetenschappelijke evidentie en beleidsvorming en optreden als contactpunt voor beleidsmakers en politici. | - EC
| EC 19. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan wetenschappelijke literatuur zoeken, lezen, beoordelen en samenvatten. De master kan deze bevindingen integreren in de ontwikkeling van een evidence-based aanpak voor de verbetering van kwaliteit en veiligheid van zorg. | | - DC
| De student kan evidentie ter onderbouwing van beslissingen (i.e., wetenschappelijke literatuur en andere bronnen) verzamelen en kritisch beoordelen. | | | - BC
| De student kan op een systematische manier zoeken naar de best beschikbare onderzoeksgegevens in kader van een specifieke probleemstelling. | | | - BC
| De student kan methoden voor het kritisch beoordelen van evidentie benoemen en verduidelijken. | | | - BC
| De student kan op een systematische manier alle informatie die als evidentie wordt gebruikt, beoordelen op reproduceerbaarheid, waarneembaarheid, geloofwaardigheid en verifieerbaarheid. | | | - BC
| De student kan, gebruikmakend van het GRADE (Grading of Recommendations, Assessment, Development and Evaluations) en SIGN framework, een kwaliteitsbeoordeling toepassen. | | - DC
| De student kan op methodologische wijze een beslissing nemen, rekening houdend met de context van het besluit en de besluitvorming (gezondheidseconomische en ethische overwegingen, belanghebbenden). | | | - BC
| De student kan de verschillende vormen van bias bij het nemen van beslissingen duiden. | | | - BC
| De student kan types van bias herkennen bij zichzelf, bij anderen en in groepsdynamieken en deze bespreekbaar maken. | | | - BC
| De student kan methoden en technieken voor het vermijden van bias bij besluitvorming duiden. | | | - BC
| De student kan op een methodologische wijze een beslissing nemen en een beslissingsproces begeleiden. | | - DC
| De student kan evidentie ter onderbouwing van beslissingen samenvatten. | | | - BC
| De student kan een rapid review uitvoeren. | - EC
| EC 20. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een complex probleem in de praktijkvoering vertalen naar een relevante onderzoeksvraag. | | - DC
| De student kan relevante contextinformatie (waaronder stakeholder kennis en expertise) verzamelen, beoordelen en gebruiken in kader van een besluitvormingsproces. | | | - BC
| De student kan op een systematische manier zoeken naar andere bronnen van evidentie in kader van een specifieke probleemstelling. | | | - BC
| De student kan methodieken en methoden voor het systematisch verzamelen van informatie aanbevelen en gebruiken. | | | - BC
| De student kan contextuele factoren die van belang zijn voor de beslissing (economische en ethische overwegingen, cultuur, stakeholders) identificeren en verzamelen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student beheerst een correcte schrijf- en leesvaardigheid in het Engels.
|
|
|
Het opleidingsonderdeel “Academisch professional 2” situeert zich in de module ‘De verpleegkundige en vroedvrouw als academisch professional’ en vindt plaats tijdens het eerste kwartiel van het masterprogramma. Deze module voorziet de kennis en vaardigheden om als referentiepersoon op te treden in een (deel)vakgebied en anderen te ondersteunen in het conceptualiseren en het uitvoeren van zorg vanuit een transdisciplinair perspectief. Dit opleidingsonderdeel zal verder verdiepen in de drie thematische clusters die ook in “Academisch professional 1” aan bod komen: (1) organisatie van de gezondheidszorg, (2) klinisch leiderschap in een veranderende wereld en (3) evidence-based decision-making.
Bij de eerste thematische cluster, organisatie van de gezondheidszorg ligt de klemtoon op de organisatie van verpleegkunde en vroedkunde in al zijn facetten. In klinisch leiderschap komen teams en teamontwikkeling, verbindende communicatie, feedback geven, sturen op basis van cijfers en verandermanagement aan bod. Als leider moet je je groep verbinden, door je medewerkers met respect in te schatten op vlak van talenten, competenties en groeipotentieel. Enkel door appreciatie kan je het beste uit je mensen naar boven halen en zo onderlinge verbondenheid en autonomie stimuleren. Leiderschap is mensen motiveren om het gezamenlijk doel te behalen. De zorg kan alleen maar wel varen wanneer zorgprofessionals met zulke leiderschapskwaliteiten aan het stuur zitten. Binnen de derde en laatste thematische cluster, evidence-based decision-making, voorzien we je in de nodige competenties om de nodige informatie te vinden om beslissingsprocessen te voeden. We wisselen in dit opleidingsonderdeel theorie af met voorbeelden uit de (eigen) praktijk.
Keywords: Evidence-based decision-making; systems thinking; systems engineering; systems innovation; Evidence-Based Practice [MeSH]; Decision Making, Organizational [MeSH]; Decision Making [MeSH]
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Om voor dit opleidingsonderdeel te slagen moet u op elk onderdeel minstens 50% halen (≥10/20). Alle opdrachten moeten op de vervaldatum zijn voltooid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Om voor dit opleidingsonderdeel te slagen moet u op elk onderdeel minstens 50% halen (≥10/20). Alle opdrachten moeten op de vervaldatum zijn voltooid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Om voor dit opleidingsonderdeel te slagen moet u op elk onderdeel minstens 50% halen (≥10/20). Alle opdrachten moeten op de vervaldatum zijn voltooid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra info | • Schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode: paper: rapid review (25%) • Mondeling evaluatie tijdens de examenperiode: presentatie groepsopdracht (10%) • Mondeling evaluatie tijdens de examenperiode: individuele open vragen (40%) • Schriftelijke evaluatie tijdens de examenperiode: paper groepsopdracht (25%) |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Evidence-based decision-making: how to leverage available data & avoid cognitive biases.,Banasiewicz AD,2019,New York: Routledge,9781138485297
- Leiderschap in de gezondheidszorg. Van theorie naar praktijk,Claes N.,2016,ACCO,9789462925618
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Op BlackBoard aangeboden studiemateriaal. |
|
Reader 'Academisch professional 2', deze bevat ondere andere de handouts, een selectie papers en rapporten. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Building and Sustaining a Resilient EU Nursing Workforce and Healthcare.,De Raeve P,2021,LAP LAMBERT Academic Publishing,9786204209487
- EU Lobby Strategies Fitting a New Political Context.,De Raeve P.,2017,LAP LAMBERT Academic Publishing,9783330048706
- The European Union: What’s in it for me?,De Raeve P.,2017,LAP LAMBERT Academic Publishing,9783330033818
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|