Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de verpleegkunde en de vroedkunde - zorginnovatie | Verplicht | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 4. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan relevante en wetenschappelijk onderbouwde vaardigheden integreren in de klinische praktijk, met inachtneming van de grenzen van de wettelijke regelgeving en de ethische/ deontologische code. | | - DC
| De student heeft kennis van ethische screenings- en evaluatiekaders voor het beoordelen van (gezondheids)innovaties | - EC
| EC 5. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan principes van person-centred care integreren in de conceptualisatie en uitvoering van complexe zorg. | | - DC
| De student kan (zorg)innovatie benaderen vanuit het perspectief van de patiënt. | | - DC
| De student heeft inzicht in de rol en betekenis van (zorg)innovatie voor patiënten. | - EC
| EC 8. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan kritisch reflecteren over de organisatie van gezondheidszorgsystemen, met inbegrip van de financiering en het wetgevend kader, en dit transponeren naar een operationeel niveau. | | - DC
| De student kan de impact van de huidige wetgeving en het huidige financieringssysteem op innovatie toelichten. | | - DC
| De student kan een analyse maken van de kosteneffectiviteit van een innovatie. | - EC
| EC 11. De master in de verpleegkunde en vroedkunde werkt, in partnerschap met de diverse belanghebbenden binnen de gezondheidszorg, aan het ontwerpen, bouwen, en verbeteren van zorg in complexe contexten. | | - DC
| De student heeft kennis van concepten, theorieën en kaders die samenhangen met innovatie en kwaliteitsmanagement in de zorg, en innovaties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg. | | - DC
| De student kan de noden van diverse stakeholders systematisch analyseren en rapporteren. | - EC
| EC 14. De master in de verpleegkunde en vroedkunde draagt op een systematische en onderbouwde wijze bij aan de ontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van (zorg)innovaties in de verpleeg- of vroedkunde. | | - DC
| De student begrijpt de dynamiek en complexiteit van innovatie in de zorg, de factoren die van invloed zijn op innovatie in de zorg, en strategieën voor innovatiemanagement en kwaliteitsmanagement. | | - DC
| De student kan met de verworven kennis en inzicht, de praktijk van innovatie- en kwaliteitsmanagement analyseren. | - EC
| EC 16. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan zorggerelateerde vraagstukken analyseren vanuit een breder maatschappelijk perspectief. | | - DC
| De student kan verpleegkundige en vroedkundige innovatievragen systematisch benaderen. | | - DC
| De student kan ethisch reflecteren over de rol van innovatie in de gezondheidszorg. | | - DC
| De student kan de (gezondheids)economische perspectieven op (zorg)innovatie in kaart brengen. | - EC
| EC 18. De master in de verpleegkunde en vroedkunde is zich bewust van zijn/haar rol in de gezondheidszorg en in een bredere maatschappelijke context. | | - DC
| De student kan de rol die verpleegkundigen en vroedvrouwen hebben in het innoveren van gezondheidszorg duiden. | - EC
| EC 20. De master in de verpleegkunde en vroedkunde kan een complex probleem in de praktijkvoering vertalen naar een relevante onderzoeksvraag. | | - DC
| De student heeft een wetenschappelijke, analytische en kritische houding. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel richt zich op verpleegkundigen en vroedvrouwen met interesse in (zorg)innovatie. Vereiste voorkennis is schrijf- en leesvaardigheid in het Engels (vereist) en algemene kennis van de gezondheidszorg (aanbevolen).
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van de afstudeerrichting zorginnovatie, als onderdeel van de Master of Science in Verpleegkunde en Vroedkunde aangeboden door Universiteit Hasselt. Het opleidingsonderdeel ‘De mens en zorginnovatie’ situeert zich in de competentiecluster ‘de verpleegkundige en vroedvrouw als zorginnovator’ en wordt georganiseerd tijdens het tweede kwartiel van het masterprogramma.
In dit opleidingsonderdeel bestudeer je de rol van (zorg)innovatie in de gezondheidszorg. Zo leer je over de verschillende types innovatie en hoe deze een plaats krijgen in het bredere systeem. We staan stil bij de juridische, economische en ethische aspecten van de ontwikkeling en toepassing van zorginnovatie. Verder bestudeer je hoe de mens (zowel patiënt, omgeving als zorgverstrekker) en innovatie elkaar beïnvloeden, wat mensen motiveert om innovatief te zijn of om innovatie te gebruiken.
Keywords: healthcare innovation, health economics, ethics, medical device regulation, health promotion, patient perspectives, diffusion of innovation.
Dit opleidingsonderdeel gaat in op:
-
(Zorg)innovatie
-
Juridisch kader
-
Financiering van zorgtechnologie
-
Ethiek en innovatie
-
Hoe mensen omgaan met innovatie
-
Cultiveren van een cultuur voor innovatie
-
Innovatie en gezondheidspromotie
-
Perspectief van de patiënt op innovatie
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan zijn deelcijfer enkel overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel de helft of meer van de punten behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een onderdeel een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | De paper vormt het eerste aanknopingspunt voor het mondeling examen. Naast enkele gerichte vragen over de inhoud van je paper krijg je twee generieke vragen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een onvoldoende werd behaald, dient er een tweede kans te worden afgelegd. De paper kan herwerkt worden op basis van feedback. De student geeft in een begeleidend schrijven aan welke wijzigingen werden doorgevoerd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Op Blackboard aangeboden studiemateriaal.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|